Documentaire
De documentaire film ‘No Direction Home' van Martin Scorsese belicht vooral de tot nu toe minder bekende en gedocumenteerde beginjaren van de muzikale carrière van Bob Dylan, tussen 1961 en 1966: een cruciale periode in zijn creatieve ontwikkeling. De documentaire biedt nooit getoonde interviews en archiefbeelden uit die tijd en natuurlijk veel muziek.
Gerrit van den Hoven schreef afgelopen zaterdag over deze documentaire in het Brabants Dagblad ondermeer:
...De belangrijke mensen die wat in hem zagen in de beginperiode komen aan het woord, zoals Dave van Ronk, Maria Muldaur en John Hammond die hem onderbracht bij Columbia. En natuurlijk Dylan zelf die stelt dat een artiest zich nooit op een eindpunt mag bevinden. Het verklaart waarom Dylan zich niet wilde laten inlijven bij de folkbeweging van Pete Seeger en weigerde een spreekbuis te worden van de protestbeweging. Scorcese zet het allemaal bijeen op een wijze die bewondering afdwingt....
Concert
Over het concert dat Dylan vrijdagavond gaf in het Rotterdamse Ahoy lazen we een recensie van Peter Bruyn in ondermeer het Eindhovens Dagblad en het Parool. Hier enkele passages:
...Bij het tweede nummer dat Dylan in de goed gevulde Ahoy zong, keek een echtpaar in de zaal elkaar aan en schoot in de lach. De man en de vrouw hadden er een paar minuten over gedaan om het door de man op het podium schor gekraste en gerochelde lied te herkennen als Tonight I'll be staying here. Het tekende de vocale conditie van de 64-jarige 'Uncle Bob'....
...Tienmaal deed Dylan ons land aan sinds hij eind jaren tachtig aan zijn Never Ending Tour begon. En deze tiende keer was één van de mindere Nederlandse concerten in de eindeloze reeks...
...Bij Bob Dylan zijn geen twee concerten gelijk. Tijdens zijn huidige Europese concerten varieert hij niet alleen dagelijks de setlist, maar voegt hij ook ieder concert minimaal twee songs uit zijn repertoire toe die eerder deze tour nog niet werden gespeeld. In Ahoy' waren dat Tangled up in blue en Chimes of freedom. Tangled up uit 1975, gespeeld in een akoestische versie met contrabas, was het meest geïnspireerde nummer van de avond. Het vuur knetterde nog een beetje door in Down along the cove van het album John Wesley Harding uit 1967, dat er direct op volgde...
...De rest was echter beneden het standaard Dylan-niveau. Dat lag niet aan de degelijke, soms met de moed der wanhoop spelende begeleidingsband, maar vooral aan de vocale conditie van Dylan zelf. Hij blafte Watching the river flow. Hij schraapte een atonaal Lay Lady lay van zijn stembanden. Hij verraste een beetje met het relatief onbekende Blind Willie McTell, maar declameerde vervolgens weer slissend en mat Ballad of a thin Man...
...Zeven kwartier, zestien songs, waarbij de oude Zimmerman slechts tweemaal achter zijn electrische piano vandaan kwam voor een harmonica-solo (gitaarspelen doet hij al sinds 2003 niet meer). Er zijn nog steeds avonden waarop Dylan vleugels krijgt, maar het gebeurt minder en minder. Dat de 'Bobcats' in het publiek nieuwsgierig blijven of een volgende keer die magie er toch weer zal zijn, verraadt dat de 'mythe' Dylan nog immer bestaat...