-door Mirjam Adriaans-
Vorig jaar verscheen de EP Wide World van Sophie Janna (die mooie heldere stem in folkduo The Lasses) al digitaal. Het is een soort dubbel-EP geworden die me gelijk aansprak, allereerst vanwege de mooie luisterliedjes en die zuivere stem, maar ook omdat er speels omgegaan wordt met arrangementen. Op 12 mei presenteert Sophie een fysieke schijf in Paradiso-Noord in Amsterdam, een goed moment dus om haar eens wat vragen te stellen.
Een jaar of tien geleden maakte ik via de mail kennis met Sophie ter Schure. Of we iets wilden plaatsen over een optreden van The Lasses, een nieuw folkduo dat toen regelmatig bij Mulligan's in Amsterdam te zien was. Nou, dat doen we graag, dus volgden er meer mailtjes. Inmiddels hebben de optredens zich uitgebreid naar de rest van het land en zelfs andere continenten en mocht ik al verschillende keren getuige zijn van de prachtige heldere stem van Sophie in combinatie met de mooie alt van Margot.
Toch blijft de muzikale carrière van Sophie zeker niet beperkt tot The Lasses. Haar naam duikt op in combinatie met onder meer Hot Griselda en in 2014 verschijnt het album Laurels. Dat begint met een prachtig a capella As I Roved Out en verder horen we nog tien traditionals met sober gehouden instrumentatie rond haar mooie stem. Het is nog steeds een plaat die de moeite waard is om te beluisteren (via Bandcamp bijvoorbeeld: https://sophiejanna.bandcamp.com/).
Toen ze nauwelijks kon optreden vanwege de pandemie maakte ze wat video's met traditionals en covers van favoriete artiesten en deed ze net zoals vele muzikanten een stel livestreams. Omdat Margot vanwege ziekte lange tijd niet kon meedoen deed ze dat vooral onder haar artiestennaam Sophie Janna samen met Janos Koolen en soms met anderen zoals Kaspar Laval of Camiel Jansen. Ook leende ze haar vocalen nog als gast op het album Song & Dance Man van Eric Devries en bracht ze dus haar EP Wide World uit. Nieuwsgierig naar haar muzikale achtergrond mail ik haar wat vragen:
FF: Wanneer ben je begonnen met muziek maken?
Sophie: Er is mij verteld dat ik altijd al zong, dag en nacht, dat ik als kleuter al zingend over het schoolplein liep met een stoet kinderen achter me aan. Onze hele familie zong en speelde, op feesten, in de kerk, tijdens het wandelen, of tijdens het werk op de boerderij van mijn opa. Mijn oom Frank Hoebe is componist en dirigent en wij zaten praktisch allemaal in zijn koor waardoor we heel veel dezelfde liedjes kenden en die meerstemmig konden zingen. Ik volgde bij hem pianoles en leerde later gitaar spelen van mijn broer Rolf. Mijn jeugdherinneringen zijn muziek, muziek, muziek. Mijn moeder speelt trompet, accordeon, piano en gitaar en zingt ook de hele dag. Ik ben er dus nooit echt mee begonnen, het was er al!
FF: Heb je ooit in een band gespeeld?
Sophie: Vanaf de brugklas mocht ik in de pauze in het muzieklokaal, met wat andere kinderen die veel van muziek hielden: Ilona Oud speelde gitaar, Guido van Swieten piano, en er waren er meerderen die goed konden zingen. Dat waren in zekere zin al bandjes, al zongen we bijna altijd covers, maar toen ik een jaar of 15 was werd ik bij een rockband gevraagd als zangeres. Dat was de eerste keer dat ik probeerde ook zelf liedjes te schrijven. Het klonk echt voor geen meter, ik wist nog niet hoe ik mijn ziel in mijn stem moest leggen. Ik heb wel heel goede herinneringen aan de repetities, onderin een voormalig zwembad, waar je thee moest zetten met een verlopen koffiezetapparaat. Ik hield in die tijd van metal en voelde me helemaal thuis tussen de lange haren en de wijde zwarte kleren. Ik had zelf ook punkhaar, kort en geverfd in felle kleuren. En veiligheidsspelden in mijn oren. Ik voel nog altijd veel affiniteit met mensen die zich zo kleden, voor mijn gevoel laat je daarmee op een bepaalde manier zien dat jij niet een bestaan zoekt van alleen werk, sport en tvkijken. Dat jij je eigen pad wilt lopen.
