Big Low - No Tears in Paradise - Smoked Recordings SR005
De spil van Big Low is de in Nederland wonende Australiër Dan Tuffy, die de meeste songs schrijft en gitaar speelt. Marc Constandse speelt bandoneon en verschillende vormen van percussie. Michiel Hollanders is nieuw. Hij speelt dobro, velofoon, banjo bass en zingende zaag. Op de eerste cd bestond de band nog uit vier leden (toen met Steve Heather en Murray Campbell), nu is het dus een trio. Qua muziek is er ook wat veranderd: No Tears In Paradise is een puur Engelstalig singer-songwriteralbum geworden.
De cd, die overigens vrij kort is (nog geen veertig minuten), begint met een cover van Jonathan Richman's Afternoon. Dan volgt Ti Tree Bush Mix. Dat is een voortzetting van Ti Tree Swamp van de cd Ghost Hunt Migration. De melodie is hetzelfde, alleen is er nu tekst aan toegevoegd en het arrangement is wat anders. Het verhaal speelt zich af in een auto, die onderweg is door het moeras, een soort road-movie in het klein. Daarna komen we bij het nieuwe werk van Tuffy. Bob Dylan is duidelijk een inspiratiebron voor At the parade. Waar je dan een mondharmonica verwacht, laat Marc Constandse zijn bandoneon horen. De 'parade' is de rij waar je in terechtkomt voor je het paradijs in mag. Ook de afgezanten van de duivel staan te wachten om nog eventueel wat mee te kunnen pikken. Mooi onderwerp...
In de stukken We Gunna Die Out Here en Todd River Disco geeft Dan Tuffy een mooie Tom Waits-imitatie. Hij schreeuwt zijn verhaal, in het ene geval over een groep die verdwaald is in niemandsland met een gids die gelogen heeft over zijn kennis daarvan (met een behoorlijk vrolijke muziek daaromheen), in het andere over het nachtleven. Het wordt zo langzamerhand duidelijk dat Dan Tuffy geen gewone singer-songwriter is. Zijn onderwerpkeuze laat zich niet vangen in een centraal thema en de muziek die zijn verhalen begeleidt is op zijn minst origineel te noemen in dit genre. Om nog even verder te gaan met zijn onderwerpen: Black Snake Story vertelt in een (gesproken)dialoog over het gesprek dat de ik-persoon heeft met een slang, vnl. over sigaretten. De sfeer hierbij wordt vooral bepaald door de zingende zaag van Michiel Hollanders, die het een sinister tintje geeft. Bij optredens laat Dan Tuffy ook nog een gemene kop zien, die je op de cd helaas mist, maar het blijft spannend. Dan Tuffy, foto Ronald Rietman
Er zijn ook nog wat filosofische overwegingen in If God Be God. Een rustig nummer met de vraag of god (als hij bestaat) de wereld wat ruimte wil geven. Een erg mooi lied is When I Got Back. Hoewel het woord oorlog niet genoemd wordt, hoor je hier een soldaat zijn trieste verhaal vertellen. Dan volgen nog het verhaal over een vermiste, naar later blijkt verdronken, jongen in The Ballad of Edward Fitzgerald en over een verloren hart bij de oevers van een rivier in Old Macleay. Dit doet soms een beetje Iers aan, maar aangezien de Engelsen destijds behoorlijk wat Ieren gedeporteerd hebben naar Australië zal daar wel iets van zijn blijven hangen in de nazaten.
Ik heb genoten van dit album. In die kleine veertig minuten krijg je een lawine aan verhalen over je heen gestort, die elk hun eigen charme hebben, met een prachtige begeleiding. De verhalen zijn op zichzelf staande stukken, die soms maar een momentopname weergeven. Bij singer-songwriters verwacht je een accent op de gitaar, dat is hier afwezig. De gitaar is slechts een instrument dat met de andere samen een sfeer creëert. En die is telkens weer anders. Samenhang is er niet te ontdekken in deze verzameling, maar het klinkt zo mooi dat dat voor mij ook niet hoeft. De concerten die ik bijwoonde van Big Low waren prachtig, No Tears In Paradise is een mooie aanvulling daarop.
Meer informatie over de band en andere projecten van deze heren is te vinden op www.smokedrecordings.com
Mirjam Adriaans Waardering: 9