kiefer & pilcher - to all dead sailors
Christian Kiefer & Jefferson Pitcher - To All Dead Sailors - Clear Spot / Camera Obscura CAMO81CD

De zee neemt levens, maar is evengoed een godsgeschenk. In songs, instrumentaaltjes en experimentele soundscapes doet dit thema-album een adembenemende poging de geheimen van de zee te doorgronden. Als een gedicht klinkt de hoestekst: ‘The endless ocean washes over the graves of countless boats. Birds over head, black stars in the sky, sing for the lost.' De muzikale aanpak van muzikant-auteur Christian Kiefer en muzikant-filmer Jefferson Pitcher, twee Californische grootheden uit de alternatieve newfolk en psychedelische muziek, is al even poëtisch.

Warm je aan Kiefers desolate banjo klanken, een harmoniumpje, akoestische gitaar, xylofoon, gong en belletjes in de sfeervolle soms dromerige muziek. Wees echter ook op je hoede voor de aambeeldachtige en rauwe gitaarerupties waarmee Pitcher (ooit indie-rockband Above The Orange Trees)  je opschrikt in zijn mysterieuze soundscapes vol feedback en andere effecten op elektrische gitaar. Assisentie is er van Ron Guensche op basgitaar.

Naast zijn soms speakerruïnerende hoemende scapes getuigt Pitcher net als Kiefer van diepgaande liefde voor melodie én zang. Pitches stem doet mij denken aan Donovan, terwijl Kiefer soms iets weg heeft van de jonge Neil Young (luister hier eens naar naar het fraaie Carpenters and Sailors). In de samenzang trekt het naar Crosby Stills Nash & Young.
De songteksten gaan bijvoorbeeld over een wilde onderzeebootkapitein die in ongenade is gevallen bij zijn landgenoten, over het van god en alleman verlaten geluid in de machinekamer, of over de zeemeermin die het land oploopt en daar een wereld ontdekt die ze nooit had kunnen bevroeden (vrij naar Pablo Neruda). In Erindira and The Ocean' een van de twee songs die Kiefer en Pitcher sámen schreven, gaat het over de heimwee van de zeeman.  Nóg weemoediger klinkt het prachtigste nummer van dit album Burial At Sea, waarin Kiefer zichzelf enkel begeleidt op eenzame banjo.

Het album opent instrumentaal. Spannende sfeervolle geluiden van elektrische gitaar en basgitaar zijn verweven door veldopnamen van - hoe kan het ook anders - de branding van de zee. Ruim 53 minuten later eindigt het met datzelfde klotsende water. Van de twaalf nummers daar tussenin vinden de drie soundscapes hun inspiratie ongetwijfeld bij ambient-projecten als die van Brian Eno en soundscapes als die van Sigur Rós. Meer gecharmeerd ben ik van de negen folky songs die enerzijds een rudimentair sfeertje kennen á la Willy Oldham en anderzijds iets lieflijks en dromerigs hebben van een Damien Rice.

Met deze combinatie van spannende scapes en rootsy getinte songs plaveit dit bijzondere gelegenheidsduo de weg naar het avontuur voor de folkliefhebber voor wie freakfolk tot nu toe hoofdzakelijk aanstellerij betekende. Met dank aan het sympathieke kleine onafhankelijke label Camera Obscura uit Australië dat zich sinds 1996 inzet voor contemporary acid-folk, psych-pop and space-rock.

Henk - waardering 8,5