-door Mirjam Adriaans-
In de aanloop naar hun tweede album zaten er wat beren op de weg van balfolkduo Wouter en de Draak. Met name een zekere pandemie gooide hier en daar roet in het eten, maar met behulp van het Belgische Studio Trad kwam Zonnewachter, een heerlijk dynamisch geheel, toch tot stand. Wouter Kuyper had ik al eens aan het woord in deze rubriek, de andere helft van het duo, Joris Alblas, nog niet en ik ben benieuwd naar zijn verhaal.
Terwijl accordeonist en doedelzakspeler Wouter Kuyper nog volop bezig is met de presentatie van zijn album met de groep BmB valt de volgende schijf alweer op de mat. Zonnewachter is de opvolger van het titelloze debuut van zijn duo Wouter en de Draak, waarin hij samenspeelt met gitarist Joris Alblas. En wat klinkt dat toch lekker!
Gitaar als hoofd- of op zijn minst gelijkwaardig instrument hoor je niet zo vaak in de balfolk en is bij deze luisteraar meer dan welkom naast het sterke accordeonspel van Kuyper waar je zo bij weg kan dromen. Voor een deel zou ik mijn recensie van het debuut hier kunnen herhalen, want ook dit plaatje is een lust voor oor en oog (Tineke Lemmens deed wederom het mooie artwork), er is opnieuw sprake van zinderend dansbaar samenspel tussen accordeon en gitaar en nog steeds hoeven de heren niet onder te doen voor hun Belgische of Franse collega's, integendeel, mijn Belgische collega Jåk merkt n.a.v. deze verse schijf op Folkroddels.be geheel terecht op: "De tijd dat Nederlandse balfolkgroepen met ontzag en wellicht ook wat jaloezie naar het Zuiden keken is voorbij" (het hele artikel kun je hier lezen).
Het merendeel van de composities op Zonnewachter is van de hand van Kuyper, die op kampeervakantie heel wat inspiratie vond voor nieuwe deunen, maar dat betekent geenszins dat de gitaar van Alblas niets meer in te brengen heeft. Zijn instrument danst vol ritme om de accordeon of doedelzak heen, om hier en daar samen te smelten of soms zelfs gewoon de leiding over te nemen. En Jeroen Geerinck van Studio Trad (waar onder zijn leiding ook de opnames plaatsvonden) heeft dat alles prima aangevoeld en heeft er een mooie dynamische productie van gemaakt.
En dat is het verschil met de vorige, die weliswaar ook in België (bij Philip Masure en dat is zeker niet de minste) werd opgenomen, maar zowel Jeroen Geerinck als Ward Dhoore van Studio Trad hebben zelf ruime ervaring in de balfolk en dat speelt natuurlijk mee als je een album in dat genre op wilt nemen. Het gaat overigens niet enkel om de prima techniek van Geerinck, waardoor de bruisende energie (die soms ook heel subtiel kan zijn) van het duo nog beter tot uiting komt, de studio biedt muzikanten ook een compleet pakket aan, dus kwam er een eerste echte videoclip, gemaakt door Dhoore. En dat is niet onbelangrijk bij de promotie van je muziek.
Tenslotte zijn er nog de gasten, die vanwege alle reisbeperkingen en maatregelen hun partijen elders in moesten spelen op grond van de basis die hun opgestuurd werd (lang leve de digitale snelweg), ongewoon voor percussionist Roeland Uijtdewilligen die gewend is om als eerste iets neer te zetten, bijzonder ook voor fluitist Isaac Muller die samen met Frank van Vliet (trompet, flugelhorn) bij hem thuis een studiootje bouwde om hun bijdragen op te nemen en dan is er nog de Belgische draailierspeler Harald Bauweraerts, die wel even naar de studio kon komen om de Scottisch Périphérique aan te vullen met zijn fraaie klanken, het idee kwam van gitarist Joris Alblas, die, voordat alle akkoorden onder de melodie waren gezet, de gedachte kreeg dat hier het ritmische geknerp van de chien bij zou passen. Dat blijkt inderdaad zo te zijn, het is een lekker nummer met pit geworden.
De verhalen van de gasten, die behoorlijk wat artistieke vrijheid kregen, wat de plaat alleen maar boeiender maakt, kun je teruglezen op de Facebookpagina van Wouter en de Draak, maar die gitarist, daar wil ik graag wat meer van weten. Dus klim ik in de mail en stuur Joris Alblas wat vragen over zijn muzikale achtergrond en over het album.
