Josee Koning brengt Lennaert Nijgh in Braziliaans jasje

Op haar eerste Nederlandstalige cd Verdronken Vlinder (Artist & Company) heeft Josee Koning twee grote liefdes verenigd: de Braziliaanse muziek en de teksten van Lennaert Nijgh. De cd bevat vijftien teksten van Nijgh in een bijzondere Braziliaans getinte interpretatie.
Josee Koning is ook live te horen met dit werk van Lennaert Nijgh. Met zanger David Vos toert ze langs de Nederlandse theaters met ‘Vleugels Van Papier’. Koning en Vos zingen het werk van Nijgh ieder vanuit hun eigen visie, maar met een gedeelde passie. Van Testament tot Pastorale, van Liefde van Later tot De Noordzee en van Naast jou tot Zonder jou. Ze worden begeleid door Coen Molenaar (piano, toetsen), Enrique Firpi (slagwerk) en Jeroen Vierdag (basgitaar en contrabas).
Aanstaande donderdag 3 februari staan ze in ‘Kielzog in Hoogezand. Volgende week donderdag 10 februari in het Koningstheater in Den Bosch en een dag later in de schouwburg van Deventer. Zie voor de uitgebreide tourlijst
www.joseekoning.com.

Een artikel in Dagblad Tubantia/Twensche Courant biedt een uitgebreide kijk op de carrière van Josee Koning. Met name de alinea’s over haar relatie met tekstschrijver Lennaert Nijgh, met wie ze ook een aantal jaren getrouwd was, zijn aardig om uit te citeren:

…Josee Koning werd regelmatig uit haar slaap gehouden door zijn geratel op de typemachine. Hij werkte ‘s nachts. Dan vond ze de volgende ochtend de vloer van zijn werkkamer bezaaid met proppen papier. ‘Nee, de teksten die
hij afhad liet hij me nooit lezen. Die gaf hij direct aan Boudewijn de Groot. En dan hoorde Lennaert het wel als het af was, als het op plaat stond. Hij deed er gemakkelijk afstand van. Hij luisterde er verder nooit naar. Als het ei eenmaal was gelegd, als het bij de componist lag, ging hij weer verder met schrijven. Hij ging ook zelden naar concerten van Boudewijn
of Rob de Nijs. Hij moest wel vreselijk lachen om het feit dat op middelbare scholen zijn teksten zo werden uitgeplozen. Hij had het uit z’n mouw geschud.’…

…Van sommige teksten weet ze dat ze over haar gaan. ‘Liefde van Later’ waarmee ze haar nieuwe cd opent, was haar op het lijf geschreven. Het heeft vanaf het begin gevoeld alsof het helemaal het helemaal over haar ging. (…) Maar dat lied was al af voordat ze elkaar in een Haarlemse kroeg de liefde verklaarden. Toen Lennaert ‘Tip van de sluier’ schreef, waren ze nog getrouwd. En toen de cd ‘Een nieuwe herfst’ van Boudewijn de Groot uitkwam, herkende ze tot haar schrik dat ‘De Rover’ over haar ging. Maar toen waren ze al een paar jaar uit elkaar…

…In 1979 trouwden ze. In dat jaar brak ze door met haar hand band Batida. Ze zette Nederland op z’n kop met Braziliaanse muziek. (…) Koning zegt: “Lennaert had helemaal niets met die muziek. Hij ging zelden naar optredens.
Dat leidde hem af. Hij wilde in zijn hoofd bezig zijn met schrijven. Als ik zingend door het huis liep leidde ik hem ook af. Vroeg hij ook altijd of het wat minder kon. Hij was de hele dag bezig zichzelf te verbeteren, zich te overtreffen. Al die hits van vroeger had hij zo uit z’n mouw geschud, hij was bezig hoe hij daar overheen kwam. Toen ik hem voor het eerst ontmoette
wist ik wie hij was. Ik kende zijn werk, al had ik daar geen platen van. Mijn mening daarover is niet veranderd. Wat ik toen vond van die liedjes van hem en Boudewijn, vind ik nog steeds. Prachtige teksten, mooie melodieën,
maar ik hou van rijkere harmonieën.’…

…Het was Antiono Adolfo, een Braziliaanse gastdocent van het Rotterdams conservatorium die vond dat Josee Koning een cd moest opnemen in Rio. Hij deed de suggestie de Brazilianen te laten stoeien met Nederlandse
volksmuziek . Dat resulteerde in de cd‘Recorded in Rio’. Met twee Hollandse klassiekers, een lied van Ramses Shaffy en eentje van Lennaert. Het smaakte naar meer. Vandaar haar laatste cd ‘Verdronken Vlinder’ die ze ook in Brazilië maakte. Ze selecteerde vijftien teksten van Lennaert Nijgh. De meeste bekend van Boudewijn de Groot. Maar ook eentje waarvoor ze zelf de muziek maakte: ‘Zomaar tegen het lijf’. Haar debuut als componist. ‘Toen ik teksten voor de cd zocht, vroeg ik aan mijn moeder of ik het boek ‘Tachtig teksten van Lennaert’ mocht lenen. Die kon ze niet vinden, maar ze had nog wel op zolder een doos met spulletjes van hem. Met mijn trouwjurk er nog
bij. Daar kwamen ook drie gestencildebundeltjes uit met teksten uit de tijd dat we elkaar net kenden.

Toen ik de tekst van ‘Zomaar tegen het lijf’ las, wist ik dat het over onze ontmoeting ging. Ik ben achter de piano gaan zitten en het liedje rolde er zo uit. Boudewijn vond dat ik dat vaker moest doen. Het bundeltje kende hij
trouwens niet. Ik moet het hem nog geven. Wie weet wat er nog uitkomt.’…