-door Mirjam Adriaans, foto's Ronald Rietman-
De 35ste editie van Brosella bood heel wat om te genieten, zon, mooie muziek, fijne mensen. Muzikale hoogtepunten kwamen van Blink en het project van Fernhill & Naragonia en we hadden een gesprekje met oprichter Henri Vandenberghe, die ondanks gesnoeide subsidies niet wil somberen over de toekomst.
Het Groenpark in Brussel vult zich deze zaterdag al snel met muziekliefhebbers (zo'n 13.000, blijkt uit de voorlopige balans die het festival mailt terwijl ik dit schrijf). Brosella is een echt familiefestival, waar heel wat ouders met hun kroost op af komen, maar ik zie ook ouderen en jonge twintigers. Met de Catalaanse band Coetus en Eliseo Parra begint de folkdag goed. Van sevillanas tot pandeiradas, van Catalonië via Galicië naar León, we horen ritmes uit heel Spanje, op een keur aan percussie-instrumenten, waaronder vierkante trommels, een soort houten hooivork met belletjes, en als bas "we use this claypot, don't know what it is called". De aardewerken waterpot wordt bespeeld met de zolen van strandslippers. Zingen doen ze er soms ook nog bij, en af en toe doet het wat denken aan het zinderende optreden van het Franse Lo Còr de la Plana een paar jaar terug hier. Dat niveau haalt de groep niet, maar voor mij is het niet moeilijk om te genieten, al was het maar omdat ze laten horen dat Spanje veel meer in huis heeft dan enkel flamenco.
De toon voor de dag is gezet, deze jubileumeditie van Brosella wordt weliswaar niet de beste die ik ooit heb meegemaakt, maar biedt wel kwaliteit en een fijne sfeer zoals ik dat gewend ben geraakt. Het publiek wordt om morele steun gevraagd middels een enquete en in de aankondiging, dat maakt me nieuwsgierig. Tijdens de Braziliaans / Argentijnse klanken van accordeonist en zanger Luiz Carlos Borges en begeleider Leandro Rodrigues op gitaar praat ik even met oprichter Henri Vandenberghe. Met de mooi en goed uitgevoerde stukken uit het gebied van de gauchos op de achtergrond hebben we het over verleden, heden en toekomst van het festival.
Het zal niemand verbazen dat ook Brosella te maken heeft met gesnoei in de subsidies. Toch is Vandenberghe niet somber, het is iets dat overal in Europa speelt zegt hij, en vertelt over de voordelen van de vele regeringen in België. Zo is er altijd wel ergens een potje te vinden. De nadelen (een boel formulieren invullen en zoeken naar die potjes) neemt hij op de koop toe. Al snel gaat het over de geschiedenis van Brosella, en daarover praat hij graag, merk ik. Over het toevallige begin, toen hij bij de Jeugddienst werkte en "iets moest doen met het Groenpark. Ze dachten waarschijnlijk aan een boksmatch of volleybal, maar ik vroeg mag het ook een folkfestival zijn?" "Ge doet maar," was het antwoord en het festival was geboren. In 1977 was de eerste editie, er moesten vrijwilligers bijkomen en in '86 richtten ze twee stichtingen op, een vzw (Vlaams) en een asbl (Franstalig).
Ondertussen komen diverse mensen hem groeten en voor iedereen heeft hij een vriendelijk woordje terug, of het nu gaat om bezoekers, een minister van cultuur of een vrijwilliger, Vandenberghe maakt geen verschil. "We zijn een grote familie bij Brosella," zo verklaart hij. Inmiddels nadert zijn 65ste verjaardag en hij wil het rustiger aan doen, "daarom heb ik ook dat elektrische karretje daar gekregen, zodat ik maandagochtend niet wakker word met stijve knieën en stramme spieren. Maar ook," zegt ie met een schalkse blik, "omdat Toots Thielemans morgen afsluit." In de huidige organisatie-groep is hij de oudste, de jongste is 19 "en die brengt weer namen aan waarvan ik nog nooit gehoord heb, dat is goed." Dat blijkt ook het geheim van de programmering te zijn: "We proberen de vinger aan de pols te houden bij jong talent, en ze hier te krijgen voor ze doorbreken." Als voorbeeld noemt hij Absynthe Minded, die nu overal bekend zijn, maar "een jaar of vijf geleden hier stonden." Dat blijkt al in 2003 geweest te zijn, maar het bewijst wel de neus voor talent die dit gemoedelijke heerschap en zijn team hebben.
En dan is er het eerste bijzondere project: de moderne uitvoering van oude Brusselse liedjes onder de naam Ik zaain getrouwd mê 'n kwôie greet. Die komt minder goed uit de verf dan ik had gehoopt. Het is meer een afwisseling van akoestische stukken met Emballage Kado en rocknummers door Fanfaar, de twee groepen spelen wel samen, maar het is nog niet echt een geheel.
