-door Mirjam Adriaans, foto Ronald Rietman-
Hoe komt muziek tot stand? Het is een vraag die vaak in mijn hoofd rondwervelt als ik luister naar een mooie ballad, een ontroerend lied of een ijzersterke instrumental. Op Parkfest kan ik drie leden van The Young Folk diezelfde vraag stellen, het wordt een fijn gesprek.
De afspraak was met frontman Anthony Furey, zanger en gitarist, maar ook toetsenist Paul Butler en Tony McLoughlin (mandoline en bas) schuiven aan voor een informeel babbeltje. De jongens zijn eerlijk, ze willen graag vooruit in de muziek. Ierland zit wel goed op dit moment, maar ze willen ook graag in Duitsland, Frankrijk en Nederland een bekende naam worden. Daarna is hun eigen land weer aan de beurt. Dan wordt het tijd om ze eens wat vragen te stellen over hun muziek, ik wil namelijk graag wat achtergronden weten, over hoe de liedjes geschreven worden en waar de inspiratie vandaan komt.
FF: Op welk instrument componeren jullie?
Anthony: “Meestal op piano, dat werkt gemakkelijker dan op gitaar.”
Paul: “Ook piano”
Tony: “Ik zing in mijn smartphone, eerst had ik een andere, dat werkte goed, nu heb ik een iPhone, maar die dingen zijn echt niks, je kunt daar niet goed op typen. Ik schrijf mijn liedjes met de stem van Anthony of die van Paul in mijn hoofd. Zelf ben ik geen goede zanger, dus zing ik in de band alleen mee met de meerstemmige stukken.”
FF: Jullie waren onlangs te horen op de Concertzender, daarin hoorde ik een paar nieuwe nummers, waaronder Olivia Leaves, kun je daar iets over zeggen?
Anthony: “Die is van mij, het is een van die liedjes die in een paar minuten als vanzelf geschreven zijn.”
FF: Waar gaat het over?
Hij denkt even na en zegt dan: “Eigenlijk gaat dat over mezelf, Olivia dat ben ik.”
Paul: “Ik weet bij mijn eigen liedjes soms zelf niet meteen waar ze over gaan, maar het komt ook voor dat mensen hun eigen interpretatie eraan geven, omdat ze iets hebben meegemaakt waardoor het liedje aanspreekt en dat hoeft niet altijd te zijn wat de muzikant bedoelt. Ik had dat zelf met een liedje van Declan O’Rourke, dat was echt heel romantisch. Toen sprak ik hem een keer en bleek het over zijn hond te gaan. Maar soms wil je het ook niet vertellen, zoals bij Letters, dat mag je zelf uitzoeken waar dat over gaat, je moet af en toe ook je geheimen hebben als muzikant.”
FF: Waar haal je de ideeën voor liedjes vandaan?
Anthony: “Soms komt er gewoon een idee bij me op, dat kan een melodie zijn waar dan later de tekst bij komt, maar ook andersom. De inhoud van het nieuwe materiaal is donkerder, in Sherwood Anderson bijvoorbeeld gaan mensen dood. Dat ontstond toen ik de verhalen van schrijver Sherwood Anderson had gelezen, vandaar de titel.”
FF: Als een liedje min of meer klaar is, wordt het dan aan de groep gepresenteerd als af, of gebeurt er nog iets mee?
Paul: “Het verandert steeds, het is niet alleen polijsten, maar de muziek verandert echt, ook die van oudere nummers. We willen niet steeds hetzelfde spelen, dat vinden we niet leuk.”
Anthony: “My Friends bijvoorbeeld heeft een heel andere melodie gekregen.”
Tony: “Ja, maar Biscuits moeten we niet anders doen dan het is.”
FF: Op de Concertzender speelden jullie als akoestisch trio, kun je daar iets over zeggen?
Anthony: “Als trio nemen we onszelf niet zo serieus. We spelen dan andere instrumenten dan we in de band doen, maar we zijn wel heel goed op elkaar ingespeeld. We kunnen dan gemakkelijk nieuwe dingen uitproberen.”
FF: Even terug naar het begin, kun je eigenlijk vertellen wanneer The Young Folk precies is ontstaan?
Anthony: “Paul en ik werken al zo’n acht jaar samen, denk ik, tussendoor heb ik nog andere dingen gedaan, ik heb een jaar in Tilburg gewoond, toen ik terug was kwam Tony er een keer bij. Dat was in 2011, dus vanaf toen zijn we The Young Folk. Het geluid van de band is wel veranderd, het is donkerder en steviger geworden. Op The Little Battle deden andere muzikanten mee dan nu, Alex [Borwick, red.] is nu een jaar bij de groep en Paddy [Patrick Hopkins] is nog maar vier of vijf maanden bij ons. We zijn nu wel meer serieus bezig als band, op de nieuwe plaat komen ook andere instrumenten, geen viool meer, wel banjo en trombone en ook synthesizers, we zijn al bezig met de opnamen. Hij komt trouwens in maart als eerste in Nederland uit, we vinden het fijn hier, de mensen zijn aardig en er zijn leuke podia waar we ook heel vriendelijk ontvangen worden. We zijn nu al voor de zesde keer of zo hier dit jaar. En we komen nog vaker, als trio over twee weken op Noordfolk en in oktober en november doen we het voorprogramma bij de tour van The Fureys, we zingen dan ook een paar nummers samen. In maart volgend jaar komen we weer als band om de nieuwe cd te presenteren.”
FF: Heeft die plaat al een titel?
Paul: “Nee, daar zijn we nog over aan het nadenken, maar als je een idee hebt?”
FF: Wat zijn jullie muzikale voorkeuren, waar luister je naar als je bijvoorbeeld in de auto zit?
Paul: “In de auto onderweg hiernaartoe luisterde ik naar Band Of Horses en The Nationals, maar ik luister ook vaak naar Declan O’ Rourke, dat is echt een goede singer-songwriter. Als we onderweg zijn heb ik altijd muziek op mijn telefoon, dan wil ik even niets te maken hebben met de rest van de band.” Zijn lachende blik naar zijn kompanen spreekt boekdelen.
Tony: “The Nationals, alt-J (Ken je die? Dat is een goede band) en Radiohead.”
Anthony: “Laura Marling, Ryan Adams (die heb ik een keer mogen ontmoeten, ze zeggen altijd dat je je helden niet in het echt moet tegenkomen, maar hij was echt gaaf) en een band uit Seattle, The Shins, die hebben eerlijke teksten, daar hou ik van. O ja, en Bright Eyes.”
FF: Zijn deze bands ook van invloed op jullie muziek?
Paul: “Ja natuurlijk, elke muzikant heeft invloeden nodig.”
Dan kletsen we nog even na en wordt het tijd om weer verder te gaan. Na het optreden ’s avonds komen de jongens naar de bartent om een welverdiend biertje te drinken (Anthony houdt overigens meer van whisky) en spreek ik ook Alex Borwick nog even. Hij speelt banjo en trombone bij The Young Folk en is vanuit zijn geboorteland Nieuw-Zeeland een jaar of drie geleden naar Ierland gekomen. Voor de muziek natuurlijk: “In Nieuw-Zeeland is niet echt een scene voor traditionele muziek, je hebt natuurlijk de Maori’s die er duizend jaar geleden kwamen en hun eigen cultuur en gebruiken hebben, maar ik ben geen Maori en ik heb daar niks mee. Ik wilde met mijn banjo Ierse muziek spelen, dus besloot ik een jaar of drie geleden naar Ierland te verhuizen. Daar liep ik deze jongens tegen het lijf en nu ben ik dus lid van de band.” Hij heeft ook nog een tip voor de folkliefhebber die van donkere teksten en moordballaden houdt, Lynched uit Dublin.
Het festivalterrein is ondertussen aardig verregend, maar ik heb in elk geval weer een paar antwoorden in mijn zoektocht naar wat muzikanten drijft.