Gjallarhorn - Rimfaxe - Westpark Music CD 87130
Bij elke nieuwe Gjallarhorn CD horen blijkbaar personeelswisselingen. In de tien jaar dat Gjallarhorn nu bestaat is zangeres/violiste Jenny Wilhelm nog het enige oorspronkelijk lid. Het was even schrikken toen ik las dat didgeridoo speler Tommy Mansikka-Aho Gjallarhorn verlaten had. Samen met Jenny Wilhelm was hij tussen 1996-2004 toch gezichtsbepalend voor Gjallarhorn. In zijn plaats kwam een grote fluitist uit de Zweedse muziek: Göran Månsson. Die leverde met Inland en Mon al twee belangwekkende CD's af. Ook zijn CD Met Sven Åberg, Spar is zeer de moeite waard.
Nieuw is ook percussionist Peter Berndalen. De wat ingevoerde liefhebber kent hem misschien van het Noorse [Ni:d]. Hij doet absoluut niet onder voor percussioniste Sara Puljula die nog op de vorige Gjallarhorn CD actief was. Sterker nog, ik schaal hem in op het nivo Terje Isungset (o.a. Groupa). Ook met een volstrekt eigen stijl waarin hij met handen en voeten zeer complexe ritmes uit zijn percussie-arsenaal tovert. In zijn handen wordt de percussie veel meer dan "slechts" begeleiding.
Nieuw in de sound van Gjallarhorn zijn de orkestrale bijdragen van de St. Petersburg Chamber Philharmonic die op vernuftige wijze door een aantal composities gemixt zijn. In het titelnummer Rimfaxe bijvoorbeeld. Daarin blijkt zangeres Jenny Wilhelm over genoeg vocale power te beschikken om het volume van het orkest te weerstaan. En hoor eens hoe mooi mandola en fluit alle ruimte krijgen van het orkest in de ballad Systrarna. Het orkest
zet hier slechts accenten waardoor het Gjallarhorn instrumentarium nog beter tot zijn recht komt. Ik las een recensie waarin de bijdrage van het orkest afgedaan als bombast. Daarvan is is absoluut geen sprake. Het gaat van fluisterzacht tot uitbundig, maar nergens overheersen de orkestklanken. Sterker nog, ze voegen iets toe, zoals de onheilspellende violen in Systrarna of de felleuithalen in Blacken. Daarin is werkelijk sprake van moderne symfonische folkmuziek.
Wat gelukkig gebleven is, is de prachtige drone in de muziek van Gjallarhorn. Weliswaar niet meer voortgebracht door de didgeridoo, maar door een instrument dat eigenlijk uit de Barokmuziek komt: de sub-contrabas blokfluit. Een gevaarte van ruim anderhalve meter lang waar prachtige lage tonen uitkomen. Het instrument heeft veel meer mogelijkheden dan een didgeridoo. Göran Månsson bespeelt dit instrument op een manier die je niet associeert met
Barokmuziek. Ik weet het niet zeker, maar denk dat het instrument is aangepast. Anders kan ik de zware electronische bastonen, met hier en daar wat distortion, in nummers als Kokkovirsi, Blacken of Hymn niet verklaren.
Aan het repertoire van Gjallarhorn is niet veel veranderd: Noorse mythologie, Zweedse volksverhalen, religieuse muziek en een Finse runesongs vormen nog steeds de ruggegraat.
Voor het eerst echter horen we Jenny Wilhelm in het Gaelic een Sean-nós nummer zingen: Gråning. Wanneer Göran Månsson daar een pastoraal werkje doorheen weeft op zijn offersdalpipa is er is er niet aleen letterlijk sprake van grensoverschrijdende folk. Het valt telkens weer op hoe makkelijk met name Scandinavische groepen van sacrale muziek echte folkmuziek maken. De heldere stem van Wilhelm en de fluit van Mansson zorgen in Hymn voor prachtige tweestemmigheid. Het zijn stevige klappen die percussionist Peter Berndalen op het eind van dat nummer uitdeelt. Die zijn nodig ook, om de uit zijn dak gaande Göran Månsson op zijn sub-contrabas blokfluit van repliek te dienen.
Jenny Wilhelm heeft een naam hoog te houden als het om het zgn.kulning gaat. Een manier van zingen gebaseerd op "cow-calling" waarin al improviserend de hoogste tonen worden gehaald. Ze deed het al op Grimborg (långtaren) en op Sofn (Dejeliloch Lagerman). In iVall @Ley krijgt de Kulning een fantastisch jazzy vervolg via de sub-contrabas blokfluit en de strakke percussie.
Ondanks alle power die op deze CD verzameld is de mandola van Adrian Jones onmisbaar in het Gjallarhorn geluid. Ik noemde zijn bijdrage in Systrarna al, maar in Staffan is die mandola weergaloos. Na een statig intro ontstaat, onder aanvoering van de mandola, een bijna vrolijk nummer als het tempo omhoog gaat. Taklax 1034 en Taklax 1037 zijn oude fiddle tunes van de hand van John Erik Taklax. In de uitvoering blijft Gjallarhorn hier dicht bij de traditie.
Gjallarhorn levert met deze Rimfaxe een van de betere CD's af uit 2006. Geen CD die zijn geheimen meteen prijsgeeft. Je moet er echt een paar keer geconcentreerd voor gaan zitten.
Geluidstechnisch ook dik in orde. Dat is niet echt een wonder als je leest wie verantwoordelijk was voor de opnames. Meervoudig Grammy-winnaar Bruce Swedien, Amerikaan met Zweedse roots,mixer voor o.a. Quincy Jones, Michael Jackson en Ella Fitzgerald.
Wie de kans heeft moet Gjallerhorn in februari gaan bekijken. Je zult er voor moeten afzakken naar onze zuiderburen:
2/2 CC Halle
3/2 CC Gildhof
4/2 CC Leopoldsburg
7/2 CC Vilvoorde
8/2 CC Ternat
Paul, waardering: 9