Bij een lied over het uitschot (struikrovers en zo) dat aangepakt moet worden staan de in stijl geklede Agent 15 & Agent 15 uit het kinderprogramma klaar bij het podium om de boeven in de kraag te vatten. Ondertussen is in een truck aan de zijkant van het terrein ook de akoestische, melodieuze oude versie te horen, door het ensemble Cannamella. Het contrast tussen de beide uitvoeringen is, zoals te verwachten, groot.
Ze worden aangekondigd als mooie meiskes met mooie stemmen die gaan blinken, en dat doen ze dan ook. Blink bestaat uit 4 net in de folk afgestudeerde vrouwen uit 5 noordse landen (Noorwegen, Zweden, Finland, Estland en Denemarken) en zingen traditioneel werk, gemengd met eigen composities, met behulp van viool en nyckelharpa, soms komt daar een autoharp, triangel of melodica bij. Het zijn moderne meiden, die graag wat toevoegen aan de traditie, juist om die levend te houden. Heerlijk vind ik het macabere Shoeprint, een lekker bloederig verhaal dat wat mij betreft prima past in de traditie van de moordballaden. Ze gooien een flinke dosis (soms wat melige) humor in hun optreden, maar de zang is prachtig, een aanwinst in de noordse folk en een schitterend voorbeeld van de eerder genoemde neus voor talent.
The Samuraï bestaat uit 5 internationale topmuzikanten, allen op de knoppenaccordeon. Er wordt uitstekend gespeeld, dat is David Munnelly, Riccardo Tesi, Didier Laloy, Markku Lepisttö en Bruno Le Tron wel toevertrouwd. Ze hebben samen een cd gemaakt, die ze op Brosella presenteren. In eerste instantie doen de virtuoze composities wat klinisch aan, maar met de bekende rondeau Valhermeil van Le Tron slaat de vlam in de pan, zo'n kwartier voor het einde van het optreden. Er wordt vol overgave gedanst voor het podium en als het Groenpark een dak had gehad zou het er beslist afgespeeld zijn.
Toch is het voor mij niet het hoogtepunt van de dag, dat komt hierna met het tweede speciale project, de samenwerking tussen Fernhill uit Wales en het Belgische duo Naragonia. De prijs voor bestgeklede band zullen ze niet winnen, maar voor de luisteraar is het genieten. Julie Murphy begint in het Nederlands, niet helemaal perfect, maar wel mooi, alleen al door de krachtige zang. Er volgen instrumentalen en liedjes, waaronder veel nieuwe dingen. We horen Welsh, Engels of Frans en de Keltische inslag van Fernhill gaat wonderwel samen met de zwierige Vlaams-Franse harmonie van Naragonia, dat vooral in balfolkkringen bekend is. De accordeons van het duo vlechten zich moeiteloos in de viool en gitaar van de groep, multi-instrumentalisten Toon Van Mierlo en Ceri Rhys Matthews zitten elkaar nergens in de weg, integendeel zelfs. De klanken blijven intiem en de twee eigen stijlen mengen zich alsof ze voor elkaar gemaakt zijn. Dat was de muzikanten zelf ook opgevallen bij het repeteren, bij een deuntje van Pascale Rubens kwam bij Murphy een Welsh gedicht bovendrijven, samen vormen ze een liefdevol koppel. Er wordt gehint dat er een cd van gaat komen, ik ben alvast benieuwd. Uiteraard moet er een toegift komen, het repertoire is op, maar ach, in de opera deden ze ooit gewoon het eerste nummer opnieuw, dus dat doen ze nu ook.
Wie bij Balkan Horses denkt aan kopergeweld heeft het mis, de groep is veel subtieler met onder meer fluiten en zang. Deze groep had ook op de jazzdag kunnen staan, de muziek waaiert soms behoorlijk uit.
Slotact is Hot Spoons, dat nog heel wat toeschouwers weet te trekken met degelijke, veelal dansbare jigs en reels, een polka of wat tussendoor en als rustmomenten een paar balladen, gezongen door Kieran Munnelly, de jongere broer van David, die voor de tweede keer vandaag op het podium te vinden is. Kieran blijkt een aangename lichte stem te hebben en zingt met gevoel. Tapdanser Nathan Pilatzke zorgt bij de uptempo stukken voor een dynamisch schouwspel, met onmogelijk snel voetenwerk. Een toegift mag eigenlijk niet meer, maar de organisatie is coulant, eentje nog en dan is het feest echt afgelopen. Goedgemutst verlaten we het terrein. Zorgen voor de toekomst? Ach, dat komt later wel.
Meer foto's van onze fotograaf staan op zijn website.