Het grote Wouter Vandenabeele interview

De Vlaamse violist Wouter Vandenabeele, vooraan in de dertig, heeft zich in ontwikkeld tot een internationaal erkend arrangeur/componist. Hij timmert hard aan de weg. Zijn productiviteit was afgelopen jaar ongekend: concerten aan de zijde van de Senegalese peulviolist Issa Sow, het prestigieuze Hadzidakis-project in Athene, nieuwe cd’s met Ambrozijn en Olla Vogala, talloze folkbals met Balbrozijn, het Bijloke-concert met Luciano Catapano en het Marokkaans/Vlaams project Brared Ataï met concerten in zowel Marokko als hier. Maar hij geeft ook concerten met formaties als Horizonto en Griebo, bovendien speelt hij in de begeleidingsband van Laïs. Ondanks alle succes staat hij nog steeds met beide voeten op de grond. Zo mengt hij zich graag in sessies op festivals of gewoon in de kroeg.

Voor FF-Henk is dit allemaal voldoende reden om Vandenabeele extra te belichten.
Henk woonde afgelopen jaar een zestal concerten bij waarin Vandenabeele een hoofdrol speelde: Wouter met Isa Sow in Gent en Merkelbeek, Balbrozijn op de Gentse Feesten, Ambrozijn op Folkwoods, de presentatie van het Olla Vogala-album Siyabonga in Den Bosch en het Brared Ataï-project in Gent. Henk sprak met de muzikant en ten behoeve van onderstaand artikel ontstond levendig e-mail-verkeer tussen Gent en Eindhoven.
Vandaag deel 1 over Vandenabeele's internationale werk. In deel 2 blijven we morgen dichter bij huis.

DEEL 1

Internationaal succes voor Wouter Vandenabeele
"Ik hou net genoeg over voor mijn eten en een goede wijn"

- door Henk -

Eigenlijk zijn de Grieken in hun trots gekrenkt. Wat wil je ook, het is niet
een van hen, maar een buitenlander die tien jaar na de dood van Manos
Hadzidakis het prestigieuze herdenkingsproject rond hun nationale muziekheld
vorm geeft.

De verontwaardiging in de Griekse cultuurwereld maakt echter snel plaats voor bewondering als ze tijdens de Culturele Olympiade het resultaat horen. De jeugdige Gentse componist, arrangeur en violist Wouter Vandenabeele maakte op uