CDs
Akoestische Balkan Beats van speedfanfare Ciocărlia
Fanfare Ciocărlia - Queens And Kings - Asphalt Tango Records CD-ATR 1207 (distributie Music & Words)
Volgende week doet Fanfare Ciocărlia Nederland aan, voor drie concerten. Wat het publiek te wachten staat? Een elftal koperblazers uit een dorp in Roemenië, die met duizelingwekkende snelheid hun instrumenten weten te bespelen en daarmee ongetwijfeld de zaal op zijn kop zullen zetten. Vanaf nu is ook hun nieuwe cd verkrijgbaar, Queens And Kings, Singing Tales Of Gypsy Life. De plaat is opgedragen aan Ioan Ivancea, klarinettist en patriarch van de fanfare. Hij overleed vorig jaar in oktober, aan de gevolgen van kanker.
Op Queens And Kings wordt het spel van de speedfanfare gecombineerd met dat van een hele reeks gasten, grotendeels ook afkomstig uit de Balkan. De plaat is het resultaat van een reis door Europa om liedjes op te nemen met leden van de Romagemeenschap, die zich over het hele continent gevestigd hebben. De liedjes gaan over liefde, verlies, strijd en vreugde, de zo kenmerkende Roma-thematiek.
Opzwepende flamenco wordt door de Roemenen geblazen samen met de gitaren, cajón en zang à la Gypsy Kings van het Franse Kaloome in Que Dolor en Cuando Tu Volverás. In Ibrahim (dat de Fanfare op de vorige cd Gili Garabdi al opnam) en Nakelavishe worden de huilende uithalen van de stem van de Macedonische Esma Redzepova begeleid door koper. Maar ook voor het meer ontspannen Ma Rov, met karakteristieke donkere zang van de Bosnische Ljiljana Butler, draaien de blazers hun hand niet om. Heel apart is het lenige, katachtige stemgeluid van zangeres Mitsou uit Hongarije, te horen op de stukken Pănă Cănd Nu Te Iubeam en Duj Duj, deze laatste in duet met de heldere klanken van de pas 20-jarige Florentina Sandu, die net als de Fanfare uit Roemenië komt. Sandala en Ma Maren Ma, die ook op Gili Garabdi stonden, worden hier samengespeeld met Saban Bajramovic, die met zijn gevoelvolle stem ook al furore maakte onder het bewind van Tito in het voormalige Joegoslavië. Ioan Ivancea is op Queens en Kings nog één keer te horen, in The Farewell March. Het laatste nummer, dat ook op de soundtrack van de film Borat terug te vinden is, is een bewerking van de van Steppenwolf bekende hit Born To Be Wild. Het is een behoorlijk verknipte versie, ritmisch en snel gespeeld, die pas in het refrein ook herkenbaar wordt.
Omdat alles gezongen wordt is het geluid van Queens And Kings anders dan dat van Gili Garabdi, een plaat waarbij de instrumentalen meer centraal stonden en waar naar mijn idee minder gevoel in doorklonk. Gebleven is de snelheid en vooral de diversiteit, die nog benadrukt wordt door de gasten, allen Roma met muzikale invloeden van melancholieke klezmer tot temperamentvolle flamenco.
Erkenning was er in het westen al een aantal jaren, maar pas in december vorig jaar kwam de waardering in eigen land. Toen mocht Fanfare Ciocărlia voor het eerst in de Roemeense hoofdstad Boekarest optreden en nodigden ze een aantal van de bovenstaande gasten uit op het podium. Het was het begin van de tour rond Queens And Kings, waarmee de Fanfare een mooi eerbetoon vormt aan de gedreven Ioan Ivancea, die ondanks zijn ziekte geen repetitie wilde overslaan en naar verluidt stierf met zijn klarinet in de hand.
Mirjam Adriaans, waardering 8,5
Concertdata Nederland:
28.02.07 Eindhoven, De Effenaar
01.03.07 Den Haag, Paard van Troje
02.03.07 Leeuwarden, Stadsschouwburg De Harmonie
28.05.07 Tilburg, International Gipsy Festival (met Ljiljana Butler)
Info over de fanfare is te vinden op: www.fanfare-ciocarlia.com.