CDs
Originele, eigentijdse bluegrass uit Groot-Brittannië raakt
Southern Tenant Folk Union - Southern Tenant Folk Union - Ugly Nephew Records UNR004
Vorig jaar verzamelde banjospeler Pat McGarvey (van de Coal Porters) wat muzikanten om zich heen omdat hij wel eens wat wilde doen met zijn eigen schrijfsels. Hij vond Oliver Talkes (zang en gitaar), Pete Gow (gitaar, mondharmonica, zang), Frances Vaux (fiddle, zang), Eamon Flynn (mandoline, zang) en Matt Lloyd (contrabas, zang). De band deed flink wat optredens in (de omgeving van) Londen, en dook vervolgens de studio in om een debuutalbum te maken. De groep heet Southern Tenant Folk Union, en onlangs werd de gelijknamige cd aan Folkforum gestuurd.
Op Myspace vermeldt de groep de volgende invloeden: The Stanley Brothers, Gillian Welch, Steve Earle, Carter Family, Don Reno, The Long Ryders, Flatt & Scruggs, Townes Van Zandt, Buck Owens, Tandy, Johnny Cash, Merle Haggard, The Louvin Brothers, The Country Gentlemen, The Good Ol Boys, The Grateful Dead, Wicker Man Soundtrack, The Coal Porters, Bill Monroe, Red Allen, Dock Boggs, Gene Clark, Belle & Sebastian, Roscoe Holcomb. Dat belooft dus wat, al wordt de lat hiermee ook vrij hoog gelegd. Na eerste beluistering echter hebben ze me al grotendeels overtuigd, en bij elke keer dat ik Southern Tenant Folk Union hoor, lijkt het zelfs te groeien.
De naam komt van een vakbond die in de jaren 30 van de vorige eeuw werd opgericht door landloze pachters (blank en zwart) in de VS. Ook doet het al enigszins vermoeden om wat voor muziek het hier gaat. Ja, ze spelen folk, maar met een zuidelijke inslag die minder voor de hand ligt. Het gaat hier namelijk om old-time, bluegrass en gospel, vermengd met wat Keltische folkinvloeden. Dat maakt het geluid van Southern Tenant Folk Union origineel en direct als eigen stijl herkenbaar. Uptempo nummers worden afgewisseld met fijne 'mountain ballads' die allemaal door de groepsleden zelf werden geschreven en vaak over het moderne leven gaan.
De lead zang komt van Oliver Talkes, wiens stem heerlijk rafelig en gevoelvol is. Prachtig is The Cold Flagstone, gezongen vanuit het standpunt van de man die zijn eigen krachten niet kende en bij het graf van zijn vrouw staat. Kippevel geeft het intermezzo met percussie. Bij Mosul Train, nog zo'n pareltje, over de angst van een paar jonge (Amerikaanse) soldaten in Irak, die uitzien naar het einde van hun diensttijd, lijkt Blowin' In The Wind van Bob Dylan rond te waren in de melodielijn. Sweeter Times lijkt zo uit de Appalachen te stammen met de gebruikelijke tekst over de betere tijden die gaan komen na de ellende. A Little Deeper (met de boodschap om begrip voor elkaar te hebben) en Here In The Dock zijn (met een donkerder inhoud dan de muziek doet vermoeden) lekkere gospels, inclusief aanstekelijke samenzang. maar dan op zijn bluegrass gebracht. Rosalind en The First & Last worden volgens mij door een andere leadzanger gedaan, helaas is niet terug te vinden door wie. Alle bandleden zingen mee in de harmony vocals, die hier en daar doen denken aan CSNY. Het is wel jammer dat de teksten niet beschikbaar zijn.
De opnamen klinken heerlijk naturel, zelfs het aftellen voor het invallen van de band is hier en daar te horen. Wie van singer-songwriters met een duistere kant houdt, doet er goed aan ook eens naar Southern Tenant Folk Union te luisteren. De teksten hebben inhoud, en als dan de viool daarbij begint te jammeren wordt de droefenis nog eens benadrukt. Het is dat banjo en mandoline van nature een vrolijke klank hebben, zodat er nog een aardig tegenwicht wordt geboden aan alle miserie. Dat wordt met name in het Southern Folk Theme gedaan, dat in drie versies is ogenomen: de plaat opent instrumentaal in A (klinkt heel even als een heel oude opname), later is er een variant met tekst (voor de afwisseling een liefdesliedje) en tegen het einde is het stuk in G te horen.
Er zijn plannen om naar Nederland te komen voor optredens. Als de sfeer van de cd representatief is voor wat ze live te brengen zou het zonde zijn als dit beperkt blijft tot de Britse eilanden. De muziek is lekker toegankelijk, klinkt bedrieglijk eenvoudig, maar beslist niet amateuristisch. Op een of andere manier raakt het, en bij het horen van de ballads ben ik helemaal verkocht. De soundtrack van Oh Brother, Where Art Thou? was een paar jaar geleden een behoorlijk succes onder de liefhebbers, ik vind dat Southern Tenant Folk Union minstens dezelfde eer verdient.
Mirjam Adriaans, waardering 9
Zie ook: www.southerntenantfolkunion.com.
Wie alvast wil luisteren kan terecht op: www.myspace.com/southerntenantfolkunion.