-door Assie Aukes, foto's Lieve Boussauw-
Symbolischer kon het niet zijn. Een eenzame concertina, overblijfsel uit de Britse folk van de jaren ’70 van de vorige eeuw moest het opnemen tegen de overweldigende bassen uit een tent verderop. Even stokten de klanken uit het fragiele instrument, maar dan zet de bespeelster onverdroten voort, alsof er niks aan de hand is. Het was de Engelse folkzangeres Emily Portman, gesitueerd in de kleinste tent van Dranouter versus Tom McRae die de grote Kayam bespeelde.
Er was dus inderdaad nog folk te bespeuren in Dranouter, maar het was zoeken op de vertrouwde festivalweide. Het woordje folk is verdwenen uit de naam van het festival, de organisatie geeft hiermee aan dat men breder en avontuurlijker wil programmeren. Voor alsnog heeft de organisatie met deze koerswijziging gelijk gekregen. Nog nooit wisten zoveel muziekliefhebbers Dranouter te vinden. Het magische aantal van 100.000 bezoekers werd dit weekend behaald, terwijl voor de eerste keer in het zesendertig jarig bestaan van het festival op zaterdagavond het bordje ‘uitverkocht’ op de poort getimmerd kon worden.
Was het daarmee ook een memorabel festival? Een lastige vraag, want het festival kampte met nogal wat logistieke trammelant. Zo waren er her en der problemen met het geluid, liepen bepaalde concerten vertragingen op (Tindersticks) en moesten enkele concerten zelfs omgezet worden omdat vliegtuigen te laat arriveerden (Harper Simon). Ook programmatisch schortte er het nodige aan Dranouter 2010. Waarom Willem Vermandere, dé folk-icoon uit de streek, op zaterdagmorgen op het onzalige tijdstip van 11:00 uur gepland in een uitpuilende clubtent, terwijl de hele middag (tot 17:00 uur!) de grote Kayam-tent leeg stond! Hiphopper Baloji stond in een nagenoeg lege clubtent te spelen, terwijl hij in de Ednogroove-tent waarschijnlijk veel beter tot zijn recht zou komen. De bezoekersstroom kwam op zaterdag en zondag pas laat op gang, veel mensen kwamen pas tegen de avond het festivalterrein op om hun favoriete artiesten te beluisteren. Een tendens die al enige jaren zichtbaar is en de organisatie op z’n minst zorgen moet baren.
Folkliefhebbers hadden het moeilijker dan andere jaren. Voor een aantal concerten kon men in de clubtent terecht, maar ook in De Kring/Etnogroove-tent kom men de nodige concerten meepikken. Kwantitatief was het aanbod redelijk, kwalitatief was het zeer wisselend. Opvallend was het feit dat het hele Vlaamse folkwereldje, voor wie Dranouter altijd een ontmoetingsplaats was, compleet afwezig was.
De Kayam opende vrijdagavond met een spetterend optreden van Orchestre International du Vetex. In het programma Balkan Banquets brengen muzikanten uit West-Vlaanderen, Wallonië en Frankrijk een programma met muziek uit de verschillende regio’s van de Balkan. De enorme groep, zo rond de twintig muzikanten stonden op het podium, musiceerde imponerend. Maar dankzij de bijdragen van zangeres Jelena Milusic werd de groep bij vlagen overweldigend. In de liederen die zij zong wist men, ondanks de grote bezetting, de intimiteit en de triestheid die de Balkanmuziek ook kenmerkt perfect weer te geven.
Het concert van de Marokkaanse zangeres Hindi Zahra was er een die had kunnen uitmonden tot een van de hoogtepunten van het festival. Zahra heeft een prettige stem die in de verte inderdaad lijkt op die van Billie Holiday. Haar mix van jazz, folk en Berbermuziek is intrigerend genoeg, maar waar deze liederen smeekten om een subtiele benadering, pakte Zahra uit met een volledige begeleidingsband en werd het concert ontsierd door snoeiharde basdreunen. Jammer, want haar finalenummer Stand up was van grote schoonheid!
De Congolese muzikanten van Odemba OK All Stars speelden zoals we al jaren van muzikanten uit dat Afrikaanse land gewend zijn. Het is misschien niet bijster origineel wat de groep liet horen, maar wel zeer onderhoudend en technisch razend knap. De zeer dansbare muziek miste zijn uitwerking op het enthousiaste publiek niet en de groep wist een groot deel van de toeschouwers over te halen om een soort Congolese versie van De vogeltjesdans uit te voeren. De groep kon er maar geen genoeg van krijgen, zodat op een gegeven moment de technici maar gingen afbreken, terwijl bandleider Dizzy Mandjeku nog uitgebreid het publiek stond te bedanken.
