floes - belovodia
Floes - Belovodia - homerecords.be 4446024

De groep Floes is een project van instrumentalist Guido Piccard. Deze vermaarde hommel-specialist hoeft, In België althans, geen nadere introductie. Veel Vlaamse groepen hebben al composities uit zijn pen op hun repertoire staan. Al jaren werkt hij samen met Philip Masure, de gitarist waarmee heel België samenspeelt. Toch heeft de combinatie Piccard/Masure iets heel speciaals, namelijk zeer verfijnd snarenspel  Gezamenlijk brachten ze enkele jaren geleden een album uit met de toepasselijke titel Webbesnaren. Doordat Guido Piccard een aantal jaren in het buitenland verbleef, lag de samenwerking een tijd stil. De bijdrage aan het album van Comas, en een optreden met deze groep op Dranouter, waren de eerste tekens dat Piccard weer terug was.

Ik had een tijd geleden van Philip Masure al iets over Floes gehoord, maar het duurde tot dit jaar voordat de groep aan het voetlicht trad (o.a. op het afgelopen Folkwoods-festival).
Op papier kun je Floes een ‘super-groep' noemen. Alle leden hebben hun sporen in de Vlaamse folkscène ruimschoots verdiend. Helaas kun je niet van alle supergroepen zeggen dat de som meer is dan de delen, maar Floes weet de verwachtingen meer dan in te lossen.  
Floes is boven alles een snarengroep, maar de inbreng van Toon Van Mierlo op accordeon en vooral saxofoon en doedelzak brengt instrumentaal de nodige variatie aan. Van Mierlo heeft in het verleden al bewezen een zeer goede muzikant te zijn en ook zijn bijdragen binnen Floes mogen gehoord worden.

De prominente rol van de cister in Makeromarijntje doet me denken aan Wolverlei zo'n kleine dertig jaar geleden. De Sint Krispijn melodie (in het verleden al op plaat gezet door o.a. Rum en Wannes van der Velde) waarmee dit nummer eindigt, krijgt een ongekend strakke uitvoering met doedelzak, hommel en gitaar.
Ook vocaal zit het wel snor bij Floes. Soetkin Collier en Silvie Moors nemen beurtelings het voortouw, maar klinken samen misschien wel het mooist. In bijvoorbeeld Huizeken van steen harmoniëren hun stemmen op prachtige wijze. Het is fijn om Soetkin Collier eens in een akoestische setting te horen zingen, bij Urban Trad krijg ik altijd het gevoel dat ze vocaal enigszins ondersneeuwt in het  instrumentale geweld.
In Bohemers, prachtig gezongen door Collier, wordt de groep bijgestaan door Jackie Moran (o.a. Comas) op darbuka, maar eigenlijk heeft dit nummer deze extra ritmiek niet eens nodig.
Het album eindigt met het slaapliedje Veertien engelen. Piccard leerde dit van zijn grootmoeder en ook in Nederland was/is het bekend. Rikkert Zuiderveld gebruikte de tekst jaren geleden al eens in het nummer De steen der wijzen (Atlantis 2) op het album De draad van Ariadne uit 1971. Piccard borduurt er nog een coupletje bij aan, zodat de engelbewaarder je ook de volgende dag nog in bescherming neemt.
Bij dergelijke teksten kun je anno 2006 je vraagtekens plaatsen. En dat gevoel zal menigeen hebben, wanneer je de teksten, in het overigens moeilijk leesbare boekje, doorneemt. Je hebt het gevoel dat het om oude, traditionele, teksten gaat. Niets is echter minder waar. Guido Piccard geeft aan dat hij de teksten voor het overgrote deel zelf geschreven heeft en geprobeerd heeft zich "naar best vermogen, in te leven in een aantal heel menselijke scènes uit verschillende historische periodes". Het is maar de vraag of dit oude taalgebruik het juiste medium is voor deze liederen. Ik heb daar m'n twijfels over, omdat de teksten in deze vorm eigenlijk contrasteren met de meer hedendaagse  instrumentatie van de liederen. Ik zou dan ook graag van Guido willen weten waarom hij voor deze vorm heeft gekozen.

Blijft staande dat Floes een van de beste Vlaamse albums van het, bijna,afgelopen jaar op haar cv kan bijschrijven. Subliem instrumentaal spel, prachtige zang en, eerlijk is eerlijk, een aantal ijzersterke liederen.

Assie Aukes - waardering: 8