törf - olipodrigo
Törf - Olipodrigo - Eigen beheer - www.torf.nl

Als er één groep in ons land is die lyriek en meeslependheid van de combinatie viool, doedelzakken, fluiten en accordeon uitnut, dan is het wel Törf uit Groningen. Die weemoed gaat in knappe arrangementen verrassend samen met strak stuwend snarenspel op gitaren, bouzouki, mandoline en bas. De karakteristieke zang van voordrachtskunstenaar Henk Scholte in zijn eigen Grunneger taol versterkt Törfs unieke identiteit. Als hun jongste album Olipodrigo dan ook nog eens over blijkt te lopen van oorstrelende melodieën, dan moet je er wel van gaan houden.  

De titel van Törfs achtste album is ontleend aan het Spaanse ‘olla podrida' wat zoveel betekent als stamppot. Waar Törfs laatste albums meer thematisch van opzet waren, heeft Olipodrigo - net als een stamppot -  meer ingrediënten in zich. Törfs eigen Groninger traditie wordt gemakkelijk vermengd met Mediterrane, Galicische, Jiddische en Ierse klanken. Als vanzelfsprekend voegt Törf bijvoorbeeld een traditionele Groningse klompendansachtige melodie samen met een tarantella.

Die Groningse dans was halverwege de 19de eeuw in Leens opgetekend door onderwijzer Jacob Pieters Beukema, aan wiens manuscript vol dansmelodieën Törf eerder een complete CD wijdde. Traditioneel materiaal dus, zoals ook het wonderschone doedelzakduet in het Galicische Processione / Paso doble do Berbes. Maar Olipodrogo bevat toch meest eigen composities, wel nog steeds geïnspireerd door de traditie maar met een akoestische snarendrang van nu.

Törf verklankt graag Groningse dichters. Olipodrigo is ook wat dat betreft diverser dan bijvoorbeeld de voorganger Op Roemte ('01) die helemaal draaide om de landschapspoëzie van Jan Boer. Naast gedichten zijn er nu traditionals, zoals het Nederlandstalige De Verkeerde keuze (...op die schone hoge bergen..). Ook zijn er eigen liedjes, waaronder het beklijvende Loat mie heuren... van de hand van bassist Eddy de Jonge.
Maar Olipodrigo bevat dus traditiegetrouw ook enkele gedichten. Leeft er liefde voor letters in je lijf, dan is ‘t dus weer smullen. Wat dacht je van de volgende regels uit Twijstried van Simon van Wattum:
...mit woapens as n penne op pepier / mit woorden as n ganzenrieg aan locht / 't  v-taiken schrievend van verrek of vlucht...
 
Waar Törf in de huidige zevenmans bezetting krachtig massief kan klinken, behoudt de muziek gelukkig nog steeds een aangename transparantie. Prachtig zoals doedelzakken en viool harmoniëren, de accordeon, de blokfluit en soms de chalumeau/klarinet weemoed toevoegen en hoe de bouzouki het ene moment klinkt als een middeleeuwse luit en het andere moment stuwend rockt. Törfs sound kent weliswaar een melancholische gedragen ondertoon maar is eerder lichtvoetig dan zwaar op de hand.

Törf grossiert in fraaie melodieën. Daar horen zeker ook de twee Driekoningenliedjes bij. Beide sterk uitgewerkt. Mooi samenspel tussen accordeon en viool voert Starregesangh naar grote hoogte. In het Drij Keuningenlaid wordt de gedragen zang omgeven door subtiele snaren en een lyrische viool. Als de ster in zicht komt kleurt de mandoline ook plots helder. Aardige vondst.

Törf bestaat al vanaf 1975. De laatste jaren is de groep uitgebreid tot een 7-mansformatie. De gedreven gitarist Jos Kwakman keerde na jaren afwezigheid in 2002 weer terug in de groep, waar hij naast Flip Rodenburg nu ook de doedelzak bespeelt. Hij volgde zijn Tarducci-maat violist Marius Greiner (viool), die zich in 2001 bij Törf aansloot na zijn geslaagde gastinbreng op het album Op Roemte.  

Greiner is snel gegroeid tot een spil in het geluid van Törf. In eerste instantie door de mooie toon van zijn viool in zowel lyriek als venijn; klassiek geschoold - maar ook into Irish folk - benut hij de complete lengte van zijn strijkstok. In het eerste nummer geeft hij met enkele felle halen meteen op indrukwekkende wijze zijn visitekaartje af. Maar bepalender is nog dat zijn ervaring in de mediterrane groep Tarducci doorklinkt in Törfs huidige arrangementen.

Zanger Henk Scholte is de andere geluidsbepalende factor van de groep. Als je deze markante frontman en oprichter van Törf (samen met bassist Eddy de Jonge) in eerste instantie hoort val je niet meteen van je stoel om zijn zangkwaliteiten. Zijn stem is mooi, maar ook wat onvast. Hij  compenseert dat met theatrale soms declamerende voordracht. Op Olipodrigo stelt hij zich kwetsbaar op. Hij zingt in enkele nummers gepolijster dan ooit. Daarin slaagt hij ten dele. Liever hoor ik hem toch in al zijn authentieke rauwheid.

In de persoon van piper Flip Rodenburg beschikt Törf over nog een zanger. Hij zingt al jaren tijdens de live-concerten het Friese lied ‘Oan ‘e  dyk fan Keimptille'. Nu is het op Olipodrogo vastgelegd in een smaakvol breekbaar bloot arrangement met  enkel subtiel twinkelende snaren en Rodenburgs gedragen zang, die net als die van Henk Scholte, wel eens op de randen van de juiste toon balanceert.

De complete samenstelling van Törf ziet er als volgt uit: Henk Scholte (zang), Bert Ridderbos (cittern, gitaren, bouzouki, banjo), Geert Ridderbos (accordeon, blokfluit), Eddy de Jonge (bas en gitaar), Marius Greiner (viool, mandoline, turkse trom), Flip Rodenburg (doedelzakken, pommer, tin-whistle, zang), Jos Kwakman (gitaar, doedelzak, darbucca).

Henk - Waardering 9