Image

Unieke vernieuwende sound


De Belgische groep (BUB) imponeert met haar nieuwe album Bubinga. De muziek is stevig, maar ook subtiel en bevat invloeden uit tal van stijlen. Je hoort rock, ska, pop, reggae, folk, maar bovenal links met jazz. Dat levert een uniek geluid op.

Waar valt hun muziek dan onder? Door de prominente rol van de doedelzak (voortreffelijk gespeeld door het muzikale brein Kim Delcour) en de steeds weer herkenbare voeling met traditionele muziek, hou ik het toch op folk. Maar met hun inventieve vrije aanpak verdienen ze evengoed een plek op het North Sea Jazz Festival.

De cd is geheel instrumentaal op het ene poppy Dreaming to fast na. Dat bevat een Engelstalige tekst gezongen door Delcour in een bedje van mellow-electro klanken van twee decennia terug. Eigenlijk is dit een vreemde eend in de verder muzikaal buitengewoon interessante bijt.

Uitgangspunt in de meeste stukken is steeds een mooie melodie. Daarop worden dan verrassende maatverdelingen losgelaten. Soms lijkt 't een ritmische ratjetoe, maar het komt altijd weer op z'n pootjes terecht, zoals in het jazzy Gaspacho Kiss.

Dynamiek is een sterk punt. De meeste nummers houden je op het puntje van je stoel. Zo begint Achille Couchon (Attention) met subtiele muziek die dan onverwacht op z'n Hoven Drovens heftig op zijn kop gezet wordt, overgaat in ska waarna plots Hoven Droven weer voorbij scheurt.

In het eerste nummer weet je al hoe laat het is. Muziek die het best gedijt op het hoogste volume. Chateau Pomme lijkt eventjes te lijden onder de bombast van de galmende elektrische gitaar en drums (Tim Somers). Maar de prachtige intro op doedelzak en het rustige intermezzo op diatonische accordeon (Pierre-Yves Berhn) stemmen gerust. Als het slot van dit openingnummer vervolgens een aanzwellende sax (Frank van Overstraeten) laat horen staat de nieuwsgierigheid naar wat volgt weer recht overeind.

Zoals gezegd veel inventiviteit in de composities én de arrangementen. Toch ben ik het meest gecharmeerd van die nummers waarin daar wat terughoudender mee omgesprongen wordt. Vergis je niet, ook dan word je aangenaam verrast zoals door een heftige Dan Ar Bras achtige gitaar (Winter Lavigne) in het yiddish-bretonse Baseball Uniform Bats. Of door een heerlijke tuba-partij in Scottisch voor Olle.

Blaasinstrumenten spelen een belangrijke rol. Frank van Overstraeten bevalt me uitstekende op zijn saxen evenals het spel op tuba en trombone door gastmuzikant Koen Tobback. En dan is er natuurlijk de doedelzak van Delcour. Uit de Bretonse muziek wisten we natuurlijk al langer hoe fraai saxen samen kunnen klinken met doelzak, maar (BUB) praktiseert dat minstens zo sterk.

Het album bevat twee nummers die wat mij betreft strijden om de eer van hoogtepunt. Duck & Cove r een live-opname (lijkt me) van een slow dancetune met gedreven percussie en het nummer Wals op Mars. Een verstild intro op accordeon wordt overgenomen door de doedelzak die op sommige momenten in een opperste staat van cohesie samenvloeit met de bedding die wordt gevormd door mooi fraserende donkere blaaspartijen op tuba, trombone en sax. Op het eind van het album lijkt een afgeleide van dit thema in een nóg traditionelere setting te worden herhaald in een toegift waaraan zo'n tien minuten stilte (waarom?) voorafgaat.

Henk - Waardering: 8,5