-door Mirjam Adriaans, foto's Ronald Rietman-
Op de tweede editie van Noordfolk in Veenhuizen stonden de mooie stemmen centraal. Sido Martens, Mike Silver en Linde Nijland wisten het publiek te vangen met vooral ingetogen liedjes, de Franse bluesman Mathieu Pesqué kwam erachter dat folkliefhebbers ook open staan voor wat steviger en vooral intens werk.
Het festival begint voor ons met een hartelijke ontvangst als we met de bus in Veenhuizen aankomen. We hebben geen ophaalservice naar het terrein van Coco Maria geregeld, maar een andere buspassagier wel en we krijgen spontaan het aanbod om mee te rijden. Zelfs een stop bij het hotel om in te checken is geen enkel probleem en dat tekent gelijk de rest van de dag. Noordfolk is een lief, hartelijk festival, waar je ook nog eens heel wat mooie muzikale momenten mag beleven. Dankzij de Stichting Veenhuizen Cultuur en Toerisme kan er een tent op het terrein van Coco Maria geplaatst worden, hetgeen ervoor zorgt dat er geen bezoekers hoeven te worden teleurgesteld. Naar schatting zo'n 350 mensen genieten van de prachtige locatie (de voormalige strafkolonie Veenhuizen waar Coco Maria deel van uitmaakt staat sinds vorig jaar op de voorlopige Werelderfgoedlijst van UNESCO), de gemoedelijke sfeer, lekker eten en natuurlijk de muzikanten. Daarbij verdienen Linde Nijland en Bert Ridderbos een pluim, zowel voor hun aandeel in de organisatie, als voor hun optreden in de tent, maar ook hulde aan de inzet van accordeonist Erik de Jong, die, naast de set op het podium met Linde Nijland, de inloop verzorgt met voornamelijk Keltisch getinte deunen en vervolgens schier onvermoeibaar telkens weer pauzes opvult en betrokken is bij de sessies die tot na het officiële einde doorgaan.
Dee eerste band die aantreedt is Realta uit Noord-Ierland. Het trio zorgt voor een lekkere binnenkomer met fijne reels en tunes op uillean pipes, fluiten en gitaar, al lijkt de stem van Deirdre Galway vandaag niet helemaal in vorm te zijn. Daarna laten ze hun muzikale talenten nog diverse keren horen in een sessie, waarin ze met volle overgave en zichtbaar plezier deelnemen.
Er zijn twee rondes op het singer-songwriterpodium, waarvan ik helaas alleen de eerste zie. De Ost-Friese bard Otto Groote wil graag meer spelen dan drie liedjes en lost dat op door gewoon eerder te beginnen dan gepland. Hij was er vorige keer met zijn ensemble, nu wordt hij slechts vergezeld door een man op mondharmonica. Meer hebben zijn warme stem en gevoelige liedjes in het Platduits ook niet nodig. Annemarieke Coenders zingt vervolgens in het Engels, ze heeft haar nieuwe cd (met drummer Wim Sebo) bijna klaar, er komen 14 liedjes op waarvan ze er hier alvast een ten gehore brengt over het vrijstaand wonen, met alleen de meeuwen en mollen als buren. Sido Martens speelt met Sop in op de steeds terugkerende regenbuien en ik hoor hem voor het eerst live De Partisanen uitvoeren. Het nummer dat op de cd Cohen In Het Fries is verschenen is weliswaar oorspronkelijk niet van Cohen, maar dat geeft niet, Martens heeft er zijn eigen ingetogen ziel ingelegd en als het buiten flink begint te donderen maakt dat de sfeer nog wat intenser, mooi!
De Franse bluesman Mathieu Pesqué is voor het eerst uitgenodigd op een folkfestival en daar komt ie gewoon even voor op en neer uit Bretagne. Als een attente inwoner van Veenhuizen een versterker heeft opgehaald voor zijn kompaan Hansel Gonzalez op elektrische gitaar, kan de set beginnen. Pesqué vindt dat ie folk moet spelen op een folkfestival, dus gaat het er eerst nog ingetogen, bijna tam aan toe, met wat eigen werk en een paar covers, waaronder overigens een prachtig breekbaar Flyin' Shoes van Townes Van Zandt. Maar als blijkt dat dit folkminnende publiek ook wel openstaat voor wat steviger kost, dan is het hek van de dam. Dan komt die intensiteit naar boven die ik in januari al van hem zag in Eindhoven, met Last Fair Deal Gone Down van Robert Johnson, diverse Dylan-covers en nog een ballad die iedereen kent en dus van harte meegezongen wordt, Heart Of Gold van Neil Young. Dat levert hem al een staande ovatie op van een paar mensen, maar het duo is het spelen nog lang niet moe, de geplande drie kwartier worden ruim anderhalf uur, waarin Mathieu Pesqué de harten van heel wat folkliefhebbers weet te veroveren. En als er een wedstrijd zou zijn om meest intense uitvoeringen van Cohen's Hallelujah, dan gaat ie zeker voor niks minder dan de hoofdprijs.
