Louis Grijp
Lezing over het verzamelen
en bewaren van volksliedjes
Op woensdagavond 28 april geeft Louis Grijp in Leiden een lezing over het verzamelen en bewaren van volksliederen. Grijp overweegt nummers van groepen als Folkcorn te draaien om de verschillende interpretaties van een lied te laten horen.
Prof.dr. Louis Peter Grijp (1954) is hoogleraar in de Nederlandse liedcultuur van heden en verleden aan de Universiteit van Utrecht. Bovendien is hij bijzonder onderzoeker orale cultuur - liedcultuur aan het Meertens Instituut in Amsterdam. Hij is ook artistiek leider van het oude-muziek-ensemble Camerata Trajectina waarin hij luit en soms cither speelt. Camerata Trajectina specialiseert zich in Nederlandse muziek van de Middeleeuwen tot de Gouden Eeuw. Met dat ensemble wil hij overigens het educatieve gehalte niet benadrukken: `We spelen gewoon wat we zelf leuk vinden'.
Grijp is al ruim twintig jaar bezig met het opsporen van verdwenen melodieën bij teksten van eeuwen terug, die wél zijn bewaard. "Vaak hebben we alleen de tekst van het lied", zei hij een kleine twee jaar terug in de NRC. "Als we geluk hebben, staat er een wijsaanduiding bij. Dus: op wijze van…. Dan wordt er naar een ander lied verwezen, en hopelijk hebben we daar de noten wel van. Of er wordt vanuit dát liedje naar wéér een ander liedje verwezen, etcetera. Zo kun je vaak een keten van liedjes reconstrueren, of heel ingewikkelde boomdiagrammen van liedjes die, vanwege de melodie, naar elkaar verwijzen. Dat verschijnsel nioemen we de contrafactuur. Een contrafact is een liedje dat gebaseerd is op een bestaande melodie."
Grijps lezing zal absoluut niet saai zijn. Toen hij begin 2002 bijzonder hoogleraar Nederlandse liedcultuur werd in Utrecht gaf hij zijn oratie bijvoorbeeld de titel meer 'Van Hadewijch tot Hazes', en hij schroomde toen dan ook niet André Hazes te citeren. De volkszanger beschreef het mechanisme van de contrafactuur ooit als volgt: "Ik ben altijd op zoek naar leuke melodietjes. Meestal zit ik in een kroeg en dan hoor ik zo'n liedje. Nee, van die buitenlandse teksten versta ik geen woord. Dat hoeft ook helemaal niet. Het gaat voor mij meer om de melodie, die is het allerbelangrijkste. Dan wil ik het dus meteen hebben. Zeg ik tegen die kroegbaas: joh, geef me dat effe mee. Dan ga ik zo naar huis toe en maak er een tekst bij. Dus niet twee dagen later, maar meteen! Anders is het juiste gevoel weg."
Het Meertens Instituut, waaraan Grijp als onderzoeker is verbonden, bezit een grote verscheidenheid aan collecties op het gebied van het Nederlandse lied: van veldwerkopnamen gemaakt door Ate Doornbosch voor zijn radioprogramma 'Onder de groene linde', recente en eeuwenoude liedboeken, liedschriften, liedblaadjes zoals die door marktzangers op straat werden verkocht, tot een collectie platen en cd's.
Grijp zal tijdens zijn lezing in Leiden ook ingaan op de vraag wat wij in onze eenentwintigste eeuw met al dat oude materiaal aanmoeten? Luisteren we nog naar die oude liedjes, lezen we ze, zingen we ze, stellen we ze beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek in het kader van de literatuur-, muziek- en mentaliteitsgeschiedenis en (historische) antropologie en etnologie?
Deze lezing is onderdeel van een serie over 'immaterieel erfgoed' aan de Universiteit Leiden in het kader van het Studium Generale. De lezingen gaan over tradities, rituelen en dergelijke. Unesco (de VN organisatie voor Onderwijs, wetenschap en Cultuur) heeft al een lijst van gewone unieke monumenten (de werelderfgoedlijst) met daarop bijvoorbeeld Stonehenge, maar nu richt de Unesco zich ook op 'immaterieel erfgoed', als liedjes, gezegdes, gewoontes etc, omdat die anders roemloos dreigt te verdwijnen.
Alles wat in deze serie lezingen aan de orde komt is na te lezen op www.studiumgenerale.leidenuniv.nl/, onder de noemer immaterieel erfgoed. De lezing is in het Lipsiusgebouw, Cleveringaplaats 1, Leiden. Gratis toegang. Aanvang om 18.45 uur, en het duurt tot ongeveer 20.15 uur.
Wie meer over immaterieel erfgoed wil weten en/of UNESCO (de VN organisatie voor Onderwijs, wetenschap en Cultuur) kan terecht bij Laurens van der Zee, UNESCO Centrum Nederland,