Hoe dan ook, toen die band ophield te bestaan (mede doordat ik naar Schotland verhuisde) ben ik niet op zoek gegaan naar andere bandleden, maar leerde ik zelf beter gitaar spelen zodat ik in m’n eentje het podium op kon en niet langer compromissen hoefde te sluiten met andere muzikanten. Ik ontdekte de folk en heb toen een hele tijd geen eigen nummers meer gezongen; er was zoveel moois te ontdekken en te zingen in de rijke folktraditie van Schotland, Ierland en Engeland. En dáár kon ik zonder enige moeite mijn complete ziel en zaligheid in kwijt, dat ging me eigenlijk beter af dan in mijn eigen werk. Toen ik weer terugverhuisde naar Nederland werd ik al gauw gevraagd voor een folkband (Bound for the Waves) en voor een samenwerking met het Vlaamse Hot Griselda (voor het album Tinderbox). En daarna richtte ik zelf met Margot Merah The Lasses op. Dat is denk ik mijn volledige bandhistorie, hoewel er tussendoor nog allerlei projecten zijn geweest met andere muzikanten.
FF: Welke instrumenten bespeel je?
Sophie: Op het podium speel ik vooral gitaar en bodhrán. Ik heb ooit eens op het conservatorium een bijvak duimpiano gedaan (mbira), als ik solo speelde nam ik die ook wel eens mee naar optredens. Mijn mbira staat zo onduidelijk gestemd dat je het nauwelijks met een ander instrument kunt combineren. Bij optredens van The Lasses gebruiken we ook een shrutibox en ukelele. Bodhrán ben ik gaan spelen toen de percussionist van Bound for the Waves, Rob Forkner, naar Amerika terugverhuisde. Rob maakt geweldige bodhráns onder de naam Metloef Drums. Toen hij stopte met de band maakte hij er een voor mij zodat we niet op zoek hoefden naar een andere bodhránspeler. Rob speelt echt fantastisch, zijn manier van spelen was een groot voorbeeld voor mij. Ik heb ook veel geleerd van andere Amsterdamse bodhránspelers zoals Erik Kriek en Job Cornelissen, én natuurlijk van Annemarie de Bie - bij haar heb ik jaren geleden een workshop gevolgd tijdens het jaarlijkse Ierse workshopweekend van Artex op Texel.
FF: Welk instrument gebruik je bij het schrijven van je eigen muziek?
Sophie: Heel vaak ontstaat een lied wanneer ik gewoon wat zit te pielen op mijn gitaar, bijvoorbeeld tijdens de soundcheck van een optreden. Maar soms begint het met een tekst of een melodie die in m’n hoofd ontstaat terwijl ik iets anders doe: mijn zoontje naar bed brengen, de was opvouwen, een wandeling maken. Dan maak ik even een notitie of een voicememo en probeer ik tijd vrij te maken om dat later uit te werken. Soms wordt het dan niets, en soms wordt het wel wat, vooral wanneer ik niet lang daarna op een podium moet staan of een sessie heb - dan heb ik een reden om het af te maken en het een keer te spelen om te zien of het wat is! Zonder publiek kan ik niet goed peilen of iets goed is. Tijdens de pandemie kwam er dan ook praktisch niets uit mijn vingers. Zonder die wisselwerking tussen luisteraar en muzikant is het voor mij heel anders spelen.
FF: Wie is je grote muzikale held?
Sophie: Ik noem er een paar, maar eigenlijk is de lijst eindeloos: Karine Polwart, Luka Bloom, David Francey, Anaïs Mitchell, Rachel Sermanni. Eerlijke teksten, simpele begeleiding, weinig poeha. Luka zei ooit eens dat alles wat je speelt en zingt ten dienste moet staan van het lied: het is jouw taak als muzikant om het lied dat je brengt zeggingskracht te geven. Heel technisch of ingewikkeld spelen is misschien boeiend voor een andere muzikant, maar uiteindelijk zijn we allemaal verhalenvertellers: laat dat verhaal dan ook centraal staan. Ik denk dat ik daarom ook zo hou van de nummers die mensen op sessies zingen; dat zijn altijd nummers die veel voor hen betekenen, waar ze al een lange historie mee hebben, en dat voel je. Iedereen die durft te zingen of spelen wat hij of zij voelt is mijn muzikale held!
FF: Wat betekent folkmuziek voor jou?
