laîs lenski
Laïs Lenski - Laïs Lenski - Bang! Music

Bonustracks zijn wat mij betreft een overbodige uitvinding. En helemaal als er 7 minuten stilte moet zitten tussen het laatste nummer en de zogenaamde bonus, het zal me altijd een raadsel blijven wat muzikanten ermee willen bereiken, en als het hier niet om de vorm zou gaan zou ik zeker een punt van de waardering aftrekken. Zo, dat gezegd hebbende kan ik  ingaan op de inhoud van de cd Laïs Lenski, die verder wonderschone zang en vernuftige hoogstandjes met cello bevat. Het album is het resultaat van de samenwerking van damestrio Laïs met Simon Lenski, cellist van de avantgardistische rockband Die Anarchistische Abendunterhaltung (DAAU).

In een interview vertelde Annelies Brosens dat ze gewoon één interessant album wilden maken, en dat doel lijkt me meer dan gehaald. Laïs Lenski is niet gemakkelijk onder een noemer te vangen, het klinkt donker en licht, ingetogen en bombastisch, subtiel en zinderend in diverse combinaties. Natuurlijk is er de bekende hemelse samenzang van de drie dames, maar die wordt in All That Is My Own (Nico, van de lp Desertshore uit 1970, Nathalie Delcroix bracht hem eens mee naar een repetitie) al een stuk aardser. De klanken die Simon Lenski daarbij uit zijn cello tovert zijn ook al niet bevorderend voor de gemoedsrust, let hier eens op de trillend nerveuze intro. Hij gebruikt de techniek om effecten te bereiken die je akoestisch niet voor elkaar krijgt, en dat levert een nogal onalledaags, maar bijzonder boeiend geluid op. Hij schreef Desesperé, maakte er stemarrangementen voor de dames bij en haalde na de opnamen alles weer door elkaar, gooide effecten door de zang en zette er thuis een cello onder. Hoe het als gewoon lied klinkt is pas te horen als je die eerder vermelde 7 minuten wacht na het laatste nummer (of doorspoelt naar 8:57). Dat experimentele is overigens niet het algemene beeld van de plaat, de twee nummers van Sjostakovitsj klinken bijvoorbeeld juist plechtig, haast religieus. In The Cuckoo's Cry is de samenzang al ondergeschikt en de helderhoge solostem van Annelies Brosens vervult zelfs de hoofdrol in het indrukwekkende I Tell My Beloved. Aan a capella afsluiter Didn't Leave Nobody But The Baby (bij velen bekend als Go To Sleep You Little Baby uit de soundtrack van O Brother, Where Art Thou?) geven ze een heerlijk klein country gevoel, het is al snel een van mijn favorieten op deze cd. Jorunn Bauweraerts schreef voor het vorige album, The Ladies' Second Song, al een paar nummers, ook nu laat ze van zich horen. Met de melodie en het stemarrangement van Blind Boy (de tekst komt uit een oud Engels boekje) en met Requiem, waarin ze haar emoties uit over het plotselinge overlijden van haar vader vorig jaar, op muziek van Simon Lenski. Haar zang klinkt breekbaar in een engelachtige achtergrond, ze geeft het verdriet en het ongeloof een stem, maar ziet ook zijn licht nog schijnen. Gunter is er niet meer, maar hij zou trots mogen zijn op dit treffend gevoelige muzikale eerbetoon van zijn dochter.

Dat Laïs graag eens wat anders wil dan de bekende meerstemmige middeleeuwse liedjes lieten de dames al horen op The Ladies' Second Song. Toen klonken ze echter nog behoorlijk vertrouwd, en ik denk dat ze met deze plaat eerder oude fans zullen afschrikken dan met de vorige. Nu komt er meer spanning aan de oppervlakte, Laïs Lenski is een stuk experimenteler en zal door heel wat mensen niet eens meer als folk bestempeld worden. Het is meer een plaat voor de nieuwsgierige liefhebber, die de combinatie van aards hemelse stemmen met een kunstig staaltje cello-techniek zeker zal weten te waarderen.

Mirjam Adriaans, waardering 9

Laïs Lenski verschijnt op 16 maart 2009, op  donderdag 16 april is er een cd-presentatie in het Zuiderpershuis te Antwerpen (B). Op zondagmiddag 22 maart 2009 speelt Laïs met SImon Lenski in het Amsterdamse Paradiso.

Zie ook: www.lais.be.