Jim Moray - Low Culture - NIAG NIBL007
Als 21-jarige folkmuzikant schokte Jim Moray een paar jaar geleden het Britse folkestablishment met ingrijpende elektronische modernisering op zijn debuutalbum Sweet England. Maar de open minded luisteraar viel voor zijn even ingenieuze als fijngevoelige laptop-restyling van oude folksongs, met onder de huid kruipend spel op elektrische gitaar. Na zijn tweede iets minder experimentele album werd hij al meer erkend als groot folktalent. Nu hij op zijn 26ste nog meer evenwicht heeft gevonden tussen experiment en traditie en dat op ‘Low Culture' ijzersterk heeft vastgelegd, komt hij ongetwijfeld in aanmerking voor meerdere Britse Folk Awards.
Programming, synthetische beats en rap gaan op dit album hand in hand met traditioneel instrumentarium als (zelfgebouwde) duimpiano, kora, draailier, accordeon, fiddle, doedelzak en mandoline. Soms doet de sound denken aan die van ‘The Imagined Village', en als er een brass-sectie opduikt is Bellowhead niet ver weg. Het album is bijzonder gevarieerd. De tien nummers gaan van hiphop tot morrisdans. Het is onmiskenbaar een 21ste eeuws product, maar elke nummer ademt iets van de Britse folktraditie. En elke song is bezield gezongen. Morays stem groeit uit tot een melange van John Tams, Jon Boden en George Michael.
Moray werkt globaal genomen drie kanten op:
- hij laat oeroude songs eigentijds klinken met behulp van de modernste technieken
- rocknummers transformeert hij in folk
- aan traditionals voegt hij subtiel een licht-moderne touche toe.
Een traditional als ‘Rufford Park Poachers'- eerste opname op een wax-cylinder van Joseph Taylor stamt uit 1906 - gaat in Moray's aanpak van een kromhoorn-achtige intro naar een vol georkestreerde sound rondom een draailier die herinneringen oproept aan de monumentale folkrock-achtige aanpak van Malicorne op het album ‘Les Cathédrales de l'Industry' uit 1987. En de traditionele murderballad Lucy Wan (broer vermoordt zus die in verwachting van hem is) klinkt nu als een indrukwekkende mysterieuze alternatieve rap met inbreng van electronische beats, rock-drums en de Brits/Ghanese rapper Bubbz. Luister hier.
Maar andersom restylet Moray evengoed de XTC's popklassieker ‘All You Pretty Girls' in een pakkende morris-achtige oude sea-shanty (een fragment), met in het koor o.a. de folkstemmen van Tim Van Eyken, James Fagan, Nancy Kerr en Jim Causley. De clip die in '84 door XTC werd gemaakt (inclusief beelden op een oud schip van een concertinaspeler, zie hier) moeten Moray geïnspireerd hebben.
En wat betreft traditionals die hij nagenoeg in tact laat is er een frappant voorbeeld in de vorm van ‘Three Black Feathers'. Je zou zweren dat het een traditional is, maar deze song blijkt van zeer recente datum. Schrijver is de jonge folkzangeres/violiste Bella Hardy die het vorig jaar op haar debuutalbum Night Visiting (Noe Records) plaatste. ‘Three Black Feathers' werd tijdens de BBC Radio 2 Folk Awards genomineerd als ‘Best Original Song'. Bella Hardy moest het daarbij nipt afleggen tegen Martin Simpson (Never Any Good). Dat ze ook nog moest concurreren met Kate Rusby (Bitter Boy) en Richard Thompson (Dad's Gonna Kill Me), zegt iets over de kwaliteit van haar song, die je nu al kunt beschouwen als ‘folkklassieker'. Moray onderkent dat en legt het hier gevoelvol vast met bezielde zang, een twinkelende mandoline en een stringquartet-achtig intermezzo. Luister hier naar Hardy's versie, en hier naar een fragment van de interpretatie van Moray.
Mocht het nog niet duidelijk zijn, met Low Culture heeft Moray zich zonder enige twijfeld defintief geschaard tussen de grote vernieuwers die de Britse folk op het moment rijk is. Denk aan Eliza Carthy, Jon Boden, Rachel Unthank & The Winterset en ‘The Imagined Village'. Voor mij dingt hij mee naar ‘het folkalbum' van het jaar.
Henk - Waardering 9,5