Michael McGoldrick - Wired (Vertical Records VERTCD074)

Ze bestaan nog steeds, folkpuristen die vernieuwing van traditionele muziek afdoen als modieus en dus tijdelijk. Dat mag, al valt daar wel wat op af te dingen. Er zullen in deze tijd, in tegenstelling tot de jaren '70, weinig folkliefhebbers zijn die bijv. de aanpak van Planxty revolutionair vinden. Inzichten veranderen dus met de tijd.

Misschien ook die van Earl Hitchner ("Irish Echo") die er in een recensie blijk van geeft weinig op te hebben met de moderne aanpak van McGoldrick en hem tussen de regels door nog verwijt dat er waarschijnlijk commerciële motieven ten grondslag liggen aan zijn aanpak Daarbij gooit McGoldrick zijn talent te grabbel te in een "quasi trad faux pop group" als Capercaillie, aldus Hitchner.

Laat ik maar meteen melden dat ik oneens ben met hem. McGoldrick heeft zich in zijn muzikaal verleden al laten kennen als een zeer integer muzikant die respectvol met traditionele muziek omgaat (Morning Rory of At First Light) maar tegelijk ook bruggen probeert te slaan tussen traditionele en moderne muziek ("Fused"). Niet uit commerciële motieven (al vindt natuurlijk elke muzikant dat zijn CD verkocht moet worden) maar uit de overtuiging dat via het integreren van andere stijlen zoals jazz en world, "folkmuziek" nieuw leven wordt ingeblazen. Met die opvatting is niet veel mis.

mcgoldrick - wired

In nauwe samenwerking met Capercaillie collega Donald Shaw werkte McGoldrick ruim 4 jaar aan deze Wired, opvolger van Fused. Hij heeft dus de tijd genomen voor deze nieuwe CD. Daarbij deed hij een beroep op 18 muzikanten. Met een deel daarvan speelde hij in het verleden samen. Dezi Donnely (fiddle) is een oude maat uit Toss the Feathers, John Jo Kelly (bodhran) en Ed Boyd (gitaar) komen uit Flook!, Ewen Vernal (bas), Donald Shaw (toetsen, samples), Manus Lunny (bouzouki) en Che Beresford (drums) zijn collega's uit Capercaillie.

De muziek op Wired laat zich het best omschrijven als crossover muziek met world/jazz invloeden. Denk nou niet dat we hier te maken hebben met een experimenteel album. In een aantal nummers klinkt McGoldrick, ondanks wat versieringen, minder vernieuwend dan gehoopt. The Hillsbrook Reels en Paddy in the Smoke klinken bekend in de oren.

Door de combinatie van instrumenten (toetsen, percussie, fluiten en bouzouki) krijg je hier dezelfde sound als Donal Lunny met Coolfin produceerde. Last House in the Village en The Desert Road leiden beiden aan hetzelfde euvel: behoorlijk monotoon en saai drumwerk. Daarbij is The Desert Road met bijna 8 minuten aan de lange kant. Je hoort hoe tegen het eind van het nummer een geforceerde overgang die het geheel nog even moet rekken maar veel oorspronkelijkheid zit er dan al lang niet meer in.

Eigenlijk zit je te wachten op een mooie muzikale inval, een verrassende wending. Zo eentje als in het flitsende openingsnummer Wired to the Moon. Een sterk nummer met overrompelend spel van Parv Bharat (tablas) waarin ook de overige percussiepartijen (bodhran, drums) zorgen voor dynamiek. Diezelfde fabuleuze percussie horen we terug in Famous last Words. Het geeft de muziek, naast een aangenaam exotisch tintje, ook een enorme drive Hoe goed een moderne aanpak kan werken is ook te horen in Strange Journey. Subtiele samples leggen een ambient klanktapijtje waarbij de fluit van McGoldrick en de flugelhoorn van Neil Yates wonderschoon harmoniëren.

Ik zocht tevergeefs in het hoesje naar de intrigerende Oosterse zangstem in Sophie's. Dat blijkt een gesampelde stem die prachtig past in het geluid van dwarsluit en uillean pipes (beiden McGoldrick). The Jolly Tinker (ook wel The Hen and the Clutch of The Timpan) is een bekende sessietune. Ik hoorde hem nog nooit in de combinatie van Rhodes piano/whistle/accordeon. Edinburgh Rock is de titel van het vervolg en bevat een onaards mooie solo op Flugelhoorn (Neil Yates).

Ook niet alledaags is de combinatie van marimba (Signy Jacobsdottir) en banjo (Alison Brown) in Glenuig Bay. Ik weet het, het leest heel experimenteel maar het klinkt in combinatie met het overige instrumentarium volkomen natuurlijk. Dat is misschien wel de grootste kracht van het koppel McGoldrick/Shaw: nieuwe interessante combinaties van instrumenten, explosieve percussie en briljant fluit- en koperwerk samenbrengen in gelaagde composities. Maar zoals gezegd, niet alles klinkt even fris en nieuw. In een paar nummers worden oude voorbeelden gekopieerd (Moving Hearts, Donal Lunny's Coolfin). Het geheel overtuigt echter en het is te hopen dat McGoldrick op een volgende CD zijn vernieuwingsdrang nog consequenter doorvoert.

Paul: waardering: 8-