Geduld is een schone zaak. Lang moesten we erop wachten, maar nu is-ie er dan toch: het debuut-album van Comas vol Ierse muziek van het betere soort. Vanaf het moment dat ze zich twee jaar geleden overrompelend presenteerden aan het grote publiek op Dranouter, kennen we de vier muzikanten van Comas als een kwartet dat ook in een razend tempo de details overeind houdt.
Muziek die je laat swingen. Nu, rustig achterovergezakt luisterend naar de cd, blijkt die kwaliteit juist ingeschat, dat wil zeggen het is nóg beter dan verwacht. Je voelt je als het ware in een luxe eerste klas coupé van een voortdenderende TGV, van waaruit je buiten het rustgevende landschap aan je voorbij ziet trekken. Subtiliteit, originele overgangen, spannende accenten en inventieve wisselingen in tempo en ritme doen op de beste momenten denken aan de Ierse absolute topper op dat gebied: Lúnasa.
Op cd klinkt het akoestische Ierse snelle spel nog afgewogener en fijngevoeliger dan live. Ook worden er meer rustmomenten ingelast dan tijdens de stomende live-concerten. Het album met de naam van de groep als titel (Comas is Gaelic voor kracht), duurt zo'n 47 minuten. In tien nummers zijn 23 stukken (van traditioneel tot zelf geschreven, of geleend van anderen) verwerkt. Uptempo-werk wordt op tijd afgewisseld met een indringende song of een rustige instrumentaal. En dan te bedenken dat het hier niet enkel Ierse muzikanten betreft. Het kwartet (een Belg, een Breton, een Ier en een Amerikaanse Ier) wordt met gastmuzikanten aangevuld, Een Schotse zangeres uit België, een Belgische muzikant en twee Ierse muzikanten.
Als je de cd een paar keer beluistert, begrijp je waarom onze recensent Paul destijds compleet ondersteboven was van de kwaliteiten van Sylvain Barou, de Bretonse meester op de houten dwarsfluit. Geen kleine jongen. Met name zíjn spel trekt Comas ver boven het gemiddelde uit. De finesses van de houten dwarsfluit kreeg Barou bijgebracht door niemand minder dan Jean-Michel Veillon (oa. Kornog, Barzaz, Pennou Skoulm, Toud'Sames). Barou kwam dus niet zomaar uit de lucht vallen. Hij was al te horen op het album Irvi van de beroemde Breton Denez Prigent en op de live-cd Nuits Blanches van de balgroep Djal.
Barou beheerst alle fascetten van het fluitspel. Hij laat zijn instrument telkens weer anders klinken. Juichend in razende instrumentalen als Natural Progression en James Kelly's, fluweel in Iris, percussief in The Funky Spider en in East Link, emotioneel in Cailin Deas Cruite na mBo, psychedelisch in Brendan McGlinchey's en met wat echo erbij klinkt zijn warme spel in JJ's Cockroach als een geschenk uit de hemel... Soms neemt hij de d-flute of e-flute ter hand en een enkele keer de uillean pipes zoals in The Cock and the Hen.
Barou is dus een kanjer. En wanneer je als Comas dan ook nog eens gezegend bent met een behendige violist als de Ier Aidan Burke, een snarenvirtuoos als de Belg Philip Masure en een bodhran-wizard als de Ier Jackie Moran, dan heb je het over een topgroep.
Violist Aidan Burke zou iets meer emotie in zijn spel kunnen leggen hoewel het hier duidelijk een zijdelingse opmerking betreft, zeker als je zijn felle en soms rafelige spel in Brendan McGlinchey's hoort. Boeiend is zijn naadloos gelijkopgaande spel met de fluitist zoals in Fisherstreet Reel.
Philip Masure is in België natuurlijk al veel langer bekend als een topgitarist (Orion, Laïs, Urban Trad, Helen Flaherty, etc). In de eerste maten van dit album valt meteen de drive op waarmee hij speelt. In de strakke overgang van een slow air naar het snellere Nele's Nutcake toont hij zijn subtiliteit, zoals ook in East Link (cittern) en JJ's Cockroach. Zijn zang in The Rambling Irishman klinkt mij iets te gehaast.
De Ierse bodhran-speler Jackie Moran kan zijn ‘handtrommeltje' geregeld als geen ander laten ‘zingen'.
Er doen vijf gastmuzikanten mee. Zangeres Helen Flaherty (Shantalla), bassist Cedric Waterschoot (Urban Trad), accordeonist David Munnelly, zanger Daithi Rua en snarenman Guido Piccard. Van de laatste twee is van ieder een nummer opgenomen. Dat is niet enkel een aardig gebaar van vriendschap, maar ook nog eens helemaal terecht want het betreft twee juweeltjes.
Van Guido Piccard - een goede maat van Philip Masure - horen we Iris. Op dit prachtige wat rustiger nummer neemt hij zelf de cittern voor zijn rekening, zoals hij ook te horen is op Masures East Link en JJ's Cockroach. Verfrissend trouwens dat uitstapje naar het oosten van Masure.
Zanger Daithi Rua (min of meer het vijfde bandlid van Comas) wordt in het zonnetje gezet met zijn kippenvel-song Causeaway. Dit lied krijgt een spannende begeleiding op dwarsfluit en accordeon. In het refrein hoor je de tweede stem van Helen Flaherty. Deze Schotse zangeres van Shantalla behoort al langer tot de vaste gastmuzikanten bij Comas en gitarist Philip Masure. De accordeon wordt bespeeld door David Munnelly. Ook deze virtuoze Ier is al lang geen onbekende meer bij Comas. Als fluitist Sylvain Barou verhinderd is valt hij in. Muzikaal en gevoelig is zijn begeleiding op piano van enkel de dwarsfluit in de slow air Cailin Deas Cruite na mBo (The pretty girl milking her cow). Gezien de schoonheid van dit nummer moet zelfs de cow bijzonder pretty geweest zijn...
Bassist Cedric Waterschoot van Urban Trad speelt her en der bescheiden op de achtergrond een onmisbare rol.
Het album bevat enkele nummers die we al eens eerder hoorden. Zo is er Plevin Jig van Soig Sibéril (album Digor uit ‘93). En de reel Punch in the Dark zette Aiden Burke vorig jaar al eens op zijn solo-album Feel the Bow en meen ik ook te kennen van The Kinnitty Sessions van Lúnasa.
Komend weekeinde presenteert Comas dit fraaie debuutalbum op Folkfestival Dranouter. Een week later op Folkwoods in Nuenen. Een aanrader! En luister dan eens goed naar die fabelachtige dwarsfluitist...!
Henk - Waardering 9-