Al meer dan dertig jaar zwerft de Friese troubadour Ernst Langhout rond in ons nationale muziekwereldje. Hij debuteerde met Ierse folk in de folkgroep Haggis waarmee in 1977 een eerste elpee werd opgenomen. Internationaal succes had hij in de jaren '80 met het new wave-achtige The Visitor waarmee hij verschillende malen achter het, toen nog, IJzeren Gordijn optrad.
Vanaf de jaren '90 is Langhout weer actief als singer-songwriter. Zijn album The eye of the cyclone uit 1992 schaart zich rustig onder de beste folkalbums die ooit in Nederland gemaakt zijn. Helaas kreeg het album door een ongelukkige samenloop van omstandigheden (platenmaatschappij failliet, gebrekkige distributie) nooit de aandacht die het album gezien de kwaliteiten verdient.
Met Johan Keus maakte Ernst Langhout enige jaren geleden twee succesvolle albums met Dylan-liederen in het Fries. Met het programma Dylan yn it Frysk trad het duo veelvuldig op, in Friesland maar ook in de rest van Nederland.
Nu is hij samen met Johan Keus terug bij de oorsprong, de Ierse folk. Op het alum The Irish Kitchen Table Tapes leven de beide heren, bijgestaan door een drietal violisten, zich uit op het repertoire wat we vooral van The Dubliners en The Furey Brothers kennen. Er staat dus heel wat (over)bekend materiaal op het album wat mij in eerste instantie de wenkbrauwen deed fronsen. Want laten we eerlijk zijn, zit iemand nog te wachten op de zoveelste versie van Whiskey in the jar, Tell me ma en The town I loved so well?
Ernst Langhout en Johan Keus doen de versies van Dubliners e.d. niet vergeten, maar weten wel een eigen draai aan de liederen te geven. Dit is vooral de verdienste van multi-instrumentalist Keus die instrumentaal nogal eens afwijkt van de bekende paden. Zo gebruikt hij rustig een Afrikaanse djembé in plaats van de meer voor de hand liggende bodhran. De ritmische accenten komen daardoor net iets anders te liggen. Het stemgeluid van Ernst Langhout is uit duizenden te herkennen en hij kan uitermate goed uit de voeten met het melodramatische aspect dat veel Ierse folksongs kenmerkt. Voor The town I loved so well komt hij bijna adem te kort, maar Peggy Seegers' Lifeboat Mona (onvergetelijk in de uitvoering van Luke Kelly) klinkt precies goed.
Er is nogal wat instrumentaal werk op het album te vinden. Opmerkelijk is het feit dat Langhout op die nummers geen rol speelt. Johan Keus doet het samen met een van de gecontacteerde violisten: Peter Zylstra (Fling), Hans Battenberg (Sandy Denny-project) en de mij onbekende Finn Möricke.
De opnamen zijn gemaakt in de keuken van Ernst op de boerderij in het Friese Gauw, vandaar de titel. De opnamen zijn daardoor wat ruw, maar dat komt de sfeer van het album ten goede. Op het hoesje kun je zien, wat er verder op tafel stond. De kelen waren waarschijnlijk goed gesmeerd en de stemming daardoor opperbest. The Irish Kitchen Table Tapes herbergt geen wereldschokkende versies maar laat een duo horen dat zich met hoorbaar speelplezier aan dit repertoire waagt. Het album zal het vooral moeten hebben van de mensen die na een concert van dit duo thuis nog eens na willen genieten, met of zonder een glas in de hand.
Assie Aukes - waardering: 7