CDs
Tarujen Saari : Heftige folkrock uit Finland
Tarujen Saari - Susien Yö / Delirium Lupus - Fireburn/ Clearspot
Waar de Finse band Tarujen Saari op hun eerdere vier albums graag materiaal van anderen als Malicorne, Steeleye Span., Angelo Branduardi of Clannad, naar hun Finse hand zet, is dat op hun vijfde album nauwelijks het geval. Of het zou de Finse interpretatie van de traditional King Henry moeten zijn, die ze wellicht oppikten van Steeleye Spans vierde album Below the Salt uit ‘72. Er is nóg een - opmerkelijker - verschil: minder fijnbesnaardheid en méér heavy groovende hardrock gitaren (luister hier naar het openingsnummer).
Susien Yö / Delirium Lupus is daarmee een van de heftigste folkrockalbums die ik de laatste tijd hoorde. Gelukkig krijgt de in dat metier steeds weer dreigende bombast weinig kans, al was het maar omdat de nog immer heldere zang van Kaisa Saari voorop staat. Wel is het zo dat de transparantie lijdt onder de overheersing van elektrische gitaren, soms in samenwerking met toetsen.
Die Black Sabbath-gitaren kleuren de sound méér dan de traditionele instrumenten als draailier, dulcimer en tin whistle, die wel degelijk onderdeel uitmaken van de sound. Wél nadrukkelijk aanwezig is de viool, nog steeds in handen van oudgediende Marja Tukhanen, die sinds twee jaar geen deel meer uitmaakt van Tarujen Saari. Ze koos voor een internationale carrière. Zo speelt ze in het Irish Baroque Orchestra en hoorden we haar onlangs nog als violiste op het fraaie - aanmerkelijk ingetogener - solo-album van Glen Hansard, de frontman van de Ierse rockband The Frames. Maar als gast is ze nog steeds van harte welkom bij haar vrienden, die haar een prominente plaats gunnen op viool, altviool en contrabas en in de arrangementen.
Heavy Scandinavische muziek bij een lieve stem is een spannende combinatie, die we bijvoorbeeld ook kennen van het Zweedse Garmarna. Zowel Garmarna als Tarujen Saari putten volop uit hun roots, maar waar Garmarna eigentijds inkleurt met progrock is dat bij de Finnen eerder hardrock en zelfs metal. Bij de eerdere albums van Tarujen Saari zoals Sota kirottu uit 2004 vol anti-oorlogsliederen (zoals Pierre de Grenoble in een prachtige Finse versie, luister hier) werden nogal eens vergelijkingen gemaakt met het Zweeds/Finse Hedningarna en soms het Finse Värttinä.
Dat Värttinä wordt genoemd is niet gek. De zangeres Kaisa Saari komt uit dezelfde regio als haar Värttinä-collega's. Ze zingt met dezelfde rollende Karelische rrr en heeft ook iets van dat Värttinä-theatrale, zoals goed te horen is in Kunikaan Pidot (King Henry). Bovendien werd het vorige album geproduceerd door ex-Värttinä Pekka Lehti.
Maar nu er naast de vaste elektrische gitarist Vesa Vigman nog een extra fenomeen (Markus Toivonen) op elektrische gitaar als gastmuzikant bij is gehaald denk ik bij de sound eerder aan de folkmetalband Vintersorg dan aan Värttinä. Het rustiger werk link ik eerder aan een heftig uitpakkend Kadril. Net als bij deze Vlaamse band wordt eigentijdse elektriek gecombineerd met ‘oude instrumenten' als draailier en doedelzak. Zoals gezegd worden die bij Tarujen Saari helaas vaker ondergesneeuwd, maar waar dat niet gebeurt zoals in het instrumentale Hovitanssi - intro op draailier met daarna groovende gitaren, bas&drums plus een doedelzak - zou het zo een cover kunnen zijn van een op drift geraakt Kadril en doet het qua energie ook denken aan Hoven Droven.
Tarujen Saari bestaat nu ruim tien jaar. Het eerste singletje in 1996 voorspelde gek genoeg al de toekomst van de groep. Een middeleeuwse fluit en een gildetrom vormen het begin van de Franse traditional Gironfla, maar dat loopt uit op flinke distortion op de elektrische gitaar. Die elektriek is dominanter geworden, de middeleeuwse link is gebleven. Want alle geweld ten spijt, Tajuren Saari ontleent haar mooie melodieën nog steeds graag aan de oudheid. Naast Finse traditionals, het Schotse King Henry en een Noors Heming og Gyvri horen we ook een ‘rustige' Franse Le roi a fait battre tambour, een traditional die bekend werd in een uitvoering van Edith Piaf & Les Compagnons de la Chanson.
Ook in de zang klinkt de traditie door. Zo ontpoppen in Vigmans titelnummer (de gitarist schreef de muziek voor vijf nummers) de mannelijke bandleden zich als een stoer kozakkenkoor. In het afsluitend Wäinän viikate klinkt de zangeres liefjes als ware het een lullaby, terwijl spannende welhaast gewijde trolmuziek de opgeroepen boze geesten uit de voorafgaande tien nummers terugjaagt in hun holen en spelonken.
Als Folkwoods nog iets heftigs zoekt om voorafgaand aan (of wat mij betreft na) de bombastische folkmetal van Epica te programmeren, dan is dit misschien een aardige suggestie voor organisatior Tinus Kanters. Een mooi bandje - aanhakend bij zijn terminologie - om de link te smeden tussen diens vroegere hardrock-festival Dynamo Open Air en zijn huidige feestje Folkwoods. Hem erop geattendeerd hebbend, blijkt Kanters Tarujen Saari al langer in de peiling te hebben. Er bestaat zelfs een klein kansje dat de Finnen dit jaar of anders volgend jaar naar Eindhoven komen.
Live zal het er dan ongetwijfeld nóg heftiger aan toegaan dan op deze cd. De groep blijft namelijk verjongen. Nadat de violiste van het eerste uur twee jaar geleden de groep verliet, volgde nadat deze cd was afgerond een andere oudgediende haar voorbeeld. Multi-instrumentalist Tapio Mattlar was dé man van de traditionele instrumenten als draailier en sitar. Deze markante muzikant (naast journalist ook Europees gelauwerd activist voor het behoud van leefbaarheid kleine dorpen, en getrouwd met singer/songwriter Marja Mattlar) legt zich nu toe op Middeleeuwse muziek in het trio Ancient Bear Cult (www.vuorenk.pp.fi/abc).
Voor hem in de plaats zijn twee elektrieke gitaristen gekomen: Kaida (ook accordeon) en Marko Kuosma. Mattlars traditionele insteek op draailier wordt zo nodig overgenomen door de zangeres of Vesa Vigman, die zich tegenwoordig ook toelegt op kantele en de achtsnarige viikinky lyyra.
Henk - Waardering 8