palio-parea - rendez-vous
Palio-Paréa - Rendez-Vous - eigen beheer (CHARA productions) - www.palioparea.nl

De kern van Palio-Paréa bestaat uit het trio Margôt Schenk, Loek Schrievers en Carel van Rijn. Zij brengen Griekse muziek, en wel vooral rembétika, stadsliederen uit het begin van de vorige eeuw over de zelfkant van het leven. Op hun nieuwe cd Rendez-Vous staan nummers uit hun theaterprogramma Randevoú, dat zij ook in het najaar nog zullen spelen in diverse Nederlandse zalen. Vanaf 28 september doet de groep enkele cd-presentaties.

Palio-Paréa is een Griekse uitdrukking voor 'oude vrienden bij elkaar'. Voor hun nieuwe cd (en theaterprogramma) zocht de groep liederen die vergeten of bijna vergeten zijn in Griekenland. Daarnaast hebben ze twee eigen composities en enkele nieuwe Griekse stukken toegevoegd, zodat de luisteraar een beeld krijgt van de rembétika en de laïká, de populairdere variant daarvan. Liederen over verloren of onbeantwoorde liefde, drugs (met name hash) en het leven op zich worden gespeeld met de klanken van bouzouki en gitaar, maar ook instrumenten als baglamas (een soort mini-luit) en tzouras (luit die tussen baglamas en bouzouki in zit) zijn te horen. Bovendien hanteert Schrievers ook nog de mandoline en de ud, waarmee duidelijk wordt dat de muziek van de rembétika een mengeling is van oost en west.

Die menging ontstond deels noodgedwongen, na de zogenaamde Megali Katastrofi, de grote Klein-Aziatische ramp die zich voltrok nadat Smyrna (het huidige Izmir) in 1922 door de Turken op de Grieken was veroverd, waarbij vele slachtoffers te betreuren waren. Bij het verdrag van Lausanne dat daarop volgde werd bepaald dat alle in Turkije wonende Grieken (lees hier: orthodoxen) naar Griekenland moesten en de moslims die in Griekenland woonden moesten "terug" naar Turkije. Het ging hierbij aan beide kanten vaak om mensen die al generaties lang in een gebied woonden, maar het leek de internationale gemeenschap een eenvoudige oplossing om toekomstige spanningen in de regio te voorkomen. De vluchtelingen uit Smyrna namen hun eigen muziekcultuur mee naar havensteden als Piraeus of Thessaloniki, alwaar in de tekés (cafés waar hash gerookt werd) rond 1900 de Griekse rembétika was ontstaan. Er wordt gesproken van een Smyrna-stijl (met viool en accordeon) die opgevolgd wordt door de Piraeus-stijl (met bouzouki). Tijdens de dictatuur van Metaxas in Griekenland ontstaat de laïká, waarin niet zo kritisch gezongen wordt over het vaderland. Mikis Theodorakis is een van de componisten die deze vorm populair weet te maken onder een breed publiek. In de jaren zeventig ontstaat langzamerhand een revival van het oude werk, en vanaf de jaren negentig houdt ook het Nederlandse Palio-Paréa zich bezig met het opgraven van dit Griekse erfgoed en met het toevoegen van nieuwe composities daaraan, iets wat in het land zelf nog veel te weinig gebeurt.

Een paar jaar geleden zag ik Palio-Paréa optreden en dat was voor mij direct een aanleiding om hun live-cd Club Chara aan te schaffen. Inmiddels is de samenstelling wat kleiner geworden na het vertrek van Mattie Tans vorig jaar. Dat betekent dat Margôt Schenk de leadzang voor haar rekening neemt. Dat doet ze met een warmdonkere, wat nasale stem, die ze met veel gevoel gebruikt in nummers als Dhen Me Thélis Pia (Jij wilt me niet meer), uit 1933, waarop de Griekse gastviolist Tákis Sidéris een heerlijk melancholieke klank meegeeft aan het lied, of de veel jongere compositie Anarotiéme (Ik vraag me af, 2000) van Loek Schrievers, met subtiele percussie. Mijn favoriet van de plaat is Pandotiná Tha S'Agapo (Ik zal altijd van je houden), een stuk van Y. Lembésis van eind jaren negentig, dat niet zo zoet klinkt als de titel doet vermoeden. Schenk zingt dit als een ballad, en wanneer ze (drie keer in dit lied) de hoogte ingaat aan het einde van de zin bezorgt mij dat gewoonweg kippevel. Vrolijk en ontspannen klinken dan weer To Símera Metrá (Alleen het heden telt, ook van Schrievers) en Tis Mastoúras o Skopós (de melodie van de mastoúra, dat is de toestand van het high zijn), een nummer uit 1946 van V. Tsitsánis, over de geneugten van het roken van hash met een waterpijp. Erg aanstekelijk klinkt tenslotte de afsluiter, een instrumentaal met de titel Mi Me Pismatónis (Wees niet koppig, een compositie van M. Vamvakáris uit 1939), die aan het einde een tintje weemoed krijgt.

Rembétika wordt wel vergeleken met de blues, en gezien de inhoud van de teksten is dat niet vreemd. Qua klank doet het meer denken aan tango of flamenco, die ook vaak een geschiedenis vertellen van de onderkant van de samenleving met veel geweld. Palio-Paréa vertolkt deze muziek met hart en ziel en dat is mischien de reden dat ze zelfs in Griekenland gevraagd worden om op te treden. De cd Rendez-Vous had even nodig, maar heeft zich inmiddels stevig genesteld in mijn hoofd. Aangezien ik het Grieks niet machtig ben, kan ik niet beoordelen hoe dat klinkt uit de mond van zangeres Margôt Schenk. Haar dictie is in elk geval helder en duidelijk, dat is wel te horen. De muzikale begeleiding is ook in orde. Met name de gitaar van Carel van Rijn (die vaak het ritme aangeeft) kleurt het lichte geluid van de bouzouki-varianten wat donkerder in. Loek Schrievers is ondertussen al bezig met een nieuw project, hij zet teksten van de Griekse dichter K.P. Kavafis op muziek, een karwei waar de Grieken zelf zich nog niet aan gewaagd hebben. Ik zag al lovende kritieken over enkele nummers die Palio-Paréa al hiervan uitvoert en ben, na het horen van Rendez-Vous, zeer benieuwd naar het eindresultaat.

Mirjam Adriaans, waardering: 8,5