Veel publiek was afgekomen op de optredens van Paolo Conte en Anouk in de Kayam. Van Paolo Conte heb ik niet veel meegekregen. Vanaf het veld viel wel de hese stem op. De man klonk in mijn oren als een Italiaanse Tom Waits. Anouk mag dan een dijk van een stem bezitten, in Dranouter wist ze in Three days in a row ternauwernood de hoge tonen te halen. De meeste liederen waren vrijdagavond afkomstig van haar laatste succesalbum For bitter or worse en daarmee pakte ze het enthousiaste publiek helemaal in. Dat hoorde ik op weg naar de auto, want de afstandelijkheid waarmee deze Nederlandse superster op het podium stond, sprak mij niet erg aan.
Zaterdagmiddag was het concert van Harper Simon verplaatst naar de avond, omdat zijn vliegtuig vertraging had opgelopen. Carolina Chocolate Drops beet wat ons betreft de spits af in de clubtent en dit concert ontpopte zich als een van de hoogtepunten van het weekend. De combinatie van de Amerikaanse stijlen als de blanke old-time music en de donkere country-blues pakte zeer goed uit bij dit gezellige trio, dat noodgedwongen veel moest babbelen om tussendoor, naast viool, dobro en banjo, een onwaarschijnlijk aantal instrumenten gestemd te houden. Dat de jonge Afro-Amerikanen muzikaal niets te dol is, blijkt wel uit het feit dat de groep rustig een panfluit gebruikt bij hun countryblues vertolkingen. Zangeres Rhiannon Giddens beschikt over een geweldige donkere stem, maar wist ook te imponeren met een stukje flat-footing-dance op blote voeten! De clubtent was tijdens dit concert niet voor niets bomvol, al kan dit natuurlijk ook te maken hebben met de enige regen die dit weekend viel.
Electric Céili was, naast The Pogues, de enige vertegenwoordigers uit Ierland. Het zestal, dat zijn sporen ruimschoots heeft verdiend in allerlei Ierse samenwerkingsverbanden, trakteerde het Dranouterpubliek op een energieke set Ierse dansmuziek, iets wat je kunt verwachten met zo’n groepsnaam. De groep deed dit in de stijl die we kennen van Moving Hearts, de groep die sinds het debuutalbum uit 1980 ongeveer de standaard legde voor de ‘nieuwe’ Ierse muziek. Electric Céili deed dit met verve, maar al het enthousiasme en technisch vermogen ten spijt, laat de groep ook de huidige stand van zaken in Ierland zien. Duidelijk mag zijn dat de muziek van het Groene Eiland heden ten dage originaliteit en mannelijke vocalisten ontbeert.
Onduidelijkheid rond Harper Simon was de reden dat we dit concert misten. Aangekondigd om 11:30 uur in de clubtent werd dit concert plotseling verplaatst naar de Kayam, omdat Tindersticks vertraagd was. Het grootste podium van het festival was helaas nog enkele maten te groot voor de pas debuterende zoon van Paul Simon.
De fragiele Emily Portman bewees in de kleinste tent van het festival, De Kring, dat je nog steeds een publiek kunt boeien met onvervalste Engelse folk. Begeleid door concertina, viool en (een te hard afgestelde) gitaar bracht deze zangeres uit Noord-Oost Engeland een verrukkelijke set, deels eigen geschreven, liederen en traditionals in de stijl die we kennen van The Unthanks. Voor mij was dit verrassende concert het bewijs dat traditionele folk nog steeds bestaansrecht heeft op Dranouter.
Ook de volgende dag kende De Kring een fijne verrassing. Het was de Oost-Vlaamse zangeres Sarrah Ferri die imponeerde met een stel eigenzinnige liedjes in een mix van verschillende stijlen én met een volle krachtige stem. Zij won al eens het concours “jonge wolven’ en opende in 2009 de Gentse Feesten. Een dame die het nog ver kan schoppen en een plaats op een groter podium zeker had verdiend.
