-door Assie Aukes foto's: Luk Dombrecht-
Rondlopen op festivals betekent altijd dat er keuzes gemaakt moeten worden. Het gevolg is natuurlijk dat er dilemma's ontstaan. Welk concert gaan we beluisteren? Moeilijk wanneer twee of drie concerten op hetzelfde tijdstip beginnen.
Voor de kleine tenten moet je ruim op tijd aanwezig zijn, zodat een deel van een ander concert weer wegvalt. En er moeten ondertussen gegeten worden en ook de sociale contacten dienen onderhouden te worden. Veel mensen hier zien we maar eenmaal per jaar, nietwaar?
De keuze voor het kleine Folk Off-Stage was vrijdagavond een schot in de roos bij het concert van Chitty Chitty Bang Bang. Op zaterdag lukte het minder. Jeanette was alleen aanwezig bij A Sweet Journeymans Tale. Richard Thompson kon haar niet tot het einde bekoren. Mij wel. Richard Thompson zal zeker wel een keer of vier eerder op Dranouter gestaan hebben. De liefhebbers staan immer klaar voor deze reus van de Britse folk-rock. Hij had zich het gemakkelijk kunnen maken en zijn laatste album, Acoustic Classics, integraal kunnen uitvoeren. Dat deed hij niet, maar veel nummers waren inderdaad ook op dat recente album te vinden. Thompson is niet een man van veel woorden. Hij laat graag zijn liederen horen en daarbij zijn gitaar voor zich spreken. In zijn karakteristieke houding met de gitaar in aanslag staat hij daar als een sfinx achter de microfoonstandaard. Zijn gitaarspel is bij tijd en wijle onnavolgbaar, zoals in Valerie, maar meer nog in 1952 Vincent Black Lighting, nog immer een publieksfavoriet. Johnny's far away (van het album Sweet Warrior uit 2007) klinkt als een stokoude seashanty, alleen de tekst doet vermoeden dat het lied recent is. Thompson bespeelt op stuwende wijze zijn gitaar en zingt het lied uit volle borst alsof hij persoonlijk de ankers aan het hijsen is. Het publiek smult. Ook een gloednieuw nummer, nog zonder titel, over de Eerste Wereldoorlog mag op veel bijval rekenen. Logisch in een tent vol met West-Vlamingen. I feel so good besluit dit prima concert.
Eerder die middag waren daar de Finse dames van Kardemimmit die een verrassend concert in de clubtent gaven. De naam van de groep is een samenvoeging van kruid en meisje, dus zoiets als de Finse benaming voor de Spice Girls. Muzikaal had het viertal echter niet veel raakvlakken met deze Britse dames. Mooie, haast liefelijke klanken ontloken de vier schuchtere vrouwen aan hét traditionele instrument van Finland, de kantele. Dit snaarinstrument en de zachte stemmen vormen de basis van het optreden. Maar pas op, de dames kunnen vocaal net zo te keer gaan als bijvoorbeeld hun collega's van Värttinä. De karakteristieke scherpe vierstemmige zang gaat je dan door merg en been. De grote, 38-snarige kantele zorgt voor een stevige begeleiding. Het leek soms alsof er synthetische basloops aan het geluid was toegevoegd, maar een van de dames, Maija Pokela, bezwoer me na afloop van het concert dat dit echt niet het geval was. Een verrassend concert van deze vriendelijke Finnen.
