-door Mirjam Adriaans, foto’s Ronald Rietman-
De zon schijnt, het is niet te warm en langzamerhand druppelt het publiek binnen bij Noordfolk. Naar schatting zo’n 300 bezoekers weten de weg te vinden naar het festival in Veenhuizen dat doet denken aan een knus buurtfeest. De muziek blijkt van hoge kwaliteit; Mischa Macpherson Trio verrast, Ygdrassil is sterk en The Young Folk toont zijn akoestische kracht.
Het sfeervolle terrein van Coco Maria (de voormalige Veenhuizer Stoomhoeve) was al twee keer eerder een uitstekende locatie gebleken voor het Noordfolk zomerfestival en in combinatie met de stralende zonneschijn en aangename temperatuur biedt het deze keer de aanblik van een knus en gezellig buurtfeest, waar de mensen elkaar buiten op het pleintje ontmoeten en een glaasje heffen. Het publiek komt binnen met de warme klanken van Auke Eringa en Martijn Versteegh op respectievelijk accordeon en klarinet of fluit. Een scottisch is voor de mannen geen probleem, al vormen de keien in de ondergrond niet echt een ideale dansvloer en komt het merendeel van de bezoekers vooral om te luisteren.
Naar de oude (en nieuwere) liedjes van Elly en Rikkert bijvoorbeeld, die de hippietijd even doen herleven en waar drie prachtige kuikentjes een paar liedjes mogen meedansen.
Of naar de verhalen die Remmy van der Woude vertelt in de Pipowagen, die afgelopen winter gerestaureerd werd door Hein Moes op wiens terrein dit mooie festival plaatsvindt. Ik pik het staartje mee van een verhaal en raak ontroerd door de ontmoeting die de schrijfster had met een oude Chinese man die haar een parel geeft, die eigenlijk een traan blijkt te zijn. Het is in het Engels, omdat dat de taal is die ze toen in dat gesprek gebruikte, maar ook in het Nederlands weet ze haar weg te vinden, zo blijkt uit de gedichten die ze later in het koetsiershuis voordraagt.
Uit Groningen is er Henk Scholte, die een prachtig verhaal heeft over de Fiat acht en een half, waar zijn band Törf in paste, maar die toch eens de geest gaf, hij maakte een mooi in memoriam over wat ze met die auto beleefd hebben.
Natuurlijk is ook terplekkepoëet Egbert Hovenkamp II aanwezig, hij is de huisdichter van het festival, doet hier en daar zijn voordrachten en sluit de dag net als bij de vorige edities van Noordfolk af met een vers over wat hij deze keer zag en meemaakte.
En opnieuw luistert de Vogelvrouw op stelten het evenement op met haar kleurige vleugels.
Hein Moes laat her en der met plezier horen wat hij kan met zijn accordeon (en iPod).
Maar behalve een goede sfeer is er ook nog muziek en die blijkt over het geheel genomen van hoge kwaliteit. Allereerst is er een primeur, met het duo Bert Ridderbos (gitaar) en Erik de Jong op accordeon. Zij hebben wel vaker samengespeeld in andere formaties, maar niet als duo. Een paar lekkere jigs en reels brengen de stemming voor het festival er goed in.
Het Mischa Macpherson Trio uit Schotland verrast met een fris geluid in de traditionele folk. Het regende prijzen voor deze jonge groep vorig jaar: de BBC Radio 2 Young Folk Award, Gaelic Singer of the Year bij de Scots Trad Music Awards en ze wonnen de open podium-competitie van Celtic Connections. Het noordwesten van Schotland heeft een prachtige muzikale traditie, zo bewees bijvoorbeeld Capercaillie jaren terug al, en laat nou ook Macpherson daar vandaan komen, om precies te zijn van het eiland Lewis in de Buiten-Hebriden. Macpherson heeft een fijne zachte, maar toch heldere stem, neemt af en toe de harp ter hand en wordt daarnaast begeleid door Innes White, die zorgt voor sterke ritmes op gitaar, en Ali Levack, een prima ondersteuning op fluiten of doedelzak, niet de snerpende highland pipes, maar de zachtere border pipes die net als de Ierse uillean pipes met de elleboog bediend worden. De teksten zijn in het Gaelic (behalve die van In London Town), maar de uitleg leert veel, bijvoorbeeld dat Schotten graag een liefdeslied maken voor hun boot, of voor aardappelen. In het noordwesten zijn de blije wiegeliedjes zonder kommer en kwel op een hand te tellen en Lewis is ‘the best place to visit in Scotland’. Ondertussen zorgt het trio voor een dermate sterk optreden met veel liedjes (met een nummer mag meegezongen worden en dat wordt volop gedaan, de Gaelic tekst blijkt best wel gemakkelijk), en een stel heerlijke instrumentalen dat er een staande ovatie volgt en een toegift. Hoewel ze eigenlijk de toegestane tijd overschrijden komt het de organisatie wel goed uit, de catering blijkt ietwat aan de late kant (en de Mexicaanse maaltijd blijkt het wachten wel waard).
