-door Assie Aukes-
Het was al een paar dagen bekend, maar de opwinding en het enthousiasme ter plekke was er niet minder om. In 2024 komt WOMEX, de grootste showcase op muziekgebied ter wereld, naar Manchester. En daar zijn ze blij om. Vertegenwoordigers van allerlei culturele en politieke pluimage steken de loftrompet over deze geweldige opsteker voor de stad. The Manchester Folk Festival/English Folk Expo verschuift daardoor een half jaar en wordt voor het eerst weer gehouden in maart 2025.
The English Folk Expo is een onderdeel van het Manchester Folkfestival en beoogt al 12 jaar lang een platform te zijn waar professionals uit de, voornamelijk Engelse, muziekwereld elkaar treffen. Maar ook Ieren, Schotten, Canadezen, Finnen, Zweden, Denen, Vlamingen, gasten uit Seoul en Zwitserland en een enkele Nederlander zijn van de partij. Dit jaar vond het festival plaats in het noordelijke gedeelte van Manchester. Geen probleem, de podia waren allemaal op loopafstand van het centrale punt van het festival. Band on the Wall is een locatie met twee podia waar met name na de reguliere concerten korte, representatieve, concerten worden gegeven.
Iona Lane is een jonge Britse artieste die vorig jaar debuteerde met het album Hallivel. In Engeland wordt ze als een echt talent beschouwd. In afwachting van het concert van Noble Jacks was dit het eerste optreden in het rumoerige Night & Day Cafe. Iona Lane was duidelijk zenuwachtig en had het de eerste momenten moeilijk. Maar met haar prachtige stem en soepele liedjes wist ze toch de aandacht van het publiek af te dwingen en zelfs massaal aan het meezingen te krijgen in Robert Burns’ Ae fond kiss. Heel knap gedaan van deze Britse zangeres die 3, 4 en 5 november naar Nederland komt voor een aantal concerten (Nieuwenhoorn, Zaandam en Spijkenisse). Dit doet ze samen met de al even talentvolle Katie Spencer. Helaas stonden beide dames op dezelfde tijd geprogrammeerd, dus Spencer heb ik niet kunnen beluisteren.
Vorig jaar stond zanger/violist/gitarist Will Page nog alleen op the Expo. Op Dranouter was hij in augustus met de hele band te bewonderen. Nu was de band niet beschikbaar en vormde hij een duo met gitarist Matt Deveson. Dat was geen enkel probleem. Met verve en vol enthousiasme bracht het tweetal een doorsnee van het repertoire van Noble Jacks met de nadruk op het laatste album Last of the wild. Inspiratiebron Dave Swarbrick, de legendarische violist van Fairport Convention, werd geëerd met een instrumentale medley, terwijl het publiek luidkeels kon meezingen met eigen nummers Oceans en Better days en de enige cover in de set: The boxer van Simon & Garfunkel. En natuurlijk werd dit energieke optreden afgesloten met de publiekslieveling The blacksmith stomp.
Bryony Griffith & Alice Jones brachten vooral traditionele nummers uit Yorkshire, de streek waar ze vandaan komen. Afzonderlijk zijn de stemmen van de dames misschien niet heel uitzonderlijk, maar samen klinken ze voortreffelijk. Het duo besloot het optreden met een aanstekelijke versie van het bekende My Johnny was a shoemaker waar de ‘body percussion’ van Alice Jones de komische boventoon voerde. Het trio Hack-Poets Guild met daarin Marry Waterson had ik graag gezien, maar dit optreden viel samen met Noble Jacks.
Op vrijdagmorgen was er voor alle genodigden de traditionele Trade Fair waar vooral agencies en artiesten die zij vertegenwoordigen present waren. Het Belgische festival Dranouter had een eigen stand waar de groepen die tijdens de Vlaamse showcase zouden optreden extra onder de aandacht van de Engelse programmeurs werden gebracht. Ook interessant was de stand van Access Folk, een organisatie die zich bezig houdt met het organiseren en stroomlijnen van het zeer diverse Britse folklandschap. Want al kijken wij enigszins jaloers naar al die jonge Britse folkartiesten, ook in Engeland is het voor hen heden den dage moeilijk om aan de bak te komen.
