CDs
Larkin Grimm en The Big Huge: Magere freefolk
Larkin Grimm - Harpoon - Secret Eye / Clear Spot
The Big Huge - A Woven Page of Silver Light (EP) - Secret Eye / Clear Spot
De freefolk in de Verenigde Staten van de afgelopen jaren - denk aan Devendra Banhart cs - kun je beschouwen als een reactie op de vercommercialisering en de muzikale armoede van de huidige popmuziek. Rockmusici laten de kassavullers van de muziekindustrie links liggen en duiken in muziek van oude folkies, psychedelische voorgangers en zelfs freejazz. Deze stroming wordt behalve ‘freefolk' ook wel ‘freakfolk' of ‘new weird America' genoemd.
Met name het laatste labeltje geeft een juiste indruk van de muziek van Larkin Grimm op haar solodebuut Harpoon. Niet zozeer de woorden new en america, maar wel weird! Hoor mij eens kunstzinnig, alternatief en artistiek bezig zijn, denkt ze bijna hardop. Psychedelische folk, maar je kunt evengoed zeggen akoestische piep-knars muziek.
Ze maakte tot voor kort deel uit van de psycho-rock formatie Dirty Projectors. Geboren in een commune groeide ze op in een familie van zangers en fiddlers in de uitlopers van de Apalachen. Daar voelt ze zich ongetwijfeld thuis in kringen van ‘oude hippies' die zich daar enkele decennia geleden vanuit de grote steden aan de oostkust terugtrokken voor een leven ‘back to nature'.
Larkin Grimm bedient zichzelf vooral van Apalachan dulcimer, maar je hoort ook een krakkemikkige akoestische gitaar, koebel, een aftands drumstel en een theekistbas. Een enkele keer wordt 't een en andere elektronisch vervormd, als ware het radiosignalen van een verre planeet. Daar lijkt ze zelf ook vandaan te komen als je nu en dan haar vocale strapatsen hoort die (te) nadrukkelijk de boventoon voeren. Soms is daar geen touw aan vast te knopen. Gaat het enkel om sferen. Grimms stemoefeningen, die leiden tot gejammer en gekweel maar ook hoogstaande stemacrobatiek, worden over elkaar heen gedubd, soms zelfs zo'n zeven keer. Daarmee wordt een gekte bereikt waaraan ‘n Björk een puntje kan zuigen.
Al die stemmen van die ene Grimm tuimelen over elkaar heen. Als deze Babylonische spraakverwarring je bijna naar seresta of een dubbele whiskey doet grijpen word je plots ondergedompeld in een warm bad van welhaast lyrische klanken. Daarin herken je dan opgelucht iets van een traditional zoals in ‘Pigeon Food', ‘Go Gently', of ‘Don't Come Down, Darkness'. Het sfeervol a capella gezongen ‘Harpoon Baptism' lijkt ook zoiets tot een hysterisch lachbui het de nek omdraait. In andere nummers als ‘Future Friend' kan een weldadige rust met twinkelende snaren en vervreemdende zang plots geluidsbox- en trommelvliesbeschadigend worden doorbroken met een ijselijke kreet.
Dit album is verschenen op het Secret Eye-label dat vooral aan psychedelia en progressieve(re) folk doet, aldus Clear Spot in Alkmaar dat in Nederland de distributie doet. Het huis van Secret Eye kent echter meerdere kamers. Waar Larkin Grimm de avantgardistische donkerte van de kelder opzoekt, is er The Big Huge die in de serre wat zonnestraaltjes binnen laat met een traditionele Britse folk sound.
The Big Huge is een project van Drew Nelson (zang, banjo) uit Baltimore. Na de split van zijn instrumentale ambient groep Sonna is hij teruggekeerd naar zijn geliefde akoestische instrumentatie. Eerst resulteerde dat nog in poppy folk op het album Crown Your Head With Flowers..., maar op de EP ‘A Woven Page of Silver Light' is hij nu helemaal op de traditionele Britse tour. Twee andere muzikanten dragen hun steentje bij op ukelele, banjo, accordeon, glockenspiel en (daar is weer) de dulcimer.
De naam van de groep is ontleend aan het uitstekende album met die naam van de The Incredible String Band uit 1968. Tja, de liefde voor Britse folk moet diep zitten. Secret Eye refereert bij de beschrijving van de muziek aan Wales en aan de Schotse zanger/gitarist Alasdair Roberts. In de zang van Nelson hoor ik eerder iets van een jonge wat weifelende Martin Carthy, een doorzeurende licht nasale tenor in een lange ballade waarmee de ep begint: Will I Follow You to the Sea. Ook het doordrenzende accordeonnetje doet daarin denken aan de jaren zestig, zeventig van de vorige eeuw. Op het stijlvreemde glockenspiel na in ‘Subtle Tune', ademen alle zeven nummer op deze ep iets van die Britse traditie; Van een loom besnaard morrisdansje tot van die typisch slepende ballades als ‘The Ballad of North Haywood'.
De lofi opnamen suggereren niet enkel wat spinnewebben rond de sound, maar ook een houding van terug naar eenvoud. Akoestische muziek zonder enige opsmuk. In de song North Country lijkt de zanger op de wc te zingen, terwijl de microfoon op de gang is achtergebleven. Dat de geluidsbalans nogal eens ver te zoeken is, maakt het allemaal nóg alternatiever. En dat slaat aan bij een publiek dat is afgeknapt op de zielloze popindustrie.
Hoewel The Big Huge aangenaam toegankelijk klinkt - zeker in verhouding tot Larkin Grimm - haalt hun aanpak het bij lange na niet bij wat de jonge Britse folkies er zelf met hun roots doen. Maar wie weet vormt de muziek van The Big Huge een richtingwijzer naar betere folk voor het jong alternatieve Amerikaanse publiek. Ten aanzien van het artistiekere Larkin Grimm waag ik dat te betwijfelen.
Henk
Waardering Larkin Grimm 6
Waardering The Big Huge 6,5