Sophie: Wat ik ongelofelijk fantastisch vind aan folkmuziek is dat je daarmee in contact staat met al die mensen vóór jou, die diezelfde nummers hebben gespeeld en gezongen. Alle traditionals die er nu nog zijn, zijn door een proces gegaan van schrijven, spelen, onthouden, doorgeven, opnieuw zingen. En elke keer werd er wéér iemand zó door geraakt dat hij of zij het lied óók moest leren zingen. En elke keer veranderde er ook weer iets kleins, waardoor er nu allerlei verschillende versies zijn van diezelfde nummers. Die historie die erin zit, en die troostende werking dat je nu samen zingt met ál die mensen vóór jou. Je gaat op in een soort collectief geheugen. Misschien een beetje zoals wanneer je mediteert en jouw eigen gedachten verdwijnen, dat er niets meer bestaat behalve alles en niets tegelijk.
Doordat er ook zoveel verschillende versies zijn van folkmuziek, het feit dat iedereen er iets persoonlijks in legt, zorgt er ook voor dat er geen goed of fout is. Dat bevalt mij ook ontzettend. Ik hou er niet van wanneer een nootje altijd precies zó moet klinken, of dat de componist heeft vastgelegd wat het tempo moet zijn. Speel het zoals het voor jou op dat moment voelt. Als de toonsoort jou niet ligt, dan doe je het een halfje lager of hoger. Die vrijheid en dat je elkaar dan tóch kunt vinden met allerlei verschillende instrumenten of zangers, dat is toch geweldig? Door de folk heb ik zoveel leuke mensen ontmoet, zoveel mogen reizen, zoveel geleerd, zoveel podia gezien, en dat alles zonder formele muziekopleiding - ik weet niet of dat buiten dit genre ook mogelijk is.
Sophie Janna - Wide World - Revanche Records
Toen er eind vorig jaar weer een lockdown kwam en ik weer niet naar concerten kon luisterde ik veel naar verschillende albums en op een of andere manier zat daar heel veel materiaal tussen uit eigen land. Een van die fraaie platen was van Sophie Janna, dus heb ik die al even aangestipt in een eerdere column (zie hier). Wide World was al even uit, maar toen ik eenmaal ging luisteren raakte ik gelijk geboeid door de tegenstelling tussen de twee delen, die elk vier liedjes bevatten. In totaal zijn het vijf verschillende stukken: een traditional en vier zelfgeschreven nummers met een persoonlijke achtergrond. Ze handelen over liefde, relaties en vriendschap, maar ook het toeren of een bezoek aan een festival gaven inspiratie. Titelnummer Wide World bevat bijvoorbeeld een originele liefdesverklaring:
Won't you stay here
Call this your home
The world is too wide
To travel alone.
Deel A van Wide World heeft subtiel toegevoegde elektriek en samples. Zo hoor je opnames van een rietveld in het titelnummer en elektrische gitaar in Here Now en Nightfall. Dat zijn allemaal bijdragen van Nicholas O'Brien, die in dit deel ook klarinet (Here Now) en drums (Nightfall) speelt. Daarnaast horen we Hannah Jacobs op synths (Wide World) en piano (Starlight) en Joseph O'Keefe op viool (Nightfall). Toch is het geluid nergens heel vol en staan de mooie zuivere stem van Sophie en de inhoud van de vier liedjes die ze zelf schreef centraal. Dat klinkt goed en je hoort de zorg en aandacht die eraan is besteed. Opnames hiervan vonden plaats in Oxford en Parijs.
Deel B is bij Janos Koolen in studio Doornenburg opgenomen en is geheel akoestisch. Dat bevalt me nog meer. Natuurlijk is er opnieuw die fraaie stem van Sophie, maar ook haar gevoelige gitaarspel en de fijne begeleiding van Koolen op mandoline (Nightfall), banjo (Wide World) en klarinet (Laurels) en Kaspar Laval op bouzouki (Starlight) voegen een heerlijk folky gevoel toe. Drie van de vier liedjes van deel A gaan hier op herhaling, zij het in een ander arrangement. Laurels (van het gelijknamige album uit 2014, al heet het daar Green Grow The Laurels) krijgt nu ook een andere uitvoering met een prachtig melancholieke sfeer door de klarinet.
Die verschillende arrangementen geven de liedjes gelijk een heel andere uitstraling. Het meest opvallend is het verschil in de twee uitvoeringen van Nightfall. Met drums en elektriek lijkt het ineens veel donkerder van betekenis te zijn dan in de direct daaropvolgende versie met mandolinetinten, die juist wat nostalgisch uitpakt. Zelfs de zang klinkt anders. De tekst blijft wel hetzelfde, maar het is gelijk duidelijk dat een ander arrangement een liedje een totaal verschillende lading kan geven.
