Columns
Achter de muziek aan 26: Het einde van een mooi festival
Van de dertien (!) afleveringen, maakte ik er toch zeker zeven mee. Ik kan me er niet meer alles van herinneren. Dat zegt iets over de gezelligheid die gepaard ging met de nodige glaasjes. Natuurlijk speelden er prachtbands, maar als het artistieke gehalte ons minder beviel, was daar altijd nog de bar en raakte je makkelijk in de olie.
‘Zwolle' duurde één avond, maar het promoveerde telkens tot een mooi weekend. Voordat de muziek 's avonds rond ‘n uur of acht begon hadden we de Zwolse horeca ‘s middags al gespekt. In nuchtere toestand lag ons hotel op een kwartier lopen. Maar na afloop vonden we steevast met moeite de weg terug. Ooit nam die nachtelijke zoektocht bijna twee uur in beslag. Het jaar erop boekten we wijselijk een hotelletje om de hoek.
De kroegentocht door Zwolle, voorafgaand aan het festival, voerde ons rond ‘n uur of vijf altijd naar het café-restaurant naast schouwburg Odeon, waar het 's avonds te doen was. Zo ook afgelopen keer.
Zwolle, 23 februari 2008: We posteren ons aan een tafeltje voor het raam. Aan de overkant wappert een fraaie blauwe banier die de expositie in het statige Museum de Fundatie aankondigt: ‘Jeroen Krabbé SCHILDER een retrospectieve'. Passend bestellen we in plaats van de tot dan gebruikelijke trappistjes, een fles Chateau de Valcombe ‘La Rerserve du Chateau 2006'.
Het blijkt een strategisch plekje daar aan het raam. We hebben de entree van Odeon in beeld. De festivalkoorts slaat meteen op ons over. Nerveus ronddrentelende muzikanten overbruggen de tijd tussen soundcheck en optreden. In de verte doemt een mooie rode jas op. Het is die van Dazibao-accordeoniste Sophie Cavez, die met haar manschappen arriveert.
Door een glazen verbindingsdeur met Odeon zie ik ook wat zich in de schouwburghal afspeelt. Festivalprogrammeur Assie Aukes verwelkomt de muzikanten. Ik zie hem ontspannen babbelen met No Blues-muzikant Ad van Meurs. Niets verraadt nog dat dit zijn laatste avond is als festival-inrichter. Hij lijkt eerder opgelucht... In 2004 moest hij al eens het einde van zijn festival aankondigen. Toen met tranen in de ogen. Na een doorstart is het dan nu definitief afgelopen. Tranen zie ik niet meer.
Als het festival zo'n anderhalf uur aan de gang is zetten twee mannen van Wè-nun Henk het na een boeiend maar tam ontvangen concert op een zuipen. Hun collega's gaan al terug naar huis, zelf kunnen ze bij een kennis overnachten. Maar 's nachts om 'n uur of een hangen ze bij elkaar om de nek, zich wanhopig afvragend hoe daar te moeten komen. Konden ze het adres nog vinden? De een wil voor de zekerheid een taxi, de ander een fiets. Ik hoop - en denk - dat het de eerste optie is geworden. Ze zijn in ieder geval de volgende dag veilig en wel (?) in Brabant gesignaleerd.
Tja, ‘Zwolle' doet wat met 'n mens. Begin jaren tachtig ging ik met muziekmaat Thei naar een Iers festival in een grote Zwolse industriehal. De vrouw van onze kroegbaas en vermaard Ierland-freak Jan D. reed. Jan zorgde voor de proviand onderweg: whiskey en kippenpootjes. Anderhalf uur later, het zal tussen de middag geweest zijn, waggelden we binnen via de artiesteningang (!). Een uur later liep ik met een fles Jameson rond, die ik naar mijn stellige overtuiging kosteloos meegekregen had van een vriendelijke stand-beheerder van die Ierse whiskey-stoker. Volgens anderen had ik ‘m per ongeluk meegenomen... De details moet ik je schuldig blijven.
Het zal de combinatie van die Jameson en het recent overlijden van mijn pa geweest zijn dat The Fureys mij toen tot tranen toe bewogen met hun ‘Greenfields of France'. Een half festival later vond ik mijzelf terug op de vloer van de plee tussen de resten van wat ooit een in whiskey gemarineerde kip was...
