Jos Creusen (GUO):
Genieten, gewoon zitten op een stoel, intens
luisteren naar live-muziek en verder geen heisa
Jos Creusen organiseert samen met zijn vrouw Anneke Dam concerten in Oisterwijk. Onder de noemer G(roeten) U(it) O(isterwijk) bieden ze een waaier aan stijlen als barbershop, kleinkunst, folk en cabaret.
Toegegeven: onder de naam Groeten Uit Oisterwijk programmeren wij breed. Naast a-capella (overigens met veel barbershop, afkomstig van Ierse ballads, gezongen door
Ierse emigranten in de VS) en cabaret brengen wij ook een serie luisterconcerten. Wie
folk maar breed genoeg interpreteert, vindt hier veel van zijn gading: het Vlaamse Ambrozijn naast de Argentijnse tango van Alfredo Marcucci, de Brabantse
chansonnier Gerard van Maasakkers naast het Schotse humorfolk-trio
The McCalmans… 't Is maar wat je wel of geen folk wil noemen en persoonlijk wekt die discussie nauwelijks nog enige interesse bij me op.
'Folk' zal ik altijd wel bij me blijven dragen (met dank aan mensen van het eerste uur
uit mijn Moergestelse jaren zeventig, die me wellicht onbewust ooit die laatste duwtjes
in die richting gaven) en 'folk' zal dus ook wel blijven terugkomen in onze programmering, hoewel ik meer ben geëvolueerd naar de zich blijvend vernieuwende singer-songwriters
dan naar maar weer eens een jig of reel.
Veel boeiender vind ik de vraag of het jaar 2002 voor mij muzikale verrassingen in petto had. Laat ik de cd's voor wat ze zijn en me beperken tot wat ik live heb meegemaakt. Het is misschien raar om het optreden van the Carthy Family op het Eindhovens folkfestival als grootste live-verrassing te kiezen, zeker nu we (o)pa en (o)ma Carthy intussen tot de bejaarden mogen rekenen. Maar wat heb ik intens genoten van dit viertal. De subtiliteiten van pa en ma zijn me al een kwart eeuw bekend, maar wat te denken van de fiddle en de trekharmonica van de twee youngsters. Daarvoor ga ik dus naar een festival en dan kan me de overige programmering (althans op de zaterdag) die ik weinig indrukwekkend vond me verder gestolen worden.
De organisatie was overigens een toonbeeld van perfectie, want waarom zou het allemaal minder moeten omdat het toch maar folk is? Folk heeft voor mij al jaren geleden bewezen
in concertvorm een plaats te verdienen naast iedere andere muziekstijl en hoeft echt
niet alleen maar in dampige, zompige, rokerige kroegen te worden gespeeld, ook al kan
dat gezellig en sfeervol zijn. Persoonlijk ben ik een genieter, gewoon zitten op een stoel, intens luisteren naar live-muziek en verder geen heisa om me heen die me toch maar
afleidt van dat intense luistergenot.
Dan kom ik direct bij die andere verrassing, op datzelfde festival, maar dan in negatieve
zin. Direct moet ik daarbij constateren dat dat wellicht eerder aan mijn te hoog
gespannen verwachtingen lag dan aan hun kwaliteiten die ze wel degelijk bezitten. En dan heb ik het over Shantalla, de Iers-Schotse combine uit Brussel. De vonk die ik verwachtte wilde maar niet bij me overspringen, ik hoorde de Battlefield Band, Silly Wizard en meer van die coryfeeën uit de jaren zeventig en tachtig, maar dan toch net een graadje minder. Met dat beeld kon ik niet leven, wou ze absoluut een herkansing bieden en toog enkele weken geleden naar de concertzaal in Tilburg. Na een aarzelend begin kwam Shantalla
daar dan toch op stoom. Misschien is het dan toch de entourage van een concertzaal geweest tegenover een druilerige feesttent, maar zeker ook de ontwapenende uitstraling die vooral van de zangeres uitging.