Daarvoor hadden we in de clubtent al genoten van Derroll’s dream. Ik had het programma, een hommage aan de tien jaar geleden overleden folk-icoon Derroll Adams, al gezien op Brosella, maar op Dranouter was het gezelschap o.l.v. Wiet van de Leest voor mijn gevoel scherper. Het is altijd weer de vraag of het verstandig is om met zulke kortlopende projecten zo’n groot aantal muzikanten uit te nodigen. Wellicht waren de banjo van Maggie Holland, de gitaar van Roland en de viool van Wiet van de Leest voldoende geweest en had een drietal damesstemmen ook wel volstaan. Feit blijft dat op Dranouter alles tijdens dit concert klopte. Tijdens The valley grepen de violen je bij de keel, terwijl in The mountain elke zangeres afzonderlijk respect afdwong. Vera Coomans kennen we natuurlijk en haar stem is geknipt voor dit werk. Maar ook de zangeres uit de streek, Kaat Arnaet (zus van ex-Hooverphonic-zangeres Geike Arnaert) liet zich van haar sterkste kant horen. Thomas Devos, zoon van zangeres Vera Coomans, schreef Moonshine bloom, een indringende hommage, natuurlijk gezongen door zijn eigen moeder. Ook Tucker Zimmermans Oregon mocht niet ontbreken, al zou met hetzelfde gemak Allan Taylors Banjo man op het programma kunnen staan. Adams’ grote hit Portland town met alle zangeressen en alle strijkers besloot dit bij vlagen ontroerende concert. Tot slot klonk Derroll Adams zelf met zijn grootste hit Portland town uit de speakers, een lied waaraan volgens Wiet van de Leest iedereen, behalve Adams zelf, smakken geld heeft verdiend. De uitdrukking “It’s a hard life for a rover” is hiermee weer bevestigd.
La Bottine Souriante uit Canada stond al enige keren op Dranouter en al was de samenstelling danig gewijzigd, het muzikale uitgangspunt was niet veranderd. De muziek van La Bottine Souriante met viool en trekharmonica zou je misschien nog het best kunnen omschrijven als een kruising tussen cajunmuziek en Bretonse folk, maar dan aangevuld met een geweldige blazerssectie. En bij de blazers zat zondagavond nou net de kneep. Aangezien het tijdsschema in de clubtent vertraging opgelopen had, werd de soundcheck voor deze uitgebreide band (tien muzikanten) afgerafeld. Het resultaat liet zich natuurlijk tijdens het concert horen. Viool en harmonica waren nauwelijks te horen, de blazers overheersten het totale geluid. Ondanks dat gaf de band een zeer energieke show. Blikvanger was tapdanseres en enige vrouw in het gezelschap, Sandy Silva. Het was duidelijk te zien waaraan zij haar afgetrainde lijf te danken had!
Intussen was in de Kayam Solomon Burke van start gegaan. Deze zeker niet afgetrainde maar wel gloedvolle soulzanger had niemand minder dan Joss Stone, de gevierde soul en R&B-zangeres uit Engeland, meegebracht. Deze dame zong zich de longen uit haar frêle lijf, maar probeerde ook, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Anouk, om samen met het publiek een feestje te bouwen. En hoe! De bomvolle Kayam ging compleet uit zijn dak. Soms werd het een beetje gezapig, rozen uitdelen tijdens What a wonderful World, maar het einde was spetterend. Burke en Stone kregen de hele tent aan het swingen op de klanken van een aantal obligate rock’n roll-klassiekers en tijdens de ultieme afsluiter Everbody needs somebody werden zelfs de dames en heren critici die rustig frontstage zaten, persoonlijk door madame Stone ten dans uitgenodigd en wees eerlijk, die kans laat je niet voorbij gaan!
Na dit ultieme feest zou het gedaan moeten zijn, ware het niet dat The Pogues nog op het programma stonden. De berichten uit Amsterdam waren veelbelovend, maar helaas werden die beloften in Dranouter niet waar gemaakt. De band speelde strakker dan ooit, maar frontman Shane MacGowan was weer eens ladderzat. Strompelend kwam hij het podium op, mompelde wat in de micro en brabbelde op onverstaanbare wijze zijn teksten. Even leek MacGowan zichzelf te herpakken bij een opvallend helder gezongen Dirty old town, maar al snel zakte hij weer in. Een feest zou het moeten worden, maar het concert ontaardde in een zielige bedoening. De feeststemming die Burke en Stone zo prachtig hadden opgeklopt, was halverwege het concert geheel verdwenen.
En zo eindigde Dranouter 2010 een beetje in mineur. Deze editie zal niet in de boeken bijgeschreven worden als een kwalitatief hoogstaand gebeuren. Voor de folkliefhebbers was er genoeg te genieten, maar het zal het afwachten worden wat het programma volgend jaar te bieden heeft. Eerlijk gezegd ben ik er niet helemaal gerust op…