’s Middags was de eerste showcase. Agency The Whitehouse, al jarenlang gerund door Katie Whitehouse, presenteerde in St. Michael’s een drietal acts uit haar stal. The Ciderhouse Rebellion was vorig jaar ook aanwezig en imponeerde weer met muziek die grotendeels gebaseerd is op improvisatie. Dat het tweetal Adam Summerhayes en Murray Grainger virtuoze muzikanten en zeer op elkaar ingespeeld zijn, mag duidelijk zijn. Het publiek keek ademloos naar het gebeuren op het podium. Later voegden zangeres Molly Donnery en percussionist Cormac Byrne zich bij het tweetal.
Als The Haar ontpopte dit kwartet zich als een sterke vertegenwoordiger van de Keltische folk. Bekende nummers als Carrickfergus en Wild mountain thyme krijgen een radicale facelift door de instrumentale capriolen van Summerhayes en Grainger. De enigszins dramatische stem van Molly Donnery sluit wonderwel aan.
Tussendoor konden we genieten van het dulcimerspel van Max ZT die samen met singer-songwriter/gitarist Dan Whitehouse het podium deelde. We horen niet vaak artiesten op de hammered dulcimer en MAX ZT is een ware virtuoos, die zijn inspiratie deels uit de Afrikaanse traditie en deels uit de Ierse folk haalt. Samen creëert dit tweetal een heel andere dimensie van de folk die wij gewend zijn.
Tot mijn verrassing stond zaterdagavond een concert van Martin Carthy samen met Jon Wilks gepland. Ik moet eerlijk zeggen dat ik na het optreden van Martin met dochter Eliza een paar jaar geleden in Zaandam niet meer verwacht had deze legendarische icoon van de Britse Folk weer op een podium te zien staan. Zijn fysieke conditie was toen al broos. Zijn optreden in Manchester was een bijzondere. Jon Wilks begon het optreden met zijn nummer Greek Street, een ode aan de legendarische straat in Londen waar in de jaren ’60 veel folkartiesten woonden. Dit nummer was de opmaat naar een heus interview met Martin Carthy, waarin vooral herinneringen uit die beginjaren van zijn imposante carrière werden opgehaald. Pas na een half uur volgt een eerste nummer: High Germany. Carthy was redelijk goed bij stem, maar zijn gitaarspel was verre van vlekkeloos. Toen daarna het interview verder ging, heb ik m’n biezen gepakt en ben een deur verder gegaan.
Daar speelden Will Pound & Jenn Butterworth. Will Pound wordt door kenners als een van de beste mondharmonicaspelers ter wereld beschouwd en maakte die reputatie meer dan waar. Wat een fantastische speler is dat! In een razend tempo passeren de jigs, reels, hornpipes en zelfs een Nederlandse deun die verdacht veel op Kaap’ren varen leek. En passant wordt er tijdens de sets ook nog in een vloeiende beweging van harmonica gewisseld wanneer de toonsoort dat vereist. Maar doe Jenn Butterworth niet te kort! Superstrak begeleidt ze Pound op haar gitaar en tussendoor zingt ze de mooiste liederen. Prachtige vertolkingen van Little sparrow (bekend van Archie Fisher) en het inmiddels weer zeer actuele Better things dat Peggy Seeger al in 1958 schreef. En indrukwekkend was haar eigen One in ten, een lied dat ze schreef over endometriose, een aandoening waarbij weefsel dat lijkt op baarmoederslijmvlies op andere plaatsen in het lichaam groeit en veel pijn veroorzaakt. Hoewel één op de tien vrouwen hier last van heeft, wordt er nog weinig onderzoek gedaan naar oorzaken en behandelingen.
Ranagri is een Ierse band die probeert om de traditionele liederen weer uit het stof te halen. Ondanks de vele bekende uitvoeringen slaagde de band erin om deze stokoude liederen weer nieuw elan mee te geven. Zo konden we genieten van Courting is a pleasure, Falling down en een zeer ritmisch The wife of Usher’s well. Belangrijkste elementen van de groep zijn de vocalen van gitarist Dónal Rogers en het imponerende fluitspel van Eliza Marshall. Niet voor niets spreekt Peter Gabriel over ‘the fabulous flute of Eliza Marshall’.