Om te beginnen dus wat algemene achtergronden:
FF: Wanneer ben je begonnen met muziek maken en kun je daar iets over vertellen?
Joris: Voor het maken van muziek vind ik het luisteren naar muziek minstens zo belangrijk. Vanaf mijn zesde begon ik zelf muziek te luisteren. Daarbij geholpen door een cassettespeler en door mijn oudere broer en zus, die mij van cassettebandjes voorzagen. Dat luisteren was voor mij een belangrijke opmaat naar het daadwerkelijk spelen van muziek. Gitaar was meteen favoriet en gelukkig ook haalbaar om te gaan spelen. Eerst was ik daarvoor op de gitaar van mijn zus aangewezen, later, begin middelbare school, had ik er eentje voor mezelf. Zoals bij velen begon dat met akkoorden spelen van liedjes die je leuk vindt. De unplugged-muziek van begin jaren negentig liet muziek in een pure vorm zien, dat niet per se braaf of oubollig hoeft te zijn.
FF: Heb je ooit in een band gespeeld en zo ja welke?
Joris: Wouter en ik spelen al ruim zeven jaar met Wouter en de Draak. De eerste keer dat hij mij voor een band vroeg, speelde ik nog met VOLT!. Toen ik met VOLT! begon, speelden we nog met mijn eerste balfolk-groep Annie & de Boswachter. Maar, ik was niet in de balfolk beland, als ik destijds niet wekelijks met een groep vrienden muziek was gaan maken. Een beetje bij toeval leerde ik zo de buurvrouw (van één van die vrienden) kennen die balfolk op trekharmonica speelde.
FF: Welke instrumenten bespeel je?
Joris: Ik speel vooral gitaar. Maar sinds een paar jaar bezit ik ook een cittern, een 10-snarig instrument (lijkt verder op een octaaf mandoline of een Ierse bouzouki). De is cittern is dubbelkorig, zoals een mandoline, met steeds groepen van twee snaren.
FF: Welk instrument gebruik je bij je eigen composities?
Joris: Tot op heden gebruik ik de cittern niet op het podium. Maar voor het schrijven van de composities gebruik ik beide instrumenten, gitaar en cittern, praktisch even veel. Hoewel het beide snaarinstrumenten zijn, nodigen ze elk uit om in andere richtingen te gaan. Maar als je het wilt platslaan: de gitaar geeft me eerder een toffe groove en de cittern geeft me eerder een fijne melodie.
FF: Wie is je grote muzikale held (meerdere antwoorden mogelijk)?
Joris: Voor mij een haast onmogelijke vraag om te beantwoorden. Als ik er even omheen mag draaien: ik vind het altijd leuk om nieuwe muziek te ontdekken en dan vervolgens op zoek te gaan waar die muzikanten hun inspiratie weer vandaan hebben gehaald. Zo kun je gekke sprongen door tijd en ruimte maken met je inspiratiebronnen. Het waren ooit de rockers, zoals Jimmy Page, die wel eens voor een enkel nummer een akoestische gitaar erbij pakten, die me direct opvielen. Op zoek naar nog meer muziek met akoestische gitaren leidde de weg langs de oude bluesmannen en langs Nick Drake. Pas met het ontdekken van balfolk (eerste twee platen waren Guichen Quartet en GÖZE) werd ik me bewust van DADGAD-gitaar. Dus dan komt Davy Graham ook om de hoek, maar ook Andy McKee. De laatste tijd raak ik veel geïnspireerd door allerlei Scandinavische snarenmannen.
FF: Wat betekent folkmuziek voor jou?
Joris: Ik heb altijd naar veel verschillende soorten muziek geluisterd. Maar om zelf te maken, stak folkmuziek er direct uit. Daar kon ik beter mijn ei in kwijt. Misschien komt het door de tijdloze kant ervan. Daarbij is Balfolk voor mij een ideaal concept; ik ben vrij om overal muzikale invloeden vandaan te halen, terwijl de melodieën en de cadansen een heel mooi doel dienen en me energie geven.
Over het album Zonnewachter:
FF: Er staat geen nummer op de plaat dat Zonnewachter heet, dus waar komt die titel vandaan?
