Enkele dagen geleden plaatsten we het eerste deel van Peter Koenes gast-column over Bob Dylan. Hieronder volgt het tweede en tevens laatste deel.
Poetry
Hoe je het ook wendt of keert, bij Bob Dylan gaat het meestal toch om inhoud. Hij is en blijft dan ook een troubadour, in de ware zin des woords. Ik ken een heel oud Italiaans lied, T'amai gran tempo (Stefano Landi, rond 1600), dat in de Engelse vertaling als volgt gaat:
I was faithful to you whilst I was loved
I want to leave you here, if you have deceived me.
Go and lay your traps for new lovers,
For I am free now, and I can't hear the whistle.
Drop dead now! I don't want you anymore,
For I'm weary and have found what I need elswere
Already over there, on the other side of the Po
The blackbird has flown... Run away, run after him!
In diverse vroege Dylan songs vind ik dezelfde poëzie, dezelfde inhoud, dezelfde zeggingskracht: Don't think twice, Boots of Spanish leather, It ain't me babe, It's all over now baby blue.
Intussen is Bob Dylan voor de tweede keer genomineerd voor de Nobelprijs voor literatuur. Hoewel hij vanwege zijn teksten al een flink aantal prestigieuze prijzen won, valt er over te twisten of hij die Nobelprijs hoort te krijgen. Uiteindelijk is Dylan een liedjesschrijver. Een hele goeie, misschien wel de allerbeste, maar toch gewoon een "song and danceman" zoals hij het zelf eens formuleerde. Van Arlo Guthrie hoorde ik ooit het volgende verhaal over dat liedjesschrijven: Feitelijk zijn al die teksten er al, ze drijven voorbij als met de stroom van een rivier. Je hoeft maar te gaan zitten vissen om ze boven te halen. Alleen heb je pech als er stroomopwaarts iemand zit, die beter kan vissen dan jij. Bob Dylan bijvoorbeeld...
Die Bob Dylan gaat intussen bijna 50 jaar mee als songwriter en hij is het nog altijd niet verleerd. In al die jaren is hij telkens weer met nummers gekomen die mij op z'n minst boeien en op z'n best rillingen bezorgen van bewondering, van herkenning, van ontroering.
Een paar voorbeelden.
Van "The freewheelin'Bob Dylan" uit 1963, maar altijd op het repertoire gebleven Don't think twice:
I'm a-walkin' and a-wondering all the way down the road
Once loved a woman, a child I'm told
Gave her my heart, but she wanted my soul
But don't think twice, it's all right
Van "Another side of Bob Dylan" uit 1964 en tot mijn grote blijdschap ten gehore gebracht in Amsterdam in 2007:
Starry-eyed an' laughing as I recall when we were caught
Trapped by no track of hours for they hanged suspended
As we listened one last time an' we watched with one last look
Spellbound an' swallowed 'til the tolling ended
Tolling for the aching ones whose wounds cannot be nursed
For the countless confused, accused, misused, strung-out ones an' worse
An' for every hung-up person in the whole wide universe
An' we gazed upon the chimes of freedom flashing.
En uit 1989 (Oh Mercy) een tekst die ik altijd met bovenstaande associeer en waarvan de mooiste versie, een live opname, te horen is op de vorig jaar verschenen dubbelaar "Tell Tale Signs"
Ring them bells St. Catherine
From the top of the room,
Ring them from the fortress
For the lilies that bloom.
Oh the lines are long
And the fighting is strong
And they're breaking down the distance
Between right and wrong.
Uit 1965 dateert Desolation Row, één van Dylan's indrukwekkendste songs. Hoewel een paar coupletten ontbreken prefereer ik de versie op "Unplugged" uit 1995.
Now at midnight all the agents
And the superhuman crew
Come out and round up everyone
That knows more than they do
Then they bring them to the factory
Where the heart-attack machine
Is strapped across their shoulders
And then the kerosene
Is brought down from the castles
By insurance men who go
Check to see that nobody is escaping
To Desolation Row
Van heel veel teksten is het feitelijk oneerbaar om slechts één couplet te citeren. Ik denk aan bijvoorbeeld Tangled up in blue, Idiot Wind, mijn meest geliefde nummer van "Time out of Mind"(1997) Not dark yet of het onlangs op "Tell Tale Signs" boven water gekomen en sindsdien mijn favoriete song Red River Shore. Allemaal liederen die me, hoe ondoorgrondelijk ze soms ook zijn, naar de keel grijpen. Het allersterkst heb ik dat gehad toen "The Bootleg Series Volumes 1 - 3" verscheen in 1991, met daarop een outtake van het album "Shot of Love" uit 1981, Angelina. Waar het in godsnaam over gaat, Joost mag het weten, maar zo indrukwekkend gezongen, schril tegen de akkoorden in "Ooooh, Angelinaaaah!". Rillingen over mijn rug. Dylan spreekt rechtstreeks tot de ziel.
I see pieces of men marching; trying to take heaven by force
I can see the unknown rider, I can see the pale white horse
In God's truth tell me what you want, and you'll have it of course
Just step into the arena
Beat a path of retreat up them spiral staircases
Pass the tree of smoke, pass the angel with four faces
Begging God for mercy and weepin' in unholy places
Angelina
Performing artist
En dat brengt mij dan op Bob Dylan als uitvoerend artiest. Er zijn nogal wat mensen die niet van zijn stem houden. Vreemd op zichzelf, want die stem is nogal aan verandering onderhevig geweest, tot vrijwel onherkenbaar toe op een album als "Nashville Skyline". Van folksinger tot rocker, van chansonnier tot crooner, in de loop der jaren was hij het allemaal. Het wat nasale in zijn stem is altijd karakteristiek gebleven.
Waarom Bob Dylan, los van zijn teksten, voor mij zo interessant en aantrekkelijk blijft, is omdat hij zich telkens weer heeft vernieuwd. Daarom is er geen sprake van één Bob Dylan, er zijn er vele. En het gaat er om hoe wij die verschijning telkens weer tot ons nemen, interpreteren en waarderen, hetgeen de meester zelf ooit tot de uitspraak bracht "Yóu are Bob Dylan!"
Anders dan bij popsterren als Mick Jagger en Tina Turner is Dylan's repertoire en performance meegegroeid met zijn leeftijd. Toen hij de zestig naderde klonk hij ook als zodanig, hij zong vanuit de ervaringen die je op zo'n leeftijd hebt en stak dat, op zijn prachtige CD "Time out of mind" niet onder stoelen of banken. Ik ben een aantal jaren jonger dan Bob Dylan, maar ben op deze manier steeds met hem meegegroeid; mijn waardering en bewondering zijn gebleven.
Van Dylan hoef je geen show te verwachten, al worden op de affiches zijn optredens soms wel als zodanig aangekondigd. Meestal is het een statisch geheel met weinig of geen beweging, een louter functionele lichtshow en geen special effects. Het is al in geen jaren meer voorgekomen dat hij zich rechtstreeks tot het publiek richt. Positief gesteld: het draait louter en alleen om de songs. Het spannende en verrassende zit altijd in de repertoirekeuze (die van dag tot dag kan verschillen!) en in de arrangementen, die tijdens elke tour weer anders zijn, waardoor oude nummers als nieuw klinken en zelfs niet eens herkend worden.
Bob Dylan is een meer dan gemiddeld gitarist, al komt dat tijdens concerten meestal niet zo tot uiting, dan heeft hij begeleiders die nog beter zijn. De laatste paar jaar speelt hij trouwens om medische redenen bijna geen gitaar meer, maar staat hij achter een keyboard, hetgeen ik zelf bepaald geen aanwinst vind. In het bespelen van dát instrument is hij zeker niet meer dan middelmatig.
Op de akoestische CD's "Good as I been to you" en "World gone wrong" valt uitermate veel te genieten van Dylan's folkgitaar. Medio jaren '90 heeft hij zijn stijl behoorlijk ontwikkeld, voor zover ik kan horen geïnspireerd door dat van Willie Nelson. Live leidde dat tot minutenlange improvisaties, zoals gebruikelijk in de jazz. Ik was daarvan getuige in Muziekcentrum Vredenburg in 1995. Vrijwel elk nummer eindigde met een ellenlange solo, veelal gespeeld met de rug naar het publiek. Dylan repeteerde als het ware on stage.
Bob Dylan is ook een meer dan gemiddeld mondharmonicaspeler en hij vergrootte vanaf de jaren '60 de populariteit van dit instrument dan ook aanzienlijk. Op "Blonde on Blonde" lijkt die harmonica deel uit te maken van een groot symfonieorkest en live gingen de schrille klanken tot in de nok van de zaal en drongen door tot in het beenmerg. Nadien heeft Dylan van zijn spel regelmatig een potje gemaakt, wat niet wegneemt dat er steevast applaus opstijgt wanneer de eerste tonen klinken. Door de jaren heen ben ik van een aantal solo's toch onder de indruk geraakt, waaronder die bij Every grain of sand ("Shot of love" 1981) en Shooting star ("Unplugged" 1995, waarop ik dit nummer veel mooier vind dan het origineel op "Oh Mercy" van 1989).
Maar zijn belangrijkste instrument is uiteraard zijn stem. Zoals ik hier boven al schreef: bij Bob Dylan gaat het meestal toch om de inhoud. Hij is een interpreterend zanger en het verbluffende is dat hij ook zijn eigen werk telkenmale anders weet te interpreteren. Daarbij maakt hij gebruik van een bijzondere dictie en vooral frasering, waarbij hij een meester is in het over de maat heen zingen. Hij kan spelen met klanken en ritmes in de tekst en op die manier probeert hij elk nummer de voor dat moment juiste lading mee te geven, wat de ene keer beter lukt dan de andere keer, maar tijdens elk concert wel enkele pareltjes oplevert. En hoewel Bob Dylan tegenwoordig zijn teksten meer reciteert dan zingt maken alleen die pareltjes het al de moeite waard om zo nu en dan een concert te bezoeken.
Peter Koene
NB:
Van veel in dit artikel genoemde nummers zijn opnamen te vinden op YouTube. Maar wees kritisch, er is veel bagger bij, zowel qua beeld als qua geluid (en zelfs qua uitvoering).
Een aardige introductie tot Bob Dylan's werk is "The rough guide to Bob Dylan" van Nigel Williamson.
Twee internetplekken die ik regelmatig raadpleeg om weer helemaal bijgepraat te zijn:
Expecting Rain: www.expectingrain.com
Bob Dylan in Nederland: bobdylaninnederland.blogspot.com