frances black - this love will carry

Frances Black - This Love Will Carry, 2CD - DARA TORTVCD 1172


Frances Black is geneigd gevoelige nummers té melodramatisch neer te zetten. Steeds balanceert ze op de rand van de afgrond. Legt ze juist voldoende emotie in haar stem, of overdrijft ze. Of krijgen de instrumenten al of niet teveel galm mee. Gaat het goed dan is het prachtig, zo niet dan wordt het doorzappen. Haar solo-albums lijden daaronder. Haar recente dubbel-album This Love Will Carry evenzeer. Niet dat het allemaal nieuw werk bevat. Het is een carrière-overzicht van in totaal 25 nummers waaronder enkele nieuwe.    

Toch zijn er veel mensen die van haar stem houden. Ze ontving belangrijke  onderscheidingen. Bovendien is ze een warme podiumpersoonlijkheid. Het is een innemend en gevoelig mens met één zwakke kant, als ze drinkt weet ze geen maat te houden. Dat is geen geheim, want in de Ierse pers praat ze daar openlijk over. Of alcoholgebruik van invloed is op de onevenwichtige dosering van emotie in haar uitvoeringen, blijft speculatief. Na een nieuwe terugval, toen haar moeder overleed, is ze nu weer clean en studeert ze voor afkick-consulente.  

Overacting, of niet... Het heeft er alle schijn van dat het erger wordt naarmate de jaren vorderen. Het meest rampzalig is de zwijmelende vertolking van de traditional Foggy Dew zoals ze die recent opnam. Het is een van de slechts drie ‘nieuwe' nummers op dit album; een draak van een versie met Jimmy Smith op gitaren, keyboards en bas. Te traag voortslepend, teveel echo op snaren en een zweverige synthesizer...

Ook nieuw, en eveneens - zij het in iets mindere mate - te dik aangezet, is het titelnummer. This Love will carry (Dougie McLean) nam Frances vroeger al eens op (The Black Family - Time for touching home '89), maar nu is het er in een nieuwe versie met Jimmy Smyth op gitaren, James Blennerhassett op double bass, Maire Breatnach op viola en Pat Fitzpatrick op piano.
Het derde nieuwe nummer is The Hills of South Armagh van Briege Murphy, ook alweer met zo'n overdosis galm op de snaren. Het is een duet van Frances met haar 25-jarige dochter Aoife Scott. Haar stem moet nog groeien, klinkt nu nog een tikkie kinderlijk.  

Vanaf welk moment Frances Black ontspoorde met haar vibrato is niet exact aan te geven. Uit '92 stamt haar samenwerkingsalbum met Kieran Goss. Het uptempo  I've Just Seen a Face klinkt vocaal goed evenals het poppy Forever Lovin You, maar Time galmt al flink. Vreemd genoeg staat er op dit overzichts-album geen track van haar eerste solo-album Talk To Me uit '94 dat destijds goed verkocht. White Dress (Dave Swarbrick) dat ze in '95 op single opnam en dat een jaar later verscheen als bonus-track op haar derde solo-album The Smile On Your Face, krijgt net het voordeel van de twijfel. The Sky Roads (Jimmy MacCarthy) van haar tweede gelijknamige solo-album ('95) is een prachtnummer, maar  bevindt zich ook al in de gevarenzone. Later gaat het mis, zoals het overgevoelige How Sweet The Tune van  How High The Moon ('03) bewijst.   

Boeiend is dat er enkele nummers op dit dubbelalbum staan, die ooit op cd's van samenwerkingsprojecten met anderen verschenen of op compilatie-cd's.
Zo is er The Bantry Girl's Lament dat in '99 is opgenomen op Joanie Madden's album ‘Songs of the Irish Whistle, Volume 2'.  Frances wordt bijgestaan door zus Mary. Joanie Madden blinkt uit op whistles, maar synthesizer en galm zorgen voor teveel bling bling. Fraai is Hó Ró  M'Iníon Donn Bhóidheach, het samen met zus Mary in ‘t gaelic gezongen duet dat eerder verscheen op het compilatie-album Eist Arís ('01), in de begeleiding hoor je Pat Crowley op piano en accordeon en Declan Sinnott op gitaar.

Zoals gezegd, hoe ouder de nummers, hoe minder overdreven vibratie of galm. De moeite waard zijn dus de vier nummers van het album After The Ball dat ze in '91 opnam met de supergroep Arcady met onder andere good old Jacky Daly op accordeon.
Okay zijn dus ook de nummers die ze opnam met haar broers Shay, Michael en Martin en zus Mary als The Black Family in ‘89. De vibratie was er toen natuurlijk ook al, maar nog niet storend. Van dat album Time for Touching Home uit '89 hoor je Time Alone (Nancy Griffith) met een aardse opening op uillean pipes door Peter Brown, en Weave And Mend (Mary Trup/Ann Cameron) met subtiel snarenspel en prachtige samenzang. Die samenzang is nog opvallender op het bekende Rathlin Island dat The Black Family echter veel later opnam, namelijk in 2004 op het album Our Time Together dus met helaas meer overacting in Frances' stem, welk euvel eveneens kleeft aan All That You Ask Me van datzelfde album.

Henk - Waardering 6,5