In eigen land was dit weekeinde een mooi klein festival, Pastorale au Parvis in Nisse. Henk Hoogenstraaten was erbij en plaatste het volgende verslagje op de Facebook-pagina van Folkforum:
De 18de editie van het Pastorale-festival in het Zeeuwse Nisse was afgelopen vrijdag en zaterdag zo goed en sfeervol dat we zaterdagmiddag besloten daar te blijven en niet af te reizen naar de top-editie van het Brosella-festival Brussel. Het zonnetje scheen zo heerlijk op het gras rond de dorpskerk , de eenden kwaakten zo enthousiast in de vijver, en op de muziekkiosk groeide een weldadige ambiance van old time mountain music rond banjo-speler en zanger Francis Levoy.
Om je dan in al dat drukke verkeer naar Brussel te moeten spoeden, we zouden meteen t relaxte Nisse-gevoel kwijt raken...
Vrijdagavond is het in de dorpskerk al meteen raak met een aantal fantastische concerten. Eerst zijn er de rootsy songs van Bruno Deneckere met behulp van Nils de Caster (steel, mandoline en viool). Met name de creatief-inventieve inbreng van De Caster maakt het helemaal af.
Een voor mij onbekende plaatselijke gitarist, Thomas Zwijsen, verrast. Op zijn 16de stond hij al op het podium in Nisse. Nu - op zijn 25ste - is hij een conservatorium-opleiding en een aantal youtube-hits verder. Kort vóór zijn tournee door Brazilië vindt hij nog even tijd voor Nisse. Hij is klassiek geschoold, een flamencofanaat én van jongsaf liefhebber van de metalmuziek van Iron Maiden. Dat alles combineert hij in zijn sound. Hij heeft een succesvol album 'Nylon Maiden' opgenomen vol akoestische interpretaties van nummers van Iron Maiden. Van dat album speelt hij ondermeer het meeslepend walsende 'Bloodbrothers'. Het publiek is er stil van
De Gentse zanger-liedschrijver Lieven Tavernier is er met de band White Velvet (rond producer en gitarist Koen Gisen) waarmee hij zijn recentste album Witzand opnam. Naast de fraaie teksten en innemende presence van Lieven levert dat ook spannende muziek op. Voor mensen die zijn nummers nog niet kenden was het jammergenoeg door het fikse bandgeluid soms lastig zijn Vlaamse teksten te volgen. Lieven maakt dan ook het meest indruk met de klein gehouden nummers, zoals zijn opener 'de Verdwenen Karavaan'. Alleen met zijn gitaar, fluister-zingt hij met gebroken stem dit lied over een droom (of beter: een bijna doodervaring). Ontroerend!
Op het eind van de avond is het meelallen bij oude Ierse traditionals krakkemikkig gebracht door een fraai gezelschap bejaarde Zeeuwen, naar schatting tussen de zestig en de vijfenzeventig jaar oud. Bandnaam: Tyrconnell. Bij enkele nummers krijgen ze vocale versterking van de jonge meiden van Straatruis.
Zaterdag speelt het festival zich enkel buiten af rondom de oude muziekkiosk. De sfeer is opnieuw informeel. Het sterkst vind ik het optreden van de Gentse zangeres / multi-instrumentaliste Sarah Ferri. Wat een mooie volle stem, en wat een gigantisch bereik. Voor een deel deed haar Engelstalige repertoire denken aan het retro-werk van Caro Emerald, maar dan beter en afwisselender... Gypsy- en klezmermelancholie, maar vooral ook swing & dans was er van het leuke festivalbandje Balcony Players, rond violiste/zangeres Moniek de Leeuw en accordeoniste Ilse Roskam (net als Thomas Zwijsen opgegroeid met het Pastorale-virus in Nisse). Leoni Jansen houdt van mooie maar ook geëngageerde zangnummers. Dat levert dit keer een gevarieerd folky repertoire dat gaat van een lied over de Ierse Magdalene Laundries tot Simon & Garfunkel en Sandy Denny. Fantastisch is het snarenwerk van haar begeleider Eric Rutjes (gitaar, dobro). Uiteindelijk wordt ze ook nog ondersteund door de vijf zangeressen van 'Bells of Youth' die eerder het publiek overtuigden met een set vol ontroerende harmonieën. Hilarisch is het optreden van Straatruis in een oude bouwkeet, met vijftien bezoekers afgeladen vol en onstabiel meewiebelend op het ritme van hun oude Amerikaanse folksongs. Voordat de Oldtime Stringband het festival laat op de avond opwindend afsluit is er nog de Nederlandse primeur van het Ierse duo Lost Brothers. Deze twee popjongens hebben elkaar gevonden in de eenvoud van korte Everly Brothers-achtige songs bij akoestische gitaren, die elkaar in hoog tempo zonder poespas opvolgen: uiterst toegankelijk en meezingbaar.