gerard van maasakkers - deze jongen
Gerard van Maasakkers - Deze Jongen - Music & Words cup8042

In een interview gaat het over de actualiteit in Afghanistan en uit hij zijn twijfels, weegt zijn woorden, zegt dat hij ook niet weet hoe het moet. Nee, een protestzanger die grote problemen aan de kaak stelt zal hij nooit worden, dat past ook niet bij hem. Deze jongen wijst niet, dicteert niet en dringt zijn mening niet op, een verademing in een maatschappij waarin iedereen om het hardst lijkt te schreeuwen om het eigen gelijk te halen. Gerard van Maasakkers is echter wel degelijk betrokken bij wat er om hem heen gebeurt. Dat laat hij ook horen in de liedjes van de zojuist verschenen cd Deze Jongen.

Na alle festiviteiten van de afgelopen twee jaar (dertigjarig jubileum, Gouden Harp) heeft Deze Jongen weer een wat soberder karakter gekregen. Natuurlijk is er bij Gerard van Maasakkers altijd nog ruimte voor uitbundigheid, zoals in Een Handvol Vrienden, 19 in 68, of Dansen (met slagwerkertjes uit Brazilië en vrolijke accordeon), stuk voor stuk liedjes met een min of meer persoonlijk verhaal, maar voor mij springen er toch die mooie, kleine vertellinkjes uit waarin de Brabantse bard een meester is. Prachtig vind ik de nieuwe bewerking van De Stilte (in 1982 verschenen op de lp Onderwege), met ingetogen gitaar- en toetsenbegeleiding en subtiel rinkelende belletjes. Het is tegelijk een voorbeeld van het vakmanschap van De Vaste Mannen, die zich telkens dienstbaar aan het liedje opstellen. Dat maakt ook de mijmeringen over het einde in En As Ik Ooit Dood Zal Gaon nog intiemer. Als dan op het eind de ontspannen weemoedige bugel van Angelo Verploegen klinkt slaat als vanzelf de ontroering toe.

Nieuw, en wat mij betreft een aanwinst, is de banjo. In het openingsnummer Een Handvol Vrienden is hij al even te horen, maar vooral in Water en Lucht tovert Harry Hendriks er een heerlijk folky sfeer mee tevoorschijn, het eerste couplet wordt er nog herfstiger van, terwijl hij het daaropvolgende verlangen naar de lente juist meer kracht geeft.

Twee nummers werden geschreven op uitnodiging, de zoektocht naar verhalen die zich afspelen op de Parade in Den Bosch leverde een mooi eerbetoon op aan muzikaal grootmeester Toots Thielemans. Between A Smile And A Tear (alleen de titel is Engels) blijft wel persoonlijk, Van Maasakkers zag deze levende legende op mondharmonica en was diep onder de indruk van diens spel, ondanks het wat druilerige weer. Akoestische gitaar en bas vormen hoofdzakelijk de begeleiding, kunstfluiter Geert Chatrou vult aan. Een tentoonstelling in Kamp Vught inspireerde een soort vervolg op het gelijknamige liedje dat op Achterland verscheen. Een gedicht van Martin Niemöller, dat ik ooit op de gevel van een huis zag staan, maakte diepe indruk op mij en nu komt het opnieuw bij me op, als Gerard van Maasakkers Wie begint te zingen: "Ze zochten in 'n aander stad en ik zei niks / Ze zochten in 'n aander straot en ik zei niks / Ik wou nog protesteren / Da dit nie zomaar kon / Ik heb er aan gedacht mer niks gedaon".

Dan is er Zilveren Vogel, een vertaling van Un Aeroplano A Vela van Gianmaria Testa. Op een of andere manier heeft Gerard de originele Italiaanse tekst weten te behouden in het Nederlands, erg knap. Vooral 'n kanariepietje met een liedje (oorspronkelijk: un canarino cantarino) is een eenvoudige, maar prachtige vondst. De Vaste Mannen laten hier nog maar eens horen dat ze muzikaal gezien beslist niet onder hoeven te doen voor de begeleiders van Testa.

Het halfjaar pauze dat Van Maasakkers vorig jaar ingelastte heeft hem goed gedaan, hij blijft die zo typische kleine portretten van hem maken, maar lijkt er wat extra energie bij te hebben gevonden. Hij richt zijn blik zowel op zijn eigen leven als op de wereld om hem heen, een ontwikkeling die hij eigenlijk op Achterland, hoe persoonlijk dat verder ook was, al inzette met Jabu (de Zuid-Afrikaanse jongen met de colablikjes). Gerard vertelt, nuanceert en relativeert en uiteindelijk sijpelt toch een oprechte boodschap door. Deze jongen spreekt zich in alle eenvoud uit voor mensen; eigen familie of volslagen vreemde wereldburgers, iedereen probeert op zijn manier iets van zijn leven te maken.

Mirjam Adriaans

De Vaste Mannen zijn: Harry Hendriks (gitaren, mandoline, banjo), Bart de Win (toetsen, accordeon), Rinus Raaijmakers (bas), Arthur Lijten (drums en percussie).
Meer info over Gerard van Maasakkers vind je op: www.gerardvanmaasakkers.com.

Het gedicht van Martin Niemöller is in diverse varianten te vinden, de versie die ik ken staat o.a. hier te lezen.