Marius Roeting:
Alleen vermaak en verstrooiing
lijken nog te tellen
Marius Roeting is hoofdredacteur van het blad NewFolkSounds
Tweeduizend twee is een jaar dat niet met hoofdletters de folkmuziekgeschiedenisboeken
in zal gaan. Geen schokkende ontwikkelingen, weinig opzienbarende gebeurtenissen. Het kabbelt gezapig door. Wordt het niet eens tijd voor een nieuwe revolte in folkland?
De laatste - de Pogues volgens mij? - dateert al weer van een decennium of langer
geleden. Tenminste, ik beschouw het naar eenduidig gebonk getransformeerde en
aan kleuterschool gerelateerde knip en plakwerk van digitale jatters (dj's afgekort)
niet als vernieuwend.
En wij hebben geen vorstelijke tranen nodig om overtuigd te raken van de schoonheid
van de tango, want dat waren we al jaren, lang voordat doorsnee Holland ineens een nieuwe, opgedrongen trend moest gaan volgen. Dat is waar ik me grote zorgen over
maak, wat me somber stemt: de vercommercialisering van de folkmuziek.
Niets tegen grotere exposure, bekendheid of uitstraling. Doch folkmuziek dreigt te verworden tot een (louter) economisch product. Alleen vermaak en verstrooiing lijken nog te tellen in de overwegingen bij de keuzes van programmeurs, programmamakers, producenten en publiek. Geef het volk brood en spelen. Populare (van of uit het volk)
wordt populair (voor het volk), de wezenlijke wortels van onze dierbare muzieksoort
worden aangetast door een vergiftigend en verstikkend proces van in economische
termen uit te drukken (winst)waarde.
Persoonlijke teleurstellingen waren het uiteindelijk niet doorgaan van een voorzien
concert met Linda Thompson in Vlissingen, zeker na haar ijzersterke comeback met Fashionably late. En het door een ongeïnteresseerde, dronken geluidsman om zeep geholpen optreden met A Quadrant op een minifestival. Vooral omdat je exact een
week daarvoor op een groot festival de sterren van de hemel speelt, waarbij
publiekstrekker Zornik tot de orde wordt geroepen omdat ze met hun soundcheck ons optreden verstoort.
De meest imposante concerten waren die van Denez Prigent en Erik Marchand
met Taraf de Caransebes in Quimper en het concert van Martin Simpson in
het Arsenaaltheater.
En waar zie ik komend jaar naar uit? Een kwart eeuw Newfolksounds, waarvan ik ruim driekwart van zeer dichtbij heb mogen meemaken. Een kwart eeuw ook actief als medeorganisator van concerten, waarbij ik erg uitkijk naar het optreden van Solas op het tweede Celtic Nights festival (19 en 20 april) in Vlissingen.
En vijfentwintig jaar vechten tegen de bierkaai door integere, maar hier te weinig gerespecteerde musici naar Nederland te halen. Het lijkt gisteren, die eerste concerten in 1978 met het toenmalige duo Leon Rosselson en Roy Bailey, maar sindsdien is er veel
water door de Schelde gestroomd.
Tweeduizend drie lijkt me een mooi jaar voor bezinning.....
Marius Roeting