Omdat het veel regent en de temperatuur niet optimaal is, wordt het optreden van Roos Galjaard van het bos naar de schuur verplaatst, waar ze met cellist Sebastiaan Wiering haar liedjes ten gehore brengt. Hij geeft extra kleur aan de arrangementen, ook al glipt zijn cello af en toe weg, en op het eind verzorgt hij op een ingewikkeld ogende, maar lekker klinkende manier de percussie met zijn handen.
Het programma is inmiddels behoorlijk uitgelopen, maar er volgen in de tent nog een paar mooie optredens, van Linde Nijland en band, Mike Silver en als afsluiter Törf. Nijland speelt uiteraard met Bert Ridderbos op cittern, maar ook met accordeonist Erik de Jong en violist Joost van Es, die een lekker bluegrassgevoel geeft aan de cover Tar Paper Shacks van Si Kahn. Er komt geen repertoire voorbij dat ik nog niet hoorde, al zijn er wel diverse nummers die nog op de plaat moeten verschijnen, die al enige tijd in het vat zit. Mooi vind ik vooral het liedje in het Gronings, Wachten, en de spontane mini-reünie van Ygdrassyl. Annemarieke Coenders wordt overvallen door de vraag om mee te zingen met In A Lonesome Town, en het duet klinkt in eerste instantie nog wat onwennig, de laatste keer dat de dames samen op een podium stonden moet bij het afscheidsconcert geweest zijn in 2007 bij Folk in de Wâlden, maar bij het laatste couplet lijkt de magie toch weer zijn werk te doen.
Mike Silver is al even als gast te zien geweest bij de set van Linde Nijland, het is mijn eerste kennismaking met deze oude rot in het vak, die zijn aankondigingen in eht Nederlands doet, dat heeft hij geleerd toen hij een tijdlang in ons land gewoond heeft. In eerste instantie word ik nog niet geraakt door zijn liedjes, maar als hij vertelt hoe hij een jaar na de tsunami in Thailand thuis zit, patience speelt en een documentaire ziet op tv over vissers die de ramp overleefd hebben omdat ze wisten wat ze moesten doen is mijn aandacht gewekt. When The Spirit Shakes The Tree is het resultaat, Silver weet het vol gevoel te brengen zonder overbodige dramatiek en met intiem gitaarspel. Zijn ietwat hese stem ligt prettig in het gehoor en hij weet het publiek gemakkelijk aan het meezingen te krijgen, onder andere met Old Fashioned Saturday Night, al klinkt het volgens hem wel verlegen. Zijn stem kleurt mooi bij die van Linde Nijland, zo bleek al in de set hiervoor, en Breaking The Silence wordt nog wat sprankelender met de cittern van Bert Ridderbos erbij.
Muzikale afsluiter van de avond is de Groningse band Törf, die nog even flink uitpakt. Hoewel zanger Henk Scholte me na afloop vertelt dat ie het best moeilijk vond om de energie vast te houden tijdens het wachten voor het optreden, is daar eigenlijk niks van te merken op het podium. Ook in Drenthe vallen de bevlogen vertelsels (uiteraard in het Gronings) in goede aarde. Als je Scholte zijn gang laat gaan kan ie waarschijnlijk uren doorgaan, over de taal, de cultuur en de geschiedenis van zijn geliefde provincie, maar deze avond houden ze hem kort. Het maakt niet uit, zijn uitstraling in combinatie met het vaardige spel (op onder meer viool, mandoline, accordeon, uillean pipes, trommels, gitaar en bas) van de vijf andere bandleden doen het publiek meedeinenen, klappen en meezingen met Loat Mie Heuren, dat een heuse hit blijkt. Het door bassist Eddy de Jonge geschreven nummer is eerder deze dag in eht Ostfries vertolkt door Otto Groote en is blijkbaar ook al door een Ier opgepikt die het in het Engels zingt. Het raakt een gevoelige snaar ergens vanbinnen, zoals Bloasmuziek van Gé Reinders of Hier Heur Ik Thuis van Gerard van Maasakkers dat doen, en dan maakt het niet uit waar je vandaan komt.
Egbert Hovenkamp sluit als terplekkepoeet af met Ga Noord, Volk!, zijn verslag van deze dag vol stortbuien en muziek. Voor diegenen die dan nog niet het terrein verlaten hebben is er nog een primeur. Voor het eerst wordt de animatieclip bij het nummer Traveller van Linde Nijland vertoond. In drie minuten komt een jaar werk voorbij van de Iraniër Sam Chegini. Hoewel kunstenaars in Iran flink wat beperkingen worden opgelegd, weten ze daar toch een eigen weg te vinden, in dit geval tot een smaakvolle uitbeelding van een lied.
Tevreden blikken Linde Nijland en Hein Moes (samen met vrouw Jitty eigenaar van Coco MAria en mede-organisator van het festival) terug. Ze staan er zelf verbaasd over dat ze dit met zijn vieren op poten hebben gekregen, "hoe vaak hebben we nou eigenlijk vergaderd?" vraagt Hein zich af, "Een keer of twee drie?" Linde merkt op dat het gewoon klikt, ze zijn het meestal snel eens. En dat zorgt dan voor een festival waar mensen zich thuis voelen.