rans en flagel - drie oorlogstaferelen
Rans & Flagel - Drie Oorlogstaferelen - Fréa records mwcd 4061 / distributie: Music & Words

"Liederen, zelfs verbonden aan een eenduidig historisch gegeven, hebben de kracht om het complexe van samenleven uit te drukken. Ze werden (en worden) gemaakt om gemoederen te wekken, als informatieverstrekker zowel als propagandamiddel, ze werden (en worden) gezongen om moed te schenken of troost te geven, om te spotten en te pronken, om gedachten te verstrooien of krachten te verenigen, om samen iets te realiseren in dissonantie/dissidentie. Elk lied dat wordt gezongen doet meestal verschillende van die dingen tegelijk.
In die zin zijn liedjes ook altijd de achterkant van de geschiedenis. In de Westhoek van Vlaanderen waar geschiedenis zeer gemakkelijk de vorm van oorlog aanneemt, omdat oorlogen, en niet enkel de Grote, er nog zeer aanwijsbaar zijn in het landschap, is het goed om liederen van oorlog te kennen. (...) Liedjes zijn spiegels van de ziel, de muziek de hartslag van het verlangen. In de stem van de zanger klinkt rechtstreeks de emotie van toen het lied voor het eerst werd gezongen, ook al scheiden honderden jaren beide ogenblikken."
Het is niet voor niets dat Piet Chielens, directeur van het In Flanders Fields-museum, zijn inleiding in het cd-boekje besluit met het eeuwenoude, maar nog steeds bekende lied Will ye go to Flanders.
"Wil je naar Vlaanderen gaan?
Je zult er wijn en jenever krijgen
En zoet en Spaanse wijn in zakken.
Als wij naar Vlaanderen gaan,
Zullen we kogels horen fluiten
En vrouwen horen schreien
Als wij naar Vlaanderen gaan,
zullen we soldaten zien sterven."

Dit Schotse lied uit 1776 leert ons dat de Schotten er tegen op zagen  om onder het bewind van de Duke of Marlborough te gaan vechten in Vlaanderen in de oorlog tegen Frankrijk. Zoals zo vaak worden de meeste veldslagen buiten de rijksgrenzen gehouden en is het gewone volk op het Vlaamse platteland de dupe van de gruwelijkheden die de oorlog van een ander met zich meebrengt.
Het album Drie Oorlogstaferelen neemt ons terug mee naar drie perioden waarin Vlaanderen  het strijdtoneel van Europese krachtmetingen was. De cd begint met liederen uit de 16de eeuw, het Geuzentijdperk, de tijd die wij de tachtigjarige Oorlog noemen. Het noorden van de Nederlanden ontworstelde zich na een jarenlange strijd aan de overheersing van de Spanjaarden, maar het verarmde, berooide en uitgedunde zuiden viel na een strijd van meer dan vijftig jaar weer in Spaanse handen.
Nog geen twee eeuwen later waren de zuidelijke Nederlanden het strijdtoneel tussen Engelsen en Fransen, nadat de laatstgenoemden onder koning Lodewijk XIV al geruime tijd de noordgrens van hun rijk probeerden op te rekken. Weer twee eeuwen later verschenen de Pruisen voor de Ieperse stadspoort in de tragedie die in België nog altijd ‘De Grote Oorlog' wordt genoemd. Tussendoor werd ook nog Napoleon Bonaparte in 1815 definitief verslagen in een veldslag in een gehucht onder de rook van Brussel, Waterloo. Dit terzijde, want deze gebeurtenis valt buiten de context van dit album, maar maakt wel duidelijk dat Vlaanderen voor de Europese heersers een geliefd plekje was om hun vetes uit te vechten.
De cd start statig met fluit- en hakkebordklanken, die uitmonden in Het beleg van Nyeupoort afkomstig uit Een Schoon Liedekens-Boeck, uitgegeven in 1544 te Antwerpen. Paul Rans is in Vlaanderen natuurlijk de aangewezen persoon om dit soort liederen te zingen, hij deed in 1988 al mee met de BRT-productie Vive le Geus en met zijn ensemble grasduint hij al heel lang in deze muziek van lang geleden. Claude Flagel ken ik niet zozeer als zanger, maar op dit album doet de Franse Brusselaar vocaal weinig onder voor zijn Vlaamse kompaan. Het is dan ook niet de eerste keer dat deze twee heren samenwerken. In 2001 brachten zij al het album Van Antwerpen tot Parijs / De la Seine  a l'Escaut uit. Voor velen zal bij de naam Olle Geris niet direct een belletje gaan rinkelen, maar zij maakte nog niet zo lang geleden als zangeres al indruk op het album Quand on est bien amoureux van het duo Göze, waarop ze twee prachtige liederen zingt.
Er wordt sterk gemusiceerd op Drie oorlogstaferelen. An van Laethem, Paul van Loey, Piet Stryckers en Philippe Malfeyt zijn gepokt en gemazeld in de oude muziek en spelen al vele jaren samen met Paul Rans. Het album begint behoorlijk zwaar met de muziek uit de 16de eeuw, maar gaandeweg wordt het album lichter van toon. De liederen uit de 16de eeuw worden gedomineerd door oude instrumenten als hakkebord en luit, terwijl de mondharmonica van Claude Flagel de liederen uit de Eerste Wereldoorlog toch duidelijk een 20e eeuws tintje geeft, De musici, die goed uit de voeten kunnen op een keur van instrumenten, weten qua sfeer de essentie van de liederen goed te treffen. Claude Flagel zingt in het Frans, terwijl Paul Rans in het begin vooral de Nederlandstalige teksten voor zijn rekening neemt. Will ye go to Flanders is zijn eerste Engelstalige bijdrage. Vanaf de liederen uit de 18de eeuw begint Olle Geris vocaal een rol te spelen. Een van de hoogtepunten op het album is het door haar ingetogen gezongen The flow'r of Finae. Dit breed uitgesponnen lied verhaalt over de verloofde van een Ierse soldaat die tijdens de veldslag bij Ramillies in 1706 sneuvelt. Ontredderd reist zij af naar Ieper en neemt haar intrek in het Ierse klooster van de Benedictinessen. Het vertrek der Fransen uit Ieperen (ooit in het West-Vlaamse volksspel Nooit brengt een oorlog vrede waar het lied onder de titel Den eersten van Mei een  onderdeel is van de Soldatenbruilof) bezingt  de vreugde over het vertrek van de Fransen uit Ieper. Helaas voor de burgerij is de stad toch niet echt vrij, want de macht wordt overgedragen aan... de Pruisen! Van de acht liederen over de Eerste Wereldoorlog zijn er twee van Duitse afkomst. Beide liederen worden mooi gezongen door Olle Geris, die schittert in Er war einmal ein trauer Husar, een droevige tekst, gezongen op een aanstekelijk walsje. Ook voor de gewone Duitse soldaat was de oorlog natuurlijk een afschuwelijk drama. In het intieme Vlaamse Ik ben een jong soldaatje, een liedje waarin Olle Geris het lot van de soldaat eenvoudig en ontroerend bezingt, is zij op haar best. The long, long trail kennen we van June Tabor, die een mystieke versie zong tijdens het eerste vredesconcert in Passendale. De versie van Paul Rans klinkt wat aardser, maar zeker niet minder passioneel.
Drie oorlogstaferelen laat zich in eerste instantie niet als een gemakkelijke plaat beluisteren, maar gaandeweg geeft het album zijn intieme schoonheid prijs. En dan blijkt dat de plaat zich maar moeilijk uit de cd-speler laat verwijderen.

Assie Aukes    -  waardering: 8,5