June Tabor – Ashore - Topic records TSCD577 / distributie: Music & Words
Al meer dan vijfendertig jaar zit June Tabor ‘in het vak’. Ze was een ‘slow starter’. Pas op 29-jarige leeftijd debuteerde de bibliothecaresse uit Londen in 1976 met het album Airs and graces, een album vol met a capella gezongen liederen. Maar haar bekendheid in dat jaar dankte ze vooral aan de samenwerking met Steeleye Span-zangeres Maddy Prior. Samen maakten ze het album Silly Sisters. Hoewel de titel van het album menigeen op een verkeerd been zette, was er sprake van een doorslaand succes. June Tabor kon zich geen betere start van haar muzikale carrière wensen. Inmiddels is ze al zo’n twintigtal albums verder en uitgegroeid tot een van de meest vooraanstaande zangeressen van de Britse folk. Haar soloalbums zijn van een dusdanig hoog niveau, dat het altijd moeilijk lijkt om dat niveau te evenaren, laat staan te overtreffen. Toch lukt het haar elke keer weer om met een overtuigend album voor den dag te komen. Daarnaast is van tijd tot tijd ruimte voor speciale projecten. Zo werkte ze met hart en ziel mee aan de eerste van de memorabele vredesconcerten in het West-Vlaamse Passendale. Ze werkte nog een keer samen met Maddy Prior als de Silly Sisters op No more to the dance uit 1988 en maakte in 1980 het prachtige album A cut above met stergitarist Martin Simpson. Alleen haar samenwerking met The Oysterband kon mij minder bekoren. Was het album Freedom and rain nog behoorlijk, de gezamenlijke concerten (o.a. Dranouter 1990) deden blijken dat haar stem absoluut niet opgewassen was tegen het elektrische geweld van die band.
Nu is er dan Ashore, een album met louter liederen die min of meer met de zee te maken hebben. Het hoesje laat een verbeten ogende Tabor zien. Een vrolijk album is Ashore dan ook niet geworden, maar dat zijn we wel gewend van haar. Maar oh la la, wat een stem! June Tabor mag dan de zestig al geruime tijd gepasseerd zijn, ze begint steeds beter te klinken. In de loop der jaren heeft haar stem een minuscuul rauw randje ontwikkeld, waardoor ze de emotionele lading van de liederen steeds beter tot hun recht laat komen.
June Tabor weet zich al jaren te omringen met een aantal puike muzikanten. Andy Cutting, Mark Emerson, Huw Warren en Tim Harries zijn niet de eersten de besten. Toch spelen ze volledig in dienst van de stem, geen noot te veel wordt er gespeeld. Een prachtige voorbeeld hiervan is het sombere The Brean lament, een lied over het feit dat menigeen vroeger geloofde dat verdronken zeeliederen als zeemeeuwen terugkeerden. Het nummer, gedeeltelijk gedeclameerd door Tabor, krijgt een zeer sfeervolle Satie-achtige begeleiding van piano, contrabas en spaarzame vioolklanken.
Shipbuilding is een van de sterkste Elvis Costello-liedjes. Hij schreef het in 1982 ten tijde van de Falkland-oorlog. Hij beschrijft in dit lied de tijdelijke Britse opleving van de scheepsindustrie, maar tevens het feit dat de gebouwde schepen met Britse soldaten naar Argentinië werden gezonden om te vechten in die gekke oorlog. June Tabor bewees live al meerdere malen dat dit lied haar op het lijf geschreven was. Gelukkig heeft ze het nu dan eindelijk ook op de plaat gezet. Costello zal het zeer waarschijnlijk met me eens zijn, dat de uitvoering van June Tabor de mooiste ooit is.
Het zal toeval zijn dat het album begint Finisterre, het nummer van Oysterband-violist Ian Telfer, dat ook te vinden is op Freedom and rain. Het is aardig om het verschil te beluisteren tussen de twee uitvoeringen. Klinkt de Oyster-uitvoering als een ouderwetse folksong, op Ashore weet Tabor het nummer volledig naar zich toe te trekken. Let ook op de invulling van de trekharmonica in het nummer. Oysterband-voorman John Jones speelt het hele nummer vol, terwijl Andy Cutting juist bewust stiltes laat vallen.
Zoals eerder gezegd, is de toon van Ashore vooral geladen. In het besef dat de boog niet altijd gespannen kan blijven, brengt June Tabor een tweetal wat luchtiger Franstalige liederen, voor zover luchtige liederen natuurlijk mogelijk zijn bij deze dame. Gelukkig zijn er ook nog enkele instrumentale stukken waarin de muzikanten hun beste beentje voorzetten. Terecht heeft Andy Cutting de hoofdrol in I’ll go and enlist for a sailor, ooit door John Kirkpatrick gespeeld en gezongen op het legendarische album Morris On. Met een zinderende uitvoering van Les Barker’s Across the wide ocean, waarop zangeres en instrumentalisten nog eenmaal alles uit de kast halen, wordt dit album afgesloten.
Ik denk niet dat ik overdrijf door te stellen dat June Tabor met Ashore een van de beste albums uit haar omvangrijke carrière heeft gemaakt. Gemakkelijk in het gehoor ligt de plaat niet, maar na enkele draaibeurten, vooral ’s avonds laat met een lekker glas wijn onder handbereik, is het echt genieten.
Assie Aukes