Aan elk festival komt een eind. Dus aan dát Iers festival ook. Maar er duiken gelukkig ook steeds nieuwe festivals op (en als ik sommige geluiden in Zwolle moet geloven, daar ook). Je ziet dan toppers van toen terugkeren. Zo zag ik in de jaren zeventig twee keer John Tams met The Albion Dance Band. Zij voerden een voor die tijd revolutionaire vernieuwing door in de aanpak van de traditionele morrisdance-tunes. Pink Floyd-achtig gitaarwerk (Graeme Taylor) & rockende drums + bas (Michael Gregory + Ashley Hutchings) bij folky diatonische trekzak (John Tams) & renaissance-achtige fluitjes van het fenomeen Phil Picket. Eerst tijdens het festival Rotterdam Folk op een legendarische avond mét Fungus en Alan Stivell. Een jaar later op Winterfolk in Dordrecht, waar de band zodanig stoomde dat wij als voorlopers van het Boombal al dansend massaal door de vloer van die mooie antieke Kunstmin-schouwburg zakten.
Beide festivals zijn ter ziele. Maar John Tams overleefde en zorgde vijfentwintig jaar later voor een van mijn hoogtepunten van het Zwolse folkfestival. Niet meer op accordeon maar op gitaar. Zijn repertoire en genre zijn maatschappijkritisch geworden en iets minder traditioneel. Maar daarom niet minder.
Hetzelfde geldt voor de Schot Dougie MacLean. Hij zette ooit met zijn fiddle en zijn maten van The Tannahill Weavers jongerencentrum ‘t Tref in Moergestel op stelten. In duo was hij er ‘vaste klant' met wijlen Alan Roberts. Ook stond hij er min of meer solo op een van de podia tijdens ons jaarlijkse festival Folkdag op en rond het dorpsplein. Aan die Folkdag kwam een einde, maar niet aan MacLean.
Twee jaar geleden zong een overvolle schouwburgzaal van het Zwolse Odeon met MacLean's Caledonia mee. Hij begeleidde zichzelf niet meer op viool maar op gitaar. Na afloop stapte hij op ons af. Mijn muziekmaat Paul en ik stonden versteld van zijn geheugen. ‘Hi boys, Moergestel, isn't it?' Hij sliep destijds bij Pauls ouders in huis, gewoon op zolder. Hij herinnerde zich nog tal van details. Kende de meeste namen nog van Pauls zeven broers en zus, met wie hij 's ochtends aan de grote ontbijttafel keuvelde. We moesten nog zeker de groeten doen aan de pa en ma van Paul.
Leuk!, en typerend voor Zwolle. De muzikanten mengen zich als vanzelf tussen het publiek. Twee jaar later, tijdens de editie van 2006, kwam Paul aan de bar in gesprek met zangeres/saxofoniste Pippa Marland van de jazzy keltische band Carmina. Hij raakt er nog niet over uitgepraat. Hij beschouwt dat als een van zíjn finest moments van ‘Zwolle'.
Overigens trad Dougie MacLean onlangs op in 't Boerderijke in Haaren/Oisterwijk, op een steenworp afstand van Moergestel. In Zwolle vertelden concertorganisator Jos Creusen en zijn partner Anneke daar enthousiast over. Creusen, die begin jaren tachtig nog een bescheiden doorstart maakte met de Folkdag Moergestel, had in ‘zijn' Boerderijke half Moergestel gezien. Een soort reünie. MacLean was destijds populair bij de jonge meiden van 't Tref. Nu nog, klaarblijkelijk...
Ik herinner me niet enkel Tams en MacLean als Zwolle-hoogtepunten, maar ook June Tabor, Ludo Vandeau met Bodixel, Alan Taylor, Transsylvanians, Follia!... en natuurlijk LéOparleur dat ons en anderen in het publiek scheutig voorzag van plastic bekertjes vol Pernod. Geweldige allemaal.
Assie bedankt!
Maar kijk uit, ik profileer me hier onderhand als een verstokte alco. Dit stukje had nooit tot stand kunnen komen als ik in Odeon niet snel was overgeschakeld op dat ‘plat water' uit de Ardennen. Of het nou uit Spa of Chaudfontaine komt, de huiskleur is blauw. En de afgelopen jaren kan ik dát blauw steeds beter onderscheiden van het lichtere blauw van de etiketten van Bernardus 12, het vroegere Sixtus, of het donkerder blauw van Chimay 10, beide overheerlijke producten van Belgische trappisten. Overigens sierden al deze schakeringen blauw ook Krabbé's banier. Zou deze kunstschilder/filmregisseur/acteur tegenwoordig meer in de aquarel zijn dan in de olie?
Henk
PS:
Nog nooit iets gehoord van John Tams, bekijk dan hier eens de korte slideshow en luister. Een live-uitvoering van Caledonia door Dougie MacLean vind je hier.