The Thirsty Dog - Walk while you can... - Eigen beheer www.thethirstydog.nl
The Thirsty Dog heeft na de demo Als het schaap het goed vindt nu haar eerste full album uitgebracht. Walk while you can bevat begeesterde keltische akoestische pure pub-folk-rock. Dit Zwols/Utrechtse viertal wordt geïnspireerd door groepen als Flogging Molly, The Whiskey Priests, The Levellers en The Pogues. Zes van de tien nummers zijn van eigen makelij. De vier covers zijn The Hard Men (van Gary Miller van The Whiskey Priests), Hell's Dich (van Shane MacGowan en diens Pogues-maat Jem Finer), The Sick bed of Cuchulainn (MacGowan) en de Nits-klassieker The Dutch Mountains.
The Thirsty Dog komt niet zomaar uit de lucht vallen. De groep is in 2003 opgericht. Afgelopen juni stonden ze met succes op het FantaMagic festival in Nieuwegein en op de elfde editie van het Folk veur Volk Festival in het oud-Saksische boerderijendorp Oud Aalden. Begin augustus waren ze te zien op het Castlefest in Lisse naast groepen als Rapalje en Omnia. Vorig jaar stonden ze daar ook op de Elf Fantasy Fair.
Het viertal bestaat uit Lady Marianne oftwel Marianne (tin whistle, dwarsfluit, basgitaar en zang), Jester oftewel Jasper (zang, gitaar, banjo en 12-snarige gitaar), Dirty Davey oftewel David (zang, gitaar, djembé) en Don Accordeone oftewel Lars Veenboer (trekzak). Dan zijn er nog gastbijdragen van Willem Molenaar op bas (hij verzorgde de opnames), Esther Postema (altviool) en Fred (mandoline). Van de zes eigen nummers zijn de meeste van de hand van accordeonist Lars Veenboer.
Duidelijk is te horen wie Thirsty Dog tot hun belangrijkste favorieten rekent. Ze bezigen ook die stoere zang, hanteren lekkere grooves en breaks, maar het niveau van hun voorbeelden halen bij lange na niet. Vermoedelijk is dat ook allerminst hun bedoeling. Zij betitelen hun eigen muziek graag als muziek om op te stampen en te swingen. Van het enthousiasme waarmee ‘t gebracht wordt ga je dan ook op z'n minst kwispelen.
In het tekstboekje bedankt de groep Willem voor de produktie, het lachen en de opgetrokken wenkbrauwen. Dat laatste kan ik me goed voorstellen. Want wat maken ze er af en toe een zootje van. Aan elk nummer mankeert wel iets. De ene keer erger dan de andere. Zo lijdt The Dutch Mountains onder belabberde leadzang. In het allereerste nummer Jack W.Prior, gaat het meteen goed mis. Zowel percussionist als accordeonist vergalopperen zich in de snelle delen en om het vals zingende koortje te kunnen verdragen kun je jouw inmiddels jankende dog beter guinness of whiskey schenken. Tip: vat er zelf ook maar een, of twee, of meer.... Dit soort uitglijders is enkel te harden in een live-setting met guinness van de tap, of een heerlijke whiskey. Niet op cd.
Toch zou het niet eerlijk zijn The Thirsty Dog af te serveren als een stel klungels. De eigen composities zitten verrassend in elkaar met wisselende tempi, zoals het spannende The Isle of Skye. Het arrangement getuigt ook van originaliteit met het mysterieuze van de dwarsfluit en accordeon tegenover het aardse van de banjo. Zoals ook Master of the Game knap in elkaar steekt met een doordrenzende accordeon, gedreven snarenspel en theatrale zang. Mij beviel ook het rustiger accordeon-stuk dat als ‘geheime' toegift het album afsluit. Leuk is de overgang in Curse on the landlords naar een hoger stamptempo. En gedurfd dynamisch MacGowans cover The sickbedh [sic] of Cuchulainn. De voorganger van The Thirsty Dog ontleende haar naam trouwens aan dit laatste nummer: Sickbedh (van 2001 tot 2003).
In potentie kent The Thirsty Dog zeker mogelijkheden. Maar er zal nog heel wat Guinness door de tap van O'Leary's moeten stromen (de Ierse pub aan de Adelaarstraat 23-25 in Utrecht waar 24 september de cd-presentatie is), vooraleer die mogelijkheden er ook op cd goed uitkomen.
Henk - Waardering 6