Maar om nu te zeggen, een vonk? Nee: met de zeker niet slechte zang had ik het op
den duur toch wel gehad, de tweede zangstem heb ik het hele concert alleen zien play-backen (wel fabuleus gitaarspel), de violist bleek bij tijd en wijlen best wel inventieve interpretaties neer te zetten toen hij na een kwart concert eindelijk een beetje
doorkwam, de accordeonist bleek van een alleszins acceptabel niveau en het
blijft voor mij altijd een genot om een uillean piper bezig te zien, ook al hoorde
ik er geen absolute topklasse aan af.
Maar wat koop je voor topklasse? Het garandeert zeker niet die vonk. Dat bewees
eerder dit jaar Liam O'Flynn, de door mij meest gewaardeerde uillean piper die begin jaren tachtig ooit op mij een verpletterende indruk maakte bij een reünie-concert dat ik ergens in Ierland bijwoonde van het legendarische Planxty (in line up met Christie Moore, Donal Lunny en Andy Irvine). Maar helaas: Liam bleek er weliswaar niet minder virtuoos op geworden, maar ook wel erg obligaat, weinig inventief in zijn repertoirekeuze en ook zijn begeleidende compagnons bleken eerder van bescheiden niveau.
Wel heel gemoedelijk en sympathiek, die ouwe rot en daar ligt voor mij als organisator
het feitelijke hoogtepunt van het jaar. Dat vertaalt zich niet in een cd'tje, een song, en concert of een festival, maar in een gemoedstoestand die ik ooit zo heb verfoeid als gezapig en oubollig tijdens folkconcerten. ALLE, maar dan ook echt ALLE artiesten die wij als Groeten Uit Oisterwijk in het afgelopen jaar mochten ontvangen, bleken niet alleen op het podium richting publiek, maar ook achter het podium naar ons als organisatie uitermate gemoedelijk, sympathiek en begripsvol.
En dat krijgen ze van ons driedubbel terugbetaald. Niet zozeer in hoge gages, veel eerder
in een hartelijke ontvangst, in respect voor moegetoerde vaders en moeders, een fatsoenlijke consumptieregeling, een goede maaltijd, een uitstekende overnachtingsplaats indien nodig (gewoon een bed, met brunch), boeiende en betrokken gesprekjes voor- en achteraf over veel meer dan alleen maar muziek, enz.
Met mijn 46 jaar voel ik me nog steeds niet te oud om te leren. En als ik dit jaar een ding nog extra aangescherpt heb gekregen, dan is het wel dat kwaliteit vele kanten kent. Zeker folkmuzikanten en folkpubliek hebben daar wat mij betreft het afgelopen jaar een flinke steen aan bijgedragen, dwars door allerlei lokaal-politiek tegenwerkende krachten heen die verwelken tot peanuts dankzij deze overweldigende ervaring. Niks geen nukkige Dick Gaughan, helemaal geen hooghartige Show Of Hands, een uitermate onderhoudende en belezen Allan Taylor, een supersympathiek Garva, John Wright als een heerlijke disgenoot, ….. Vooral daarom ga ik supergemotiveerd en met het volste vertrouwen het nieuwe jaar in (hoewel ik meer in termen van concertseizoenen denk dan in kalenderjaren, maar gun me die afwijking).
Groeten Uit Oisterwijk,
Jos Creusen.
P.s.: dan toch nog een voorbeeldje waarmee ik misschien mezelf wel weer tegenspreek:
als openingsconcert hadden we vorig jaar het Schotse Beggar's Row, een stel zich in het zweet werkende, o zo gezellige feestnummers en uitermate publiek-minded. Maar dat compenseerde voor mij op geen stukken na hun matige muzikale kwaliteiten. Dat was eens maar nooit meer. Met excuses aan de liefhebbers, die er ongetwijfeld in groten getale zijn.