CDs
Drijfhout over Vlielandse nachtvrijages en gestrande goudschepen
Drijfhout - Schipper En De Jonkman - NKM005 (verkrijgbaar via www.drijfhout-vlieland.nl)
Het is weer mei en zo langzamerhand begint het zomers te worden. De Waddeneilanden zullen ook dit jaar weer heel wat vakantievierders mogen ontvangen, en een aantal van hen zal op Vlieland het duo Drijfhout tegenkomen, dat er tot en met oktober heel wat voorstellingen ten gehore zal brengen. Nils Koster en Ger Lamerus zijn de laatste jaren behoorlijk actief met organiseren van festivalletjes, concerten en er is zelfs een internetradiostation opgericht. Tussendoor vinden ze nog tijd om traditioneel materiaal te zoeken en zelf liedjes te schrijven, die uiteraard ook alles te maken hebben met de zee, scheepsverhalen en het eilandleven. Voor hun cd Schipper En De Jonkman (eind december gepresenteerd) hebben ze inspiratie gevonden in de geschiedenis van Vlieland.
De geschiedenis van de zee en van eilanders die jutten op het strand is een terugkerend thema in de liedjes van Drijfhout, maar voor Schipper En De Jonkman heeft het duo specifiek gespit in de historie van hun eigen eiland Vlieland. Op vorige cd's speelden nog gastmuzikanten mee, dit keer koos het duo voor enkel de basis, twee zangers met doorleefde stemmen en diverse instrumenten waarbij de trekzakken de boventoon voeren. Nils Koster hanteert viool, trekzak, gitaar, mandoline, piano en cello en Ger Lamerus is te horen op gitaar, trekzak of tin-whistle. De opnamen vonden plaats in de eigen Drijfhout-studio op Vlieland.
Schipper En De Jonkman bevat een uitgebreide inlay (40 pagina's), waarin zowel de teksten als de bladmuziek opgenomen zijn en heel wat eilandfoto's. Naast veel eigen werk, twee teksten van voormalig Drijfhout-lid Marian Woestenburg en een gedicht van 'Opoe' Nel Cupido-Kooijman, staan er ook een paar traditionals op, zoals de bij vrijwel iedereen bekende meezingers Kaap'ren Varen, The Wild Rover (hier vrij melancholiek gebracht) en Drunken Sailor. Daarnaast vonden Lamerus en Koster in het boek Liefdes lusthof, spiegel der vrijerij en minnekunst (van Leonard de Vries) een artikel over 'queesten' (oftewel nachtvrijen, zowel Van Dale als het Woordenboek der Nederlandsche Taal uit 1916 geven de voorkeur aan de spelling 'kweesten' voor dit oude eilandgebruik). Dat leverde inspiratie voor het nummer Queesters, waarin het meisje volgens haar in dezelfde bedstee slapende broertje op wonderlijke wijze 's nachts over vier knieën blijkt te beschikken. De Lutine Ballade (over het goudschip dat in 1799 voor de kust van Vlieland verging) werd al o.a. door Liesbeth List en Kadril op plaat gezet en is ook te vinden op de Drijfhout-cd Gestrand Op Vlieland, maar is nu door het duo opnieuw opgenomen. Er is een behoorlijk folky versie te horen van de traditional Sloop John B met viool en gitaar, die in niets meer doet denken aan de poppy hit die de Beach Boys ervan maakten. Siep Schuil van de hand van Ger Lamerus is de enige instrumentaal en er wordt afgesloten met een opname uit het project Onder De Groene Linde (van Ate Doornbosch en het Meertensinstituut), Lieve Schipper Vaar Mij Over werd op Liederenbank.nl gevonden. De moeder van Opoe Nel, mevrouw Remptje Kooijman-Bakker is de zangeres, Drijfhout zingt en speelt mee. Overigens staat in het cd-hoesje helaas het verkeerde liednummer vermeld, dat verwijst naar een zekere A. Bakker-Kooijman die hetzelfde lied zingt. Het juiste nummer is 31010.
Vanwege de historische context kregen de heren financiële ondersteuning van de provincie Friesland, die hetzelfde wil doen met een dergelijke cd die het hele waddengebied bestrijkt. Dat zal dus het volgende project worden van Drijfhout. Daarvoor willen de heren Lamerus en Koster samen gaan werken met andere (folk-)groepen van de eilanden. Voorlopig is het dus alleen nog Vlieland dat centraal staat op Schipper En De Jonkman.