CDs
Camaxe - Airexa
Camaxe - Airexa - Fréa Records, distributie Music & Words, MWCD 4060
Naar initiatief van gaita speler Miguel Allo (uit Galicië) en bassist Marc De Martelaer ontstond in Vlaanderen de Galicisch geïnspireerde groep Camaxe, die in 2005 haar debuutalbum Imaxes uitbracht. Nu is het tweede album er: een gevarieerde plaat die is opgenomen in het Allo's geboorteplaats Camaxe op het eilandje A Illa de Arousa (Galicië), waar de zeebries "Airexa" over het strand waait.
De melodieën voor Airexa zijn behalve één nummer allemaal gecomponeerd door Allo, die op jonge leeftijd de gaita (Galicische doedelzak) leerde bespelen en de roots van zijn voorouders weet door te zetten met eigen composities. De arrangementen zijn grotendeels van De Martelaer (fretloze basgitaar, contra bas en cello). Maar op deze plaat is de invloed van dadgad-gitarist Filip Lambrechts, violist Baptiste Argouarc'h en percussionist Gauthier Lisein ook erg groot en bovendien namen zij ieder een arrangement voor hun rekening.
Deze maarliefst zestien nummers tellende plaat is een samenstelling van instrumentale stukken en liedjes met variërende klankkleuren. De percussie zorgt soms voor een Afrikaans tintje, de basgitaar geeft soms een funky slag, terwijl de gaita en de vrouwelijke zang (in een drietal nummers) de typisch Galicische klankkleur naar voren brengen. De tracklist is zorgvuldig samengesteld. Drukkere nummers worden afgewisseld met rustige, het aandeel van de verschillende instrumenten is goed verspreid en het aantal instrumenten in een nummer varieert ook telkens. Zo zijn er volle, vrolijke nummers met poppy drums en bas, maar ook veel rustige stukken met warme of dromerige gitaarpartijen en mooie geluiden van percussie of viool. In zes nummers zijn er maar twee instrumenten tegelijk te horen. Alle nummers lijken wel even lang te duren, terwijl ze variëren van 2:33 tot 5:35 minuten. Blijkbaar zijn ze degelijk gearrangeerd!
Airexa kent vrolijk stromende Muñeira's (Galicische volksdans), maar ook zijn verschillende nummers gebaseerd op Franse dansen. Zo hoor ik een mazurka in Túa Nai. Het tweede nummer van het album heet Androlka, dat alleen maar kan duiden op een mix van andro en polka; en dat is enigszins te begrijpen als je ik het nummer hoor. Het vijfde nummer van de cd klinkt mij gelijk in de oren als een Bretoense kettingdans en doet me qua klankkleur denken aan de muziek van de Franse balband Pain d'Epices. Hoewel het meer klinkt als een kost ar choad, blijkt het een gavotte te zijn, aangezien het cd-hoesje de naam El Gavota vermeldt. Het album sluit af met een de wals Vals Musette "Camaxe".
Net als op Imaxes is er op Airexa een belangrijke plaats weggelegd voor de gaita. Dit kleine doedelzakje met een iel maar scherp geluid is kenmerkend voor de Galicische muziek. Het geluid kan behoorlijk vervelen op bepaalde momenten, zeker in het geval je niet zo van doedelzakken houdt. Maar gelukkig zijn de melodieën op dit album uitgebreid ondersteund door volle arrangementen en bovendien is er sprake van voldoende afwisseling met andere instrumenten en nummers zonder Geita. Verder wordt de gaita wel voortreffelijk bespeeld door Allo.
De invloed van Filip Lambrechts is op dit album zeer groot, en dat ten positieve naar mijn bescheiden mening. Sterker nog: voor mij maakt het gitaarspel van Lambrechts deze cd tot een warm en kleurrijk geheel. Bij veel nummers die ik mooi vind kom ik tot de conclusie dat het warme gitaarspel daar vooral verantwoordelijk voor is. Lambrechts heeft een compleet ander geluid dan de andere dadgad gitaristen van België. Zijn spel is nog beter dan op de gelijknamige cd van Sourdine. Een pluim voor Lambrechts!
Er wordt op dit album op afwisselende wijze gewerkt met zang. De ene keer klinkt een pittige damesstem, die een Galicisch klinkend liedje zingt. De andere keer sijpelt er een meerstemmig kerkelijk mannenkoor door swingende percussie. Enkele nummers worden gezongen door Allo zelf, de vrouwelijke zanglijnen zijn afkomstig van de gastzangeressen Montse Ogando, Sonia Lebeddynski en Sonia Reborido. Camaxe heeft op dit album met nog meer gastmuzikanten gewerkt. In Hoxe Nada, Mañá quizais... klinkt een gevoelige trekzak. Het spel lijkt ontzettend op dat van Sophie Cavez (die op de vorige plaat inderdaad meespeelt), maar dit keer is het Julien Borman die gevraagd is als gast-trekzakker. Verder horen we nog Rémi Decker op doedelzak en heel bescheiden in het openingsnummer Tuur Florizoone op chromatisch accordeon, en speelt Lambrechts in Túa Nai een gitaarduet met Patrick de Schuyter.
We mogen blij zijn dat we in de folkscene van de lage landen een groep hebben, die de Galicische roots doorzet met eigen composities en dat weet te combineren met eigentijdse muziek en invloeden van allerlei bronnen. Dat zegt echter niets over de persoonlijke waardering die ik heb voor de klank van de plaat. Dat is een kwestie van smaak. Ik hoor genoeg interessante gebeurtenissen in de arrangementen, ik hoor veel variatie in de samenstelling van het album. De muziek is mooi en goed gespeeld. Maar persoonlijk ben ik niet kapot van de klankkleur over het algemeen. Ik zet de cd niet op als lekker achtergrondmuziekje. Deels omdat ik dan te vaak de neiging heb om het nummer te skippen als de gaita begint te piepen. Maar dat ligt aan mij, en niet aan de gaita. Aan de andere kant went het geluid ook wel naarmate ik de cd meer luister, of maken de verfijnde gitaarstukken van Lambrechts het vaak weer goed. Het is in ieder geval een interessante cd om in de kast te hebben staan, maar ik zal hem niet zo heel vaak draaien. Ik ben wèl heel benieuwd om Airexa live in uitvoering te zien!
Noël Josemans - waardering 7