En hoewel ik altijd van mooie akoestische luisterliedjes houd is ook deel A zeker de moeite waard. Juist omdat de begeleiding en de elektriek steeds terughoudend blijven in de uitvoering zijn het nog altijd de stem en de liedjes die centraal staan. En dat levert een heerlijk boeiend tweeluik op, met expressieve liedjes in fraaie arrangementen. In fysieke vorm wordt dat nog wat aantrekkelijker door de mooie, door Sophie zelf gemaakte, linosnede die de hoes siert.
Vervolgens wil ik graag wat meer weten over dit bijzondere mini-album, de muzikanten en de liedjes die erop staan. Gelukkig is Sophie bereid om nog wat vragen te beantwoorden:
FF: De EP bestaat uit twee delen, eentje met (subtiele) elektriek, het andere deel volledig akoestisch en live opgenomen, de opnames vonden plaats in Oxford, Parijs en Doornenburg, hoe is dat tot stand gekomen?
Sophie: Dat heeft voor een groot deel te maken gehad met de pandemie. Ik had het eerste deel opgenomen in Oxford eind 2019 toen ik hoogzwanger was. Ik had toen het gevoel dat ik alles zo snel mogelijk op de plaat moest zetten, omdat ik denk ik onbewust het beeld had meegekregen dat ik als moeder die kans niet meer zou hebben. Jammer genoeg kreeg ik daar in Oxford een keelontsteking en klonk mijn stem niet zoals ik wilde. Maar in de zomer van 2020, toen alles nog stil lag en ik met de baby thuis zat, bleken de mensen met wie ik in Oxford gewerkt had in Parijs te zijn. Ik ben toen met man en baby naar Parijs gegaan om nieuwe opnames van mijn stem te maken. Het hielp dat we daar bij vrienden logeerden die het geen enkel punt vonden om zich (ook) met ons zoontje bezig te houden!
Toen ik eigenlijk al bezig was met het proces van ontwerp, distributie en dat soort zaken, merkte ik dat de nummers op de EP wel heel anders klonken dan hoe ik ze live speelde. En daardoor wilde ik ook heel graag nog een liveversie op de plaat zetten. Ik hoefde natuurlijk geen twee keer na te denk over wie ik daarvoor zou vragen. Met The Lasses hadden we voor onze plaat Undone ongelofelijk fijn samengewerkt met Janos Koolen. Ik hou zelf van muziek die spréékt en die niet volledig gladgestreken is. Janos is daar een meester in (al kan hij dat andere vast ook - maar hij snapt wat ik bedoel als ik zoiets zeg). Ook had ik eind 2020 door omstandigheden ineens heel veel met Janos live gespeeld, dus het was een eitje om daarna samen die nummers op te nemen in zijn studio. Voor Starlight vroeg ik er Kaspar Laval bij. Ik werkte met Kaspar samen voor het album Tinderbox uit 2011 (met Hot Griselda) en in de jaren daarna bleef ik af en toe met hem samen spelen op sessies. Daardoor was ook hij goed bekend met mijn nummers. Hij had van Starlight zo’n mooie versie gesmeed dat ik die heel graag ook op de plaat wilde vastleggen.
FF: Kun je iets vertellen over de muzikanten die meespelen, hoe heb je ze leren kennen en hoe vond je het om met hen samen te werken?
Sophie: In 2007 ontdekte ik Mulligans, een Ierse pub aan de Amstel in Amsterdam. In Mulligans komen al sinds jaar en dag muzikanten die van Ierse en Schotse folk houden, uit binnen- en buitenland. Daar ontmoette ik in 2012 Nicholas O’Brien, die op dat moment een rondreis door Europa maakte waarbij hij overal muzikanten filmde. Hij is muzikant / producer / organisator / bandleider van allerlei fantastische projecten en zijn manier van werken sprak mij enorm aan: ongepland, associatief, en boven alles sensitief, de ruimte gevend aan alles wat je hoort, vooral niet alles proberen vol te zetten. Ik werkte met hem samen voor mijn solo-album Laurels en we zijn altijd vrienden en bewonderaars van elkaars werk gebleven.