Net op tijd ben ik in de schuur waar Otto Groote speelt. Zijn warme stem en liedjes in het Platduits spreken me sowieso al aan, maar op dat moment schuiven Linde Nijland en Bert Ridderbos aan om twee nummers mee te doen. Van eentje heeft Linde de tekst bij het soundchecken in het Nederlands vertaald, Dieper Dan De Zee / Tiefer als das Meer klinkt het, om beurten, tegelijk in de eigen taal of samen in die van de ander. En Deunen en Dreumen kennen we van de cd Winterliederen die Nijland met Henk Scholte maakte (en van een oudere elpee van Törf), Groote maakte er een vertaling van voor zijn plaat De Anner Steerns An D' Heven (2009). Ridderbos ondersteunt zachtjes op gitaar.
Eerder op de dag zag ik hier ook een deel van het optreden van Hans van der Lijke, hij praat veel, maar zingt ook liedjes, in het Gronings, al schijnt hij daar dan weer niet geboren te zijn. Zolang hij zijn hoed opheeft neemt hij zichzelf niet al te serieus, zo laat hij weten en tovert met zijn woorden een glimlach op diverse gezichten.
Het eerste reünieconcert van Ygdrassil twee weken geleden op Parkfest was magisch, en het bijzondere gevoel van dat eerste officiële optreden in zo’n acht jaar is er nu niet, maar opnieuw weten Linde Nijland, Annemarieke Coenders en Bert Ridderbos met verve te overtuigen, technisch gezien zijn ze misschien zelfs beter dan toen. En dat nog wel met de tegenslag van monitoren die verkeerd staan zodat Annemarieke Coenders zichzelf niet hoort, iets dat tijd kost waardoor helaas een nummer minder gespeeld kan worden. De set is overigens nagenoeg hetzelfde als die van twee weken geleden, Coenders vergist zich heel even in de tekst van In A Lonesome Town, maar maakt dat gelijk goed met een sterke uitvoering van Months Gone, Passed. De staande ovatie is wederom welverdiend. Het derde reünieconcert in Zaandam op 27 september wordt wel anders dan de twee die nu geweest zijn, de dames zijn van plan om voor dat optreden een nieuwe setlist te maken en andere nummers in te studeren, welke dat zijn is nog een verrassing.
Als het langzamerhand koud begint te worden buiten zorgt The Young Folk ervoor dat de luisteraars in de tent warm worden van hun prachtige samenzang. Slechts gewapend met gitaar, melodica, mandoline en drie stemmen weten ze het publiek mee te slepen in de verhalen van vooral veel nieuwe liedjes. Sommige hoorden we al in een banduitvoering op Parkfest, maar komen akoestisch nog beter tot hun recht, zoals Sherwood Anderson, met het kenmerkende scherpe stemgeluid van Anthony Furey. Maar ook de leadzang van Paul Butler komt in triobezetting mooier uit de verf, hij heeft een fijn hees geluid dat ook in een rockband niet zou misstaan. Tony McLoughlin vult enkel aan, met stem en mandoline. De krachtige samenzang overtuigt met gemak en als tenslotte Way Down South wordt gespeeld hebben de luisteraars er nog lang niet genoeg van. De derde staande ovatie van de dag is een feit en de mannen worden bereid gevonden om nog een toegift te doen. Dat wordt voor mij het hoogtepunt van het festival, onder begeleiding van enkel gitaar wordt onversterkt Olivia Leaves gezongen. Een fijn gevoelig triest lied, waar zoveel emotie in zit dat het vanzelf ontroert en nog maar een daverend applaus oplevert.
Als uitsmijter blijkt de Barker Band een goede keuze, al loopt de tent tijdens dit optreden flink leeg. Het is dan ook wel even heel wat anders wat we voorgeschoteld krijgen, vrolijk, stevig, met banjo, mandoline en drums, de viool komt niet helemaal uit de verf in de balans. Op de eerste editie van Noordfolk waren ze ook te gast, en met heel veel lol waren ze ook toen een goede afsluiter. Vijf jaar later blijkt het gezelschap rond de tweelingbroers Sam en Jake Barker met een fijne zangeres in Nella Johnson muzikaal gegroeid te zijn en ze krijgen nog een paar mensen aan het dansen met hun bluesy folkrock met hier en daar een vleug bluegrass.
Hein Moes toont zich een tevreden man bij zijn afscheidswoord, het is een mooie dag geweest en hij ziet het wel zitten om dit volgend jaar te herhalen. Een inmiddels vermoeide Bert Ridderbos houdt het op een jaartje of twee. Hoe dan ook, Noordfolk verdient een vast plekje op de folkkaart.