Atzmon's aanklacht tegen commercie in muziek
Gilad Atzmon & The Orient House Ensmbel- musiK / re-arranging the 20th century - Enja TIP 888 848 2
Op zijn jongste album musiK drenkt saxofonist Gilad Atzmon Arabische, Joodse, Griekse, Turkse en Balkanklanken in een lyrisch, soms melancholisch, jazzy idioom met een dynamische inkleuring op sopraansax à la John Coltrane.
Atzmon blaast niet enkel op sopraan- maar ook op altsax, zoals hij ook overweg kan op klarinet, sol, trombone, shabbaabeh fluit en piccolo. Hier en daar tovert hij zelfs het geluid van een duduk tevoorschijn. Naast al deze blaasinstrumenten hoor je stem, accordeon, piano, lira, bouzouki, bandir, riqq, viool, trompet, contrabas en drums.
Hoewel hier en daar zelfs tango, ironie en cabaret doorsijpelt gaat het op musiK absoluut niet enkel om hapklare brokken. Dat kun je van Atzmon ook niet verwachten. Naast muzikant is hij namelijk ook filosoof. Zijn muziek moet meer zijn dan enkel oorstrelend.
De in Israël opgegroeide saxofonist/schrijver ziet als hospik met eigen ogen wat zijn landgenoten de Palestijnen aandoen in Israëlische concentratiekampen in Libanon. Hij breekt met zijn geboorteland en emigreert uiteindelijk naar Londen waar hij filosofie gaat studeren. Vanaf dan vecht deze muzikant - hij volgde het conservatorium in Israël - tegen de onderdrukking van het Palestijnse volk.
In tal van geschriften hekelt hij Sharon cs. Ook met zijn muziek wil hij het publiek overtuigen. Zijn band vernoemt hij naar The Orient House, het gebombardeerde hoofdkwartier van de Palestijnse autoriteit in Jeruzalem.
Op zijn vorige cd Exile (BBC Jazz Award '03) mixt hij Arabische en joodse muziek. Zo gebruikt hij een populair Israëlisch lied als melodie voor een gedicht van de Palestijnse dichter Mahmoud Darwish. En een oude joodse ballade over anti-semitische pogrom in de veertiger jaren doopt hij om in Jenin, de naam van een door Israëliërs verwoest Palestijns vluchtelingenkamp.
Nu, op musiK speelt dit minder een rol, hoewel het nummer Lily Marlene op een interessante manier enerzijds arabisch getint is en anderzijds iets van klezmer meekrijgt. Verder staat niet zozeer het Israëlisch-Palestijns conflict centraal. Nee, Atzmon klaagt op musiK de grip aan, die de commercie op muziek heeft gekregen. Maar dit statement brengt hij minder duidelijk over het voetlicht dan het vorige.
Atzmon heeft zijn album de ondertitel Re-arranging the 20th century meegegeven. Dat is nodig vindt hij: ‘Music became furniture, a matter of style, a mass global product, an extension of Levi jeans or a secondary product to Coca-Cola'. Het breed uitgesponnen nummer Re-arranging the 20th century begint met een gedeclameerde tekst door Robert Wyatt (ooit Soft Machine) die voldoende zegt over de vermeende duivelse commerciële invloed: ‘In the beginning was the bird and the bird was bop. That's bebop, short for Beelzebop...' De titel van zijn album musiK verklaart Atzmon met: ‘musiK is music when it is stripped of its market vallue'.
Vorig jaar stond Atzmon op de Music Meeting in Nijmegen met als begeleiders: Dumitru O. Fratila (Roemeense violist), Roman Viazzani (Italiaanse accordeonist), Frank Harrison (piano), Yaron Stavi (bas) en Asaf Sirkis (drums). Voor musiK heeft hij aan dit clubje ook nog toegevoegd de Argentijnse zanger Guillermo Rozenthuler, de Griekse lyra en bouzouki-speler Matthaios Tsahourides en good-old Robert Wyatt met stem en trompet.
Henk - Waardering 7,5