In de Palace speelde 's middag de Ierse singer-songwriter Damien Dempsey. De man schijnt in Ierland net zo populair te zijn als U2. De man had van zijn Dranouter optreden waarschijnlijk meer verwacht. Echt aandachtig was het publiek in de Palace niet, er werd behoorlijk door het concert heen gekletst. Een plaats in de clubtent was beter geweest voor de man die zeker kwaliteiten heeft. Ook het Ierse G'wan uit de buurt van Cork speelde even later in de Palace. De muziek van deze energieke band sloeg wel aan, maar na drie instrumentale sets van jigs en reels hield ik het voor gezien. In een propvolle Kayam zong iedereen uit volle borst dat Flip Kowlier aan de drank was. Dat kan, zeker weet ik het niet. Wat ik wel zeker weet is dat Lucky Fonz III de harten van vele Vlamingen gestolen heeft met een ontwapenend optreden en een gulle lach in de Nekka-tent. In zijn Ik heb een meisje werd hij zowaar terzijde gestaan door niemand minder dan Fay Lovsky. Jammer dat deze tent ook veel te klein was voor alle belangstellenden. Wel een prima initiatief trouwens, deze Nekka-tent. Een groot aantal winnaars en finalisten van De Kleine Omloop gaf acte de présence en liet het publiek genieten van fris Nederlandstalig repertoire. Zo zag ik zondagavond op de valreep nog het staartje van het optreden van Stoomboot (alias Niels Boutsen) die met veel charisma en humor zijn set afsloot. Tekstueel zit hij tussen de voorgenoemde Lucky Fonz en Spinvis in. Een aantal winnaars zijn de komende tijd nog regelmatig in Vlaanderen te beluisteren.
James Blunt sloot wat ons betreft de zaterdagavond af in de Kayam. Vanaf het tweede nummer, de hit Wiseman, ging het los. Dat zal wel geduurd hebben tot die andere grote hit van weleer You're beautiful, maar dat hebben we niet meer meegemaakt. Daarvoor vonden we het optreden, dat sterk deed denken aan de shows die de Ier Chris de Burgh in de jaren '80 gaf, toch iets te glad. Meezingen, meezwaaien, u kent het wel.
Zondag was de slijtageslag, zoveel interessante concerten waren er gepland. We starten en eindigden die dag in de Kayam (Hannolore Bedert en Laïs) en vertoefden verder in de clubtent met uitstapjes naar de Palace voor Flanders Etno (Jeanette) en Marjan Debaene. In de clubtent maakte het optreden van Coope, Boyes & Simpson veel emoties los met hun liederen over de Eerste Wereldoorlog en borduurde A la Rum voort waar de groep 35 jaar was gestopt (zie verslag I). Le vent du Nord uit het Canadese Quebec liet de clubtent dansen, klappen en swingen tot op de laatste banken. Uniek is hun muziek niet, we hoorden al eerder La Bottine Souriante en Mes souliers sont rouges, maar aanstekelijk is het wel, deze opwindende klanken van viool, draailier, trekharmonica met die immer doordreunende voetpercussie. Zelfs festivaldirecteur Bavo vander Broecke stond op een gegeven moment behoorlijk uit zijn dak te gaan. Een teken dat het goed zat met deze jubileumeditie.
Ook Laïs had een jubileum te vieren. Het damestrio was precies half zo oud als het festival. Het verpletterende debuut in 1996, toen de dames nog piepjonge tieners waren, was de start van een succesvolle carrière. Laïs speelde in Dranouter een soort van best of-concert, maar daar kan immer over gediscussieerd worden. Punt was dat het trio een behoorlijk sterk concert gaf, geflankeerd door een begeleidingsband met daarin Hans Quaghebeur (draailier, diatonische accordeon), muzikant van het eerste uur. Laïs maakte het zichzelf soms wat moeilijk om gas terug te nemen op momenten waar juist een tandje hoger op zijn plaats was geweest. Niet alleen werk van het eerste album, maar oude krakers als Tina Vieri en Le loup. le renard et la belette deden de Kayam bijna ontploffen. Voor mij was er ook nieuw werk te ontdekken. Jorunn Bauweraerts zong een prachtig lied uit Servië, driestemmig werd een krachtige uitvoering van Dylans One more cup of coffee uitgevoerd en tegen het einde werd we nog verrast op een tweedelige uitvoering van de Britse traditional Matty Groves. Eerst de akoestische versie zoals Joan Baez die vroeger zong, met Jorunn op een tokkelende gitaar. Daarna vloog de hele band er in met het arrangement dat we zo goed van de Britse folk-rockers van Fairport Convention kennen. Zoals verwacht werd dit overtuigende concert besloten met een daverende uitvoering van Laïs' grootste hit 't Smidje.
Dranouter 2014 is goed geweest.