Meesterwerk
van David Olney
David Olney, schaar hem gerust in het rijtje van de allergrootsten.
'n Bob Dylan of 'n Townes van Zandt.
Zijn teksten zijn welhaast nóg doordachter, mysterieuzer dan die van Dylan. De worsteling en de geneugten van het bestaan, ontdoet hij in een paar minuten van hun complexiteit. Ogenschijnlijke oplossingen roepen meer en meer vragen op. Eenvoud, maar achter elk woord vermoed je de filosoof, zoals in: 'It's all too easy to forget that winter's touch is cold, we all believe that summer lasts forever." Een gerenommeerde literatuurprijs voor Olney zou niet gek zijn.
Waar Townes Van Zandt het toonbeeld was van een door drank en ellende getekend leven - een typische singer-songwriter dus - kleeft aan David Olney het beeld van een doodgewone ambtenaar, of beter nog onderwijzer, maar belerend wordt hij nooit. Olney heeft gevoel voor humor, hij is dan ook geen sombermans, niet in zijn teksten en niet in zijn muziek.
A capella en met veel gevoel zingt de gelouterde singer-songwriter de eerste 29 seconden:
You wheels that hold me on this highway,
Oh keep me safe and keep me going.
Elke Olney-kenner weet dat zo'n tekst meer behelst dan je op het eerste gehoor denkt. Maar nog voordat het idee van een diepzinnige rustige cd post kan vatten, haalt Olney met name dat laatste onderuit in een lekker smerige vette blues-rock. Met een knipoog heet dat tweede nummer Big Cadillac. En natuurlijk houdt die hem niet op de geëikte weg, maar stuurt hem naar alle denkbare krochten van het bestaan.
The Wheel is een thema-cd. Alles gaat voort ondanks ieders sterfelijkheid. Je kunt je er van alles bij voorstellen en dat komt ook allemaal voorbij. Die vier seizoenen, het rad van fortuin, de alsmaar rondcirkelende sterren, het water dat vanuit de bergen naar de zee stroomt, verdampt, om vervolgens in druppels weer neer te vallen in de bergen, de levenscyclus, etc.
Hij belicht het thema vanuit vier verschillende invalshoeken, die telkens worden ingeleid met korte a-capella introotjes, die aan het slot van de cd samenkomen in een canon onder de veelzeggende titel Round. Inderdaad, de cirkel is rond, Olney heeft alles gezegd.
Olney put vaak uit het verleden. De eerste wereldoorlog, de tweede, ja leed kan een heilzame inspiratiebron zijn. Dit keer is het de Amerikaanse burgeroorlog in het nummer Stonewall. Net als zijn beroemdste nummer 1917 waarin hij het destructieve van oorlog bezingt vanuit het gezichtspunt van een Franse hoer, vindt hij hier ook weer een onverwachte invalshoek.
Olney omzeilt knap het gevaar van eentonigheid dat altijd op de loer ligt bij een concept-album. Muzikaal gezien benut hij zijn veelzijdigheid. Evengoed dromend als rockend. Soms hoor je zelfs gospel en als het over de liefde gaat lijkt Elvis te herleven. Onverwacht duikt plots de vrouwenstem op van Carole Edwards.
Live heeft hij al ruimschoots getoond het alleen aan te kunnen met zijn omfloerste maar ook ruig uithalende stem en gedreven gitaarspel. Het intieme sfeertje dat hij dan snel weet te scheppen, wordt op deze cd dicht benaderd. De uitstekende muzikanten die meewerken stellen zich volledig in dienst van. Opvallend is de voorname rol die Dennie Richardson op viool toebedeeld krijgt. Maar dat vind ik als folkliefhebber alleen maar een voordeel. Zoals zijn slepende spel in Now and Forever, dat aangevuld met slechts stem en tokkelende gitaar een rust- en hoogtepunt vormt.
De enkele keer dat Olney sentimenteel wordt is het ook dermate overdreven dat het van de weeromstuit leuk wordt. Zo combineert hij in een soort suikerzoete Percy Sledge-match een meekermend en -galmend vrouwenkoortje, een onvast jaren zestig elektrisch gitaargeluid, een orgeltje, een braaf meetikkende drummer en zijn eigen bijna jankende stem in het 'ontroerende' All the Love in the World. Het eraan voorafgaande The Girl I Love was zo mogelijk nog 'erger'.
Het zal duidelijk zijn: The Wheel is een meesterwerk.
Henk - Waardering 9,5 (of mag 't nog 'n ietsie meer zijn?)