Joris: We hadden het album kunnen vernoemen naar één van de nummers. Maar we wilden voor deze plaat niet één van de twaalf boven de rest plaatsen. We hadden Tineke Lemmens gevraagd om weer voor de artwork te zorgen. Bij een aantal van de ideeën die ze toen aandroeg zag je een silhouet van een draak die voor de maan langs vliegt. Zo ontstond het idee om metaforen te zoeken voor de maan.
FF: De eerste officiële videoclip is gemaakt bij een van jouw composities, Fretjetoe, een stuk dat gedreven wordt door de gitaar en dat je zichtbaar met plezier speelt, hoe kwam dat tot stand?
Joris: De naam verwijst naar een fictief figuur die mijn kinderen hadden bedacht. Fretjetoe zijn eigenlijk drie deunen achter elkaar. Met een 6/8e vind ik het leuk om het niet bij één deun te houden, maar juist sets van deunen te maken. In het eerste deel trapt de gitaar af met een wat volle melodie om direct de energie van jigs neer te zetten. Dat wilde ik laten opvolgen door twee deunen die iets meer openheid opzoeken. Het was leuk om met Wouter alle ideeën rondom dit nummer in vier minuten te verwerken.
FF: En kun je ook iets over de andere twee composities vertellen, het fijn subtiele Sarah’s Waltz en Costa Gwad, waar met name de intro (gitaar met percussie) me aan flamenco doet denken?
Joris: Tijdens één van de spaarzame weekendjes-weg-zonder-kinderen stuitten we op een huiskamerconcert van Sarah McQuaid. Naast haar nieuwe album kocht ik ook haar tunebook. Zoals wel vaker had ik aan twee maten voldoende om van daaruit een eigen nummer te schrijven. Dat werd dus Sarah’s Waltz.
Costa Gwad is een idee wat ik langer had, maar voor mijn gevoel nog niet af was. Het nieuwe album was een goed excuus om hem eens goed af te stoffen. Mogelijk komt de associatie met flamenco door de gebruikte toonsoort, of doordat Roeland Uijtdewilligen daar cajon gebruikt? Ik ben verder erg blij met de percussie van Roeland en met de manier waarop Wouter in dit nummer mij begeleidt.
FF: En tenslotte: het was geen gemakkelijk jaar om een album op te nemen in België en ook nog met gastmuzikanten (een en ander valt al te lezen op de fb-pagina van Wouter en de Draak), kun je iets vertellen over de samenwerking met Ward Dhoore en Jeroen Geerinck van Studio Trad en wat was het meest bijzondere wat je daar hebt meegemaakt?
Joris: Het viel zeker niet mee om alles rond te krijgen dit jaar. Uiteindelijk heb ik het gevoel heel veel geluk te hebben gehad dat het toch allemaal goed is gekomen. Op weg naar de eerste opnamesessie ging er een flinke februaristorm over de Lage Landen. Wel een beetje spannend of we er gingen komen. Een dag eerder werd nog afgeraden om überhaupt de weg op te gaan. Na een paar dagen stond het meeste materiaal er op, in ieder geval de nummers waarop we gastmuzikanten hadden bedacht. Later bleek het een hele toer om de bijdrages van de gasten te verzamelen. We zijn de gasten dankbaar dat ze zich niet voor één gat lieten vangen. De tweede opnamesessie kwam later dan gepland door de beperkingen van afgelopen jaar. Maar gelukkig was Harald Bauweraerts in de gelegenheid een avondje over de vloer te komen voor zijn bijdrage: ik had het idee om bij de scottisch zijn draailier toe te willen voegen: hij stelde niet teleur! Een andere luxe die we daar ervoeren was toen Ward samen met Jeroen de eerder genoemde videoclip kwam maken. Het was een genot om toe te kijken hoe Jeroen met ogenschijnlijk gemak een track die je een minuut eerder hebt ingespeeld weet om te toveren tot iets wat geweldig klinkt.
Het album Zonnewachter van Wouter en de Draak is te bestellen via de webshop op de site van Wouter Kuyper: https://www.wouterkuyper.nl/.
Het duo stelt de plaat ook live voor op 9 en 10 juli 2021 in Nieuwegein. Daar mag beperkt publiek bij zijn, meer info en tickets via: https://wouterendedraakcdrelease.peggypay.com/.