Na een voortreffelijke lunch voor genodigden was het op de laatste dag tijd voor nog een aantal showcases. Vroeg in de middag was daar de presentatie van Music PEI (Prince Edward Island) uit Canada. Het trio Inn Echo (twee violen en gitaar) bracht in een hoog tempo een heerlijke mix van eeuwenoude en nieuwe melodieën. Technisch vernuft wordt moeiteloos gekoppeld aan passie en enthousiasme.
Catherine MacLellan is de dochter van de legendarische Gene MacLellan (zijn grootste internationale hit was Anne Murrays Put your hand in the hand). Catherine eerde haar vader een paar jaar geleden met het album If it’s alright with you: The songs of Gene MacLellan, maar presenteerde in Manchester vooral haar zevende album: Coyote. Nummers met thema’s als verandering, kwetsbaarheid en jezelf laten zien. Veel indruk maakte ze met het liedje over haar transgender neefje. In de familie werd hij stilgezwegen, maar Catherine schreef er een hoopvol liedje over. Veel te kort dit optreden…
Gordie ‘Crazylegs’ MacKeenan & his Rhythm Boys besloot deze Canadese showcase met een wervelende show waarin country, rockabilly en bluegrass moeiteloos samen smelten met het traditionele tapdansen van de oorspronkelijke ‘Arcadians’.
De Vlaamse showcase, geïnitieerd door festival Dranouter, vond plaats in een van de mooiste zalen van het festival. Genodigden werden extra gelokt met heerlijk Belgisch bier. Het gratis bier was evenwel niet nodig, want de muziek sprak voor zich. Tom Theuns & Aurélie Dorzée brachten een doorsnee van hun programma, zowel ernstig als humorvol. Ze putten zowel uit de klassieke als de traditionele muziek. Tevens doet blijken dat klanken vaak belangrijker zijn dan woorden. Trois canards is zo’n liedje, heerlijk zwevend maar voortreffelijk gespeeld. De tarantella, geleerd van de voormalige mijnwerkers uit Luik, is geen echte tarantella, maar een grandioze uitwerking van het talent van dit duo.
Broes moest het doen zonder violiste Anouk Sanczuk. Haar vervanger [Pavel Souvandjiev, red.] kweet zich echter prima van zijn taak. Heerlijke instrumentale muziek, vooral van het album Botanist, met flair en overtuiging gebracht.
Doedelzak-promotor Marieke Van Ransbeeck heeft een internationale groep muzikanten om zich heen verzameld in Marvara. Deze energieke partyband deed vorig jaar al van zich spreken op Dranouter. Vol vuur en in een strak tempo werden de eigen composities afgewerkt. De devil’s polka, Chokolade pandekage en een in het Deens gezongen drinklied waren onmiskenbaar hoogtepunten. Marvara is dé partyband die elk muziekfestival op zijn affiche wil hebben!
The Oysterband draait al ruim 40 jaar mee. De tijd tikt door en ook voor de mannen van deze vermaarde folk-rockband gaan de jaren tellen. Stijf en stroef stonden ze op het podium. Oudgedienden Ian Telfer, Alan Prosser en John Jones hadden tijd nodig om op gang te komen. Pas toen cellist Adrian Oxaal de elektrische gitaar omgordde, ging de band echt rocken. Veel werk van hun laatste albums, oa. het luidkeels meegezongen A river runs van Diamonds on the water uit 2014, maar ook her en der nog een oudje, zoals Another quiet night in England, afkomstig van Wide Blue Yonder uit 1988.
En met Bonfire Rascals als act in Band on the Wall had ook het Manchester Folk Festival de beoogde afsluitende partyband. De groep put rijkelijk uit verschillende muzieksoorten. Er komt punk, ska, klezmer, folk en rock voorbij. En welke band durft tegenwoordig nog de blokfluit als solo-instrument te gebruiken? Bonfire Rascals wel en de jonge, zeer beweeglijke Michelle Holloway bespeelt dit instrument met verve. Niet voor niets wordt ze in Engeland ‘de Jimi Hendrix op de blokfluit’ genoemd. En ze zingt ook nog eens prachtig de mooie moordballade Mary Ashford. Voor mij de perfecte afsluiting van een mooi weekend in Manchester!