june tabor - apples
June Tabor - Apples - Topic Records TSCD 568

We zijn de tel zo'n beetje kwijtgeraakt maar Apples moet zo ongeveer de 18e CD zijn die June Tabor aflevert. Afgelopen jaren werden we verwend met prachtproducties als An echo of Hooves (2003), Always (2005) en At the Woods Heart (2005). Met Apples levert June Tabor misschien wel het allerbeste werk uit haar lange carrière af.

De titel klinkt eenvoudig, maar wie June Tabor een beetje kent weet dat er een hele wereld achter een ogenschijnlijk simpele titel schuil gaat. Apples brengt zij moeiteloos in verband met haar kindertijd, de appeloogst in Bretagne, een regiment soldaten dat geniet van een "apple-stew" maar ook met een naderende oorlog. Ze maakt wel een heel aparte en gezochte vergelijking als ze appels verbindt met de zangtraditie: beiden zijn er om gekoesterd  te worden. Verkwisting en verontachtzaming liggen echter op de loer.

Opmerkelijk is het ontbreken van pianist Huw Warren op deze CD. Vanaf Aqaba (1988) tot At the Woods Heart (2005) was hij de vaste begeleider van June Tabor. Een andere oudgediende, Mark Emerson, neemt op Apples naast de vioolpartijen ook de pianostukken voor zijn rekening. In een stijl die heel erg herinnert aan Huw Warren.

Apples is op meerdere momenten een feest van de herkenning voor de wat ingevoerde folkliefhebber. Een aantal melodiën en/of teksten kennen we van andere uitvoerenden. De manier waarop June Tabor en haar begeleiders, naast Mark Emerson een formidabele Andy Cutting op diatonische accordeon en Tim Harries op contrabas, die deels bekende melodiën en teksten aanpakken is een streling voor het oor.

Rigs of Rye is een bekende Schotse klassieker. De niet te versmaden versies die Dick Gaughan of Niamh Parsons ooit vertolkten leggen het toch echt af tegen deze versie. In deze  uitvoering valt de secure tekstbehandeling van Tabor op. De wat ijle pianobebeleiding en een subtiel invallende accordeon die de rol van de piano gaandeweg overneemt, zorgen voor één van de hoogtepunten van de CD. Wat een opbouw, wat een vertolking!

Standing in Line is een Lester Simpson song over de waanzin van de 1ste Wereldoorlog. Te horen op Coope, Boys and Simpson (Falling slowly) en ook op de indrukwekkende Seeds of Peace CD (Passendale suite 2). De verbetenheid en oprechte woede waarmee Tabor zingt maakt haar uitvoering tot de mooiste die ik ken. De minimale begeleiding geeft het nummer nog meer power en zeggingskracht.

Tomás Lynch leverde met Crux of the Catalogue in 1993 een hele mooie CD af. Ook June Tabor werkte mee aan die CD ("I wonder what is keeping my true love this night"). Van die CD komt het nummer Speak Easy. Van oorsprong een Robert Burns song maar bewerkt door Lynch. Het origineel is al geweldig maar June Tabor doet er nog een schepje bovenop. De pakkende tekst in combinatie met een paar simpele piano-akkoorden en een aangenaam rollende bas, zorgt dat deze song over begrip en tolerantie onder de huid kruipt.

Patrick Galvin is de naam van een Ierse singer/songwriter die in de jaren '50 een aantal LP's op het (Amerikaanse) Riverside-label maakte. Het is Tomás Lynch die
Galvin aan de vergetelheid ontrukte via de song My love came to Dublin. June Tabor gebruikt hier een passende melodie: The Banks of the Lea (o.a. Silly Wizard/Andy Stewart).

Ook de opener van de CD is ijzersterk. Saturday Night Dancing vertelt over het enige sociale vermaak van de werkende bevolking begin 20ste eeuw. Tijdens de wekelijkse dansavonden had men onderling contact en werden er liefdes voor het leven gesloten. Miss Lindsay Barker is de naam van een  door Cutting gecomponeerde prachtinstrumentaal die gekoppeld is aan Saturday Night Dancing.

The Old Garden Gate is een Engelse traditional die in de tekst grote gelijkenissen vertoont met het Ierse P. stands for Paddy I Suppose (Planxty/Five Hand Reel). The Auld Beggarman kennen we in een andere gedaante. Namelijk die van de Schotse Gaberlunzie man. Een bedelaar/bidder (met vergunning) die tegen een kleine vergoeding een gebed ter zieleheil uitsprak. Om daarna op de loop te gaan met een jonge schone en jaren later terug te keren om de inmiddels geboren kroost aan de moeder voor te stellen. In het verleden al eens door Ewan McColl, Tannahill Weavers en Andy Stwewart op CD gezet. De Engelse versie heeft een vrolijkheid die ik niet zo vind passen bij June Tabor. Ook het zeurende refrein "tooran nooran nan tan nee, right ton nooran fol the doo-a-dee" enz. helpt niet echt. Voor mij het minste nummer op de CD.

Ook nog een aardige Nederlandse connectie op de CD. Onder Karel V (1500-1558)
behoorden België en Luxemburg nog tot de Nederlanden en grensde Nederland aan
Frankrijk. Talloze veldslagen werden er uitgevochten waarvoor o.a. Britse huurlingen werden gebruikt. Die werden niet altijd betaald en berooid keerde men dan terug naar Engeland. Hun lotgevallen worden beschreven in Soldiers Three. Afkomstig uit Deuteromelia, een oude liedbundel (1609) van de hand van Thomas Ravencroft.

Nog ouder is Ce Fu en Mai. Een Pastourelle uit de 13e eeuw. Hoofse liefde stond in de Middeleeuwen voor onbereikbare, platonische liefde en had, volgens de geestelijkheid, een louterend effect op de mens. Het is dus geen wonder dat deze Pastourelle geschreven is door een Franse monnik (Moniot d'Arras).

Send us a quiet night besluit de CD. De hoop op en het verlangen naar een rustige zee 's nachts, maar ook de niet uitgesproken onderliggende angst van elke schipper/zeevarende voor noodweer,  zal zelden zo mooi verwoord en vertolkt zijn dan in dit nummer. 19 Maart is de officiële release-datum van deze CD. Een nieuw hoogtepunt in het imposante oeuvre van June Tabor.

Paul, waardering 9+