Eigenlijk heb ik praktisch iedereen met wie ik samenwerk in Mulligans ontmoet. Janos Koolen en Kaspar Laval waren vaste gasten op de zondagavondsessie, en op die manier had ik al vaak met ze samengespeeld. Op zo’n sessie merk je vanzelf met wie het muzikaal gezien klikt en met wie niet. Hannah Jacobs en Joseph O’Keefe ontmoette ik in Engeland bij andere projecten van Nicholas. Ook zij zijn muzikaal gezien opgegroeid op sessies én spelen in allerlei geweldige projecten, waardoor ik wist dat ze zonder problemen zelf melodielijnen en arrangementen bedenken. Ik hou ervan als ik weet dat ik mensen vrij kan laten in wat ze willen spelen; ik denk ook eigenlijk dat mensen dan de mooiste dingen maken. Met deze vijf muzikanten - en eigenlijk met iedereen met wie ik graag samenspeel - weet je zeker dat ze én geweldige dingen kunnen bedenken en toevoegen, én dat ze er dan alsnog voor open staan om iets anders te proberen als ik er toch niet helemaal blij mee ben. Ik vind deze mensen stuk voor stuk fantastische componisten en muzikanten en ik ben ongelofelijk blij met hoe ze mijn nummers hebben opgepakt en versterkt. Echt magisch dat iets wat ik heb geschreven op die manier kan groeien naar iets wat niet meer alleen van mij is, maar van iedereen met wie ik speel (en misschien ook wel van iedereen die het hoort).
FF: Nightfall werd geschreven in Austin, Texas, kun je vertellen over hoe je op dat nummer kwam?
Sophie: Ha, dat is een verhaal dat ik ook graag op het podium vertel. Of nou ja, ik vertel altijd maar kleine stukjes van het hele verhaal. Het is een soort dagboekfragment uit die week die ik in Austin doorbracht, bij een vriend wiens fiets ik mocht lenen - een fiets zonder licht en zonder slot, zodat ik voor het donker thuis moest zijn én nergens even naar binnen kon gaan. Gelukkig was dat trouwens helemaal niet zo’n ramp - het is daar fantastisch fietsen langs de rivier, en er staan overal foodtrucks met de heerlijkste taco’s en koffie… Het enige jammere vond ik dat ik de dinosaurusskeletten niet kon zien in het Texas Memorial Museum, want daar kon ik natuurlijk niet met fiets en al naar binnen. Tijdens al dat fietsen dacht ik na over alles wat die week verder gebeurde en toen kwam dat nummer vanzelf.
FF: De traditional Laurels nam je al eerder op op het gelijknamige album en het is een favoriet nummer uit je samenwerking met Janos Koolen (ik vind zijn klarinet heerlijk passen in het nummer), weet je nog hoe je het nummer hebt leren kennen?
Sophie: Toen ik in Schotland verliefd werd op de folk, was ik daar eigenlijk om te studeren: ik zat er met een Erasmusbeurs voor mijn studie Taalwetenschappen. Terug in Nederland ontdekte ik dat mijn docent Jan de Jong ook een groot folkliefhebber was en hij gaf me een grote tas met albums te leen, waaronder de volledige collectie Sandy Denny. Dat is waar ik dat nummer voor het eerst hoorde. Ik heb het zelf leren spelen toen ik volledig in de put zat en ik eigenlijk niets kon doen dan gitaarspelen - muziek is voor mij altijd een manier geweest om emoties te verwerken. Ik speelde het daarna nauwelijks meer, behalve wanneer David van Boxin’ the Vox erom vroeg bij een sessie, het was zijn favoriete nummer van mijn album Laurels. Toen Janos kwam invallen voor Margot bij The Lasses moesten we snel iets anders bedenken voor de nummers die Margot normaal gesproken deed. Zij viel plotseling uit en we hadden datzelfde weekend nog optredens staan, dus we wilden focussen op nummers die ik al speelde. Zo kwam Laurels op de setlijst en op het podium bleek het fantastisch te werken met Janos op de klarinet. Zodoende wilde ik die heel graag in deze versie ook op de plaat zetten.
Op donderdag 12 mei 2022 presenteert Sophie Janna de EP Wide World in Paradiso-Noord in Amsterdam. Dit doet ze samen met toetsenist Jarno van Es en multi-instrumentalist Janos Koolen.
Aanvang 20:00
Locatie Tolhuistuin, IJpromenade 2 in de Tuinzaal
Entree €15,- (incl. daglidmaatschap en servicekosten)
Reserveren kan via de website van Paradiso: https://www.paradiso.nl/en/program/sophie-janna/93481/.
Website Sophie Janna: https://www.sophiejanna.nl/