In de maand april nemen de activiteiten op concertgebied alweer in intensiviteit af. De dagen worden langer, de zon begint te schijnen, mensen krijgen opeens zin om o.a. de tuin te gaan doen. Het festival Trad It! in Groningen heeft vaak last van dat fenomeen. Al vaker kwam ik in Groningen aan op avonden dat de terrasjes in de stad nog volop bezet waren.
Dit jaar was ik wegens omstandigheden verhinderd om dit mooie festival te bezoeken. Jammer, want Geert Oude Weernink slaagt er elk jaar in om een aantal aansprekende bands naar Groningen te halen. Ook dit jaar heb ik weer een aantal leuke ontmoetingen gemist, afgaande op de recenties die ik o.a. op deze site las. Het is jammer dat de meeste bands na het optreden in Groningen nauwelijks meer in Nederland te zien zijn. Zo blijft Trad It! als festival een roepende in de woestijn. Kijk eens wat voor interessante bands er in Europa opereren, maar voor Nederland blijven het vaak eenmalige kennismakingen, enkele uitzonderingen daargelaten.
Ondanks het teruglopend aantal concerten heb ik de afgelopen weken een respectabel aantal kilometers gemaakt naar een verscheidenheid van plaatsen.
Eind april was ik in Paradiso, Amsterdam voor de cd-presentatie van MaRain, de groep rond singer-songwriter Marijn Wijnands. In de recensie van het album Glory Runner roemde ik al de strakheid van de band, met daarin oude rotten als Peter Wassenaar, Marcel de Groot en Wouter Planteijdt. Folkie Janos Koolen is daarbij vergeleken nog maar een broekie, maar hij weerde zich prima op banjo, mandoline en gitaar.
Dezelfde Janos Koolen stond ook al in het voorprogramma aan de zijde van de mij onbekende Laurens Joensen. Deze singer-songwriter groeide op in Zeeuws-Vlaanderen, maar zijn vader was afkomstig van de Faröer-eilanden. Zijn set was al begonnen toen ik de bovenzaal van Paradiso betrad. Naast Janos Koolen werd hij begeleid door een dame op basgitaar die me bekend voorkwam. Door de forse pet die ze droeg, was ze niet snel herkenbaar, maar het bleek dus Fay Lovsky te zijn. De liederen die Laurens Joensen voor het voetlicht bracht, waren afkomstig van zijn nieuw album Efterklang. Een sterk album, zo bleek al uit de set in Paradiso. Met name het titelnummer, Efterklang trof me. Het lied is opgedragen aan de overleden zwager van Joensen, Erik Larsen. Via hem leerde Joensen Ry Cooder en Hendrix kennen en uiteindelijk erfde hij zijn gouden Gibson-gitaar. Het album Efterklang vindt inmiddels regelmatig de weg naar de cd-speler…
Op 5 mei is mijn vrouw jarig en meestal vieren we haar verjaardag gewoon thuis. Dit jaar wilde Jeanette echter graag naar Leeuwarden waar de Noorse band Katzenjammer op het Bevrijdingsfestival zou spelen. We hadden de groep twee jaar geleden op Dranouter gehoord en het optreden had diepe indruk gemaakt. Het was een leuk optreden in Leeuwarden, maar diepe indruk maakten de vrolijke jonge dames uit Oslo dit maal niet. Een vrolijke boel werd het wel, maar lang niet zo spectaculair als toen die keer in Dranouter. De trompet van Solveig Heilo in A bar in Amsterdam klonk wat rafelig, de samenzang kon beter. Marianne Sveen was er dit maal niet bij, zij werd vervangen door een jonge dame met een enorme bos haar en een fenomenale stem. Haar naam ben ik helaas nog nergens tegengekomen. Naast nummers van de debuut-cd Le Pop, opnieuw uitgebracht, werden er ook nieuwe nummers gespeeld van het nieuwe album dat in augustus van dit jaar wordt verwacht. Wat daar voor mij niet perse op hoeft is de merkwaardige versie van Genesis’ Land of confusion. Na het optreden van Katzenjammer was het heerlijk toeven op het terras van een plaatselijke brasserie, met uitzicht op het hoofdpodium. Konden we met vrienden en familieleden toch nog Jeanette’s verjaardag vieren!
Op 14 mei waren we door een schoonzus uitgenodigd voor een concert van de folkgroep Dockside in het Kennemer Theater in Beverwijk. Dockside is een plaatselijke groep die daar zijn derde cd presenteerde. Dockside is een groep die zich voornamelijk bezig houdt met Iers en Amerikaans repertoire. Een vreemde eend in de bijt was dan ook het oud-Nederlandse Al myn gepeys, ooit al eens opgenomen door Paul Rans en Lieven Misschaert (op het album Die nachtegael in t wilde uit 1979) en Ambrozijn (op het tweede album Naradie). Het Ierse repertoire ligt de groep het best en binnen dat kader viel het nodige te genieten. Natuurlijk is het verleidelijk om de bekende nummers met eerdere versies te vergelijken, maar daarmee doe je de groep te kort. Zanger André Uitgeest beschikt over een prettige stem. Nummer als Kilkelly, bekend geworden door Mick Moloney in de documentaire Bringing it all back home en The Galway girl van Steve Earle worden overtuigend gezongen. Interessant wordt het bij minder bekende nummers, zoals The harbour, een hertaling van een nummer van Jeroen Zijlstra. De samenzang tussen Uitgeest en bassist Jos Molenaar klonk fijn. Minder enthousiast was ik over de vertolkingen van de Fairport Convention-songs Fotheringay en Crazy man Michael door violiste-zangeres Marleen Plooy. Deze liederen, groot geworden door de vocalen van wijlen Sandy Denny waren duidelijk te hoog gegrepen voor haar. Dat ze wel degelijk over een mooie stem beschikt, bewees ze in het traditionele Maid on the shore en het bekende This is the life van Amy MacDonald.
De volgende middag was het weer raak. De tomtom bracht me via zeer landelijke dreven in de contreien van Deventer, alwaar de Brabantse groep Idris zijn gelijknamige album in restaurant NuNu presenteerde. Niet een echt gelukkige plaats voor een concert. Er waren opvallend veel jonge moeders met kleine kinderen. De vaders zaten waarschijnlijk elders de wedstrijd tussen FC Twente en Ajax om de kampioenstitel te bekijken. “We zullen niet te hard spelen. Jullie moeten natuurlijk wel kunnen praten”, grapte fluitiste Judith van der Valk aan het begin van het concert. Dat beloofde niet veel goeds, maar het viel alleszins mee. Idris, de groep die lang opereerde onder de naam Inner Strength, trok zich weinig van de entourage aan en speelde twee vlotte sets. Blikvangers van de band zijn de prachtige stem van zangeres Noortje van de Voort en de didgeridoo van Roland Mathijssen. Idris is een groep die het moeilijk heeft om optredens te vinden. Te soft voor de popzalen, te heavy voor het folkcircuit, zo wordt vaak geoordeeld. Jammer en niet terecht, lijkt mij. In Deventer bewees de groep in iedere geval dat ook met minder volume enthousiast gespeeld kan worden. Ga ze eens zien wanneer ze in de buurt zijn. Hiervoor moet je dan vaak wel in de zuidelijke contreien van ons land vertoeven…
Op zondag 25 mei vierde de VPRO in de Beurs van Berlage in Amsterdam met het Vrij Denken Festival het 85-jarig bestaan van deze, nog steeds, eigenzinnige omroep. Naast bekende omroepcoryfeeën als Wim T. Schippers, Adriaan van Dis, Jelle Brandt Corstius, Freek de Jonge en Wilfried de Jong was er ook ruimte voor muziek. Een prominente plaats in het programma was er voor het Metropole Orkest. Dit prachtige orkest wordt, net als de andere omroepensembles, door de komende bezuinigingen in de cultuursector bedreigd in zijn bestaan. Dit zou erg jammer zijn, internationaal gezien wordt het Metropole Orkest beschouwd als een van de beste orkesten in de lichte muziek ter wereld. Ook op dit festival zette dit orkest weer zijn beste beentje voor. Het begeleidde zowel de soulvolle zangeres Ntjam Rosie als de imponerende vocalen van het omroepkoor. Melchior Huurdeman en trompettist Eric Vloeimans presenteerden een muziekquiz. Mijn groepje eindigde als derde. Ik weet nog steeds niet of dat nou een aardige of een slechte prestatie was…
Assie