-door Assie Aukes, foto: Henk-
Het weer zat mee afgelopen zondag. Een heerlijk zonnetje begeleidde onze omzwervingen door Veenhuizen en omgeving om de beoogde locatie Coco Maria voor het jaarlijkse Noordfolkfestival te vinden. We hadden het eerste bordje over het hoofd gezien...
Gelukkig hebben we niks gemist want het optreden van Fred Piek moest nog beginnen. De tot concertzaal omgetoverde boerenschuur was tot de laatste stoel bezet, toen Bert Ridderbos, een van de muzikale organisatoren, de zanger uit Vlaardingen mocht aankondigen. Fred Piek, bekend van Fungus en De Amazing Stroopwafels, putte in zijn set vooral uit de uitgebreide collecte Schotse en Engelse traditionals die hij in de loop der jaren heeft verzameld, zoals het immer prachtige Ramblin' away. Fred kondigde aan dat hij weinig Fungus-materiaal zou spelen, maar het duurde niet lang of White hare, de b-kant van Fungus' eerste single vormde het eerste meezingmoment. Freds dochter Arnee Piek nam de vocalen voor haar rekening in Irish girl, ook al uit het koffertje van Fungus. Zij wist De stad, Pieks Nederlandstalige versie van The town I loved so well ondanks alle zenuwen tot een goed einde te brengen. Dat ingetogen nummers Fred het beste liggen, bleek uit de mooie versie van Two brethern. Op de eerste elpee van Fungus a capella gezongen, nu met een mooi gitaararrangement. Fred werd tijdens dit concert begeleid door Bert Ridderbos op gitaar en accordeon. Diens partner Linde Nijland kwam ook even het podium op om met Fred Piek Vaarwel bruidje schoon, een van de mooiste traditionele liedjes uit Volendam, ten gehore te brengen. Aangezien het concert wat te laat begon, werd Fred Piek tot spoed gemaand, iets waar hij onrustig van wordt. Zijn doorgaans onderhoudende praatjes tussendoor werden nu wat onsamenhangender. Er klonk wat gejaagdheid in de aankondigingen. Maar dit deed niets af aan het feit dat Fred Piek de traditionele liederen nog steeds op overtuigende wijze vertolkt. Veertig jaar na de start van Fungus heeft zijn stem nauwelijks aan kwaliteit ingeboet. En dat is natuurlijk een echt cadeautje.
Lucy Ward staat nog aan het begin van haar carrière. Deze 23-jarige Engelse singer-songwriter sloot haar tweede tournee door Nederland af op het Noordfolkfestival. Haar reputatie was haar al vooruit gesneld en menigeen zat haar optreden met belangstelling af te wachten. Lucy Ward is een dame waar je niet omheen kunt. Met het a capella gezongen The fair and tender ladies pakte ze het publiek direct bij de lurven. Met luide stem, priemende ogen, breeduit articulerend en theatrale bewegingen lijkt het alsof ze haar publiek probeert te bezweren. Voor mij zou dat wel wat minder mogen, maar zodra ze gaat zingen ben je dit op slag vergeten. Want zingen kan deze jonge dame als de beste. In de verste verte lijkt haar stem op die van flower-power idool Melanie, die ook zo uithalen kon. Lucy Ward bracht vooral nummers van haar nieuwste cd Single flame. Het zijn niet de vrolijkste nummers, gaf ze toe. Die bewaart ze voor de finale later op de avond. En inderdaad, vrolijk is het trieste verhaal van Alice Grace in Alice in the bacon box niet, maar in The last pyrouette sprankelt ook een klein beetje hoop.
Lucy Ward gaf een mooi concert in Veenhuizen. Zij is een van die jonge singer-songwriters die de folkscène in Engeland de laatste jaren weer een stevige boost hebben gegeven. We gaan ongetwijfeld meer van haar horen.
Linde Nijland was, ondanks de koorts die haar 's nachts nog plaagde, in goeden doen. Ze oogde relaxed op het kleine podium van Noordfolk. Knap, als je beseft dat ze met Bert Ridderbos een van stuwende krachten achter dit festival is. Uit ervaring weet ik dat dat genoeg adrenaline geeft om een hele avond door te kunnen draven. Zo niet Linde, zij begon ontspannen aan Grey funnel line, een van de nummers van haar nieuwe cd, die eind dit jaar zal verschijnen. Uit het Sandy Denny-project werd Winter winds gespeeld. Daarna was het tijd om begeleider Bert Ridderbos op het podium te verwelkomen. Het volgende countryachtige lied heeft nog geen titel, maar zal wel op de nieuwe cd verschijnen. Het nummer geeft aan dat de muziek van Linde enigszins opschuift richting Amerikaanse folk en country. Ook het gospelnummer, geschreven door de Amerikaanse Si Kahn duidt hierop. Daar staat weer tegenover dat Ocean Gypsy, een nummer van de symfonische rockband Renaissance typisch Brits is. Het is knap om zo'n in oorsprong breed georkestreerd nummer tot zijn essentie weet terug te brengen. Ook I am here, het beoogde titelnummer van het nieuwe album, werd met veel flair gebracht. Een stuwend lied, met een meanderende vioolpartij van gast Joost van Es. "Geweldig!", riep een luisteraar na de laatste tonen spontaan door de zaal. Ik kan het hier helemaal mee eens zijn. Met Leavin' at dawn, een liedje van de Engelse folkzanger Allan Taylor, waarin het publiek luidkeels meezong, besloot Linde Nijland in stijl dit gedreven concert.
Na een eetpauze, waarin men kon genieten van de lekkere hapjes die her en der op het prachtige terrein werden geserveerd, was het tijd voor de beoogde finale. Alle optredende artiesten van die middag kwamen nog eenmaal gezamenlijk op het, nu te kleine, podium. En een hoogtepunt werd het. het leek of alle artiesten hun mooiste liedjes voor dit moment hadden bewaard. Onder luid gejuich opende Fred Piek het concert met Kaap'ren varen, de enige echte Fungus-klassieker. Lucy Ward bracht drie van de sterkste nummers van haar laatste album, waaronder het stomende Marching through the green grass. In dit nummer blijkt dat de stemmen van Linde Nijland en Ward prima matchen. Het was daarna een hele overgang naar het verstilde, a capella gezongen A sailor's life van Linde. Fred Piek koos een van de vroege klassiekers van Richard Thompson. Down where the drunkards roll is zo'n typisch Thompson-lied dat Piek op het lijf geschreven is. Hij werd op subtiele wijze begeleid door Bert Ridderbos op gitaar. Het protestlied For the dead men, prachtig gezongen door Lucy en Linde, werd het ultieme kippenvelgevoel van de dag. Via Bonnie ship The Diamond van Fred en Linde was het tijd voor de ultieme finale. Ook Arnee Piek, Freds dochter vond nog een plekje op het kleine podium om, begeleid door een luidkeels publiek, gezamenlijk af te sluiten met Farewell to the gold. Nic Jones maakte het nummer bekend op zijn album Penguïn eggs, maar het werd oorspronkelijk geschreven door Paul Metsers, een naar Engeland verhuisde Nederlander.
The Blue Grass Boogiemen hadden de ondankbare taak om na dit hoogtepunt het festival te moeten afsluiten. De groep deed dit echter met verve. Ogenschijnlijk lijkt het een zootje ongeregeld op het toneel, maar alle stukjes vallen precies om hun plaats bij deze mooie mix van bluegrass, old time music en gospel. De lol die deze mannen op het podium hebben, kan niet verheulen dat we met een stel uitstekende muzikanten te maken hebben. Nummers van Hank Williams, Johnny Cash en traditionals worden afgewisseld met eigen werk. De zang klinkt afzonderlijk wel eens gewoontjes, maar de samenzang is geweldig. In Uncle Penn bewees violist Joost van Es, het hele concert enigszins op de achtergrond musicerend, over een uitstekende country-stem te beschikken! Gekoppeld aan een humorvolle presentatie met een gezond stukje zelfrelativering was het optreden van The Blue Grass Boogiemen precies de afsluiter die een festival nodig heeft.
Freek Nijland was niet aanwezig om te zien dat zijn dochter en haar partner een mooi festival hadden georganiseerd. De prachtige entourage van galerie Coco Maria van Hein en Jitty Moes is een uitgelezen plek voor zo'n kleinschalig gebeuren als Noordfolk. Wij hopen er volgend jaar weer bij te zijn!