CDs
EmBRUN debuteert met prachtige melodieën, maar soms te gejaagd
België is weer een balfolk-cd rijker. Energiek en gevoelvol gespeeld op instrumenten als draailier, sax, klarinet, trekzak, uillean pipes, bombarde, accordeon, percussie en bas. Van traditioneel tot vernieuwend en soms zelfs experimenteel. Bij elk nummer staat in het begeleidende boekje welke dans het betreft, een jig, hanter dro, bourrée in 3 of in 2 tijden, een wals, scottish, cercle, mazurka, tarantella, andro of polka.
Ooit speelden de Vlaamse jongens Bert Leemans, Jonas Scheys en Ludo Stichelmeyer in de groep Broekzak hoofdzakelijk Ierse muziek. Ze woonden alle drie in Meerbeke. Bert wilde iets anders. Zag in de atlas de plaatsnaam Embrun en vond dat wel wat. Op Flanders Ethno, een jaarlijkse stageweek voor Europees folktalent, leerde hij Toon Van Mierlo kennen en op stages in Gooik Harald Bauweraerts. Embrun was een feit. Later werden - om op te vallen - enkele kleine letters omgetoverd in kapitalen zodat de groep nu op de affiches prijkt als EmBRUN.
Ze wierpen zich op Vlaams/Franse folk. Louter instrumentaal. Binnen de kortste tijd werden ze graag gevraagd als balfolkgroep. Aan een album dachten ze nog niet. Dat kwam pas twee jaar later toen Rock(!)ralley-winst twee dagen studiotijd opleverde. Nu, een jaar verder, is hun titelloze debuutalbum verschenen. De presentatie aan het Nederlandse publiek is op zondag 13 augustus. 's Middags om 14:30 uur op het Alkmaarse Canadaplein tijdens Zomer op het Plein en 's avonds om 19:15 uur op het hoofdpodium van Folkwoods in Nuenen, het festival waar ze al eerder met veel succes optraden.
Het album kent over het algemeen een opgewonden karakter door nummers als de Frans gekleurde jig Gigoloco met overgedubde blazers (de wonderbaarlijke saxvermenigvuldiging), de opzwepende feestelijke klezmerpolka onder de naam EmBRUN-polka's, en de energieke andro Isostar (what's in a name), swingend als een gek met een typische Bretonse bombarde-sound van Van Mierlo, een alsmaar doordraaiende en spannend experimenterende draailier plus een funky ploppende bas van Jonas Scheys, een 21ste eeuwse andro dus.
Vanuit het energieke ontwikkelt zich soms een trance. Twee scottishen - Scottish voor Johan en Purple. L.Hurricane - lopen naadloos in elkaar over. De alsmaardoordraaiendelier brengt je welhaast in trance, hetgeen nog eens versterkt wordt door terughoudende maar onontkoombare smaakvolle percussie door Ludo Stichelmeyer op ondermeer gedempte bekkens.
Creativiteit (prachtig hoesje) en humor zijn voldoende voor handen. De titel van het nummer Bour1 ware beter Boereën geweest gezien de startende tractor als begintonen bij deze fraaie bourrées.
Meest onder de indruk ben ik van de kwaliteit van enkele melodieën. In de drie mooiste nummers zijn ze meeslepend en zondermeer beklijvend. Zoals in de huppelende Bretons getinte hantandro La Belle Dame (Toon van Mierlo) , of in het keltisch getinte Yazurka (Bert Leemans), een rustige mazurka met een hoofdrol voor gevoelige accordeon, compleet met versierende low whistle en twinkelende snaren van gastmuzikant/producer Philip Masure (o.a. Comas en Floes). De schoonste en tevens inventiefste melodie is wat mij betreft die van de Petekindjeswals (Toon van Mierlo) met een warme klarinetintro en een haarzuiver opgenomen lyrische accordeon - je hoort de de knoppen heen en weer gaan - , zalig... om te zoenen.
Mooie melodieën dus, maar niet altijd voor de hand liggende. Met name blazer Toon van Mierlo weet te verrassen met ongewone toonladdertjes. Zoals ook Harald Bouweraerts op draailier creatief stoeit met de melodielijn in de opgewonden rockende cercle Sleeping fingers, die iets van een Lúanasa-achtige urgentie kent met de uitspatterige opgetilde noten op uillean pipes van Van Mierlo en de superdrive op gitaar door Philip Masure. Ga dat horen!
Vergelijkingen met andere bands zijn gauw gemaakt. Zo lijkt de inspiratie de ene keer te komen van DJAL de andere keer van Skolvan, en ik noemde al Lúnasa. Harald Bauweraarts laat zijn electro-acoustische draailier soms net zo zingen als een van zijn grote voorbeelden: Gilles Chabenat.
Toch is het Bauweraarts' nadrukkelijke accentuering van de ritmes - door middel van de snaar die de trompetkam in de tangentenkast van de draailier beroert - die mij op den duur op de zenuwen begint te werken. Met name de snelle nummers krijgen door zijn aanpak iets gejaagds. Het zou het luisterplezier sowieso goed gedaan hebben als er nog iets meer rustmomenten waren ingebouwd.
Voor mij had de rol van de accordeon prominenter gemogen. Natuurlijk is Toon van Mierlo op saxen, klarinet, fluiten, pipes en bombarde een groot talent en schrijft hij knappe composities (acht van de twaalf). Maar ik zag EmBRUN eens schitteren zonder Van Mierlo op een festival in Raamsdonksveer. De hoofdrol was toen noodgedwongen (Toon was ziek) voor accordeonist Bert Leemans. Dat beviel mij zeer. Zou EmBRUN de draailier en blaasinstrumenten meer naar voren halen ten opzichte van de gebruikelijker accordeon, om daarmee een unieker geluid in de Vlaamse folkwereld te verkrijgen? Voor zo'n positionering is wat te zeggen, hoewel ik me afvraag of we daarmee wel het oorstrelendste EmBRUN krijgen te horen...
EmBRUN is:
Toon Van Mierlo (doedelzakken, klarinet, saxen, diatonische accordeon, fluiten en bombarde), Jonas Scheys (elektrische en akoestische bas), Bert Leemans (chromatisch accordeon), Harald Bauweraerts (electro-akoestische draailier), Ludo Stichelmeyer (percussie).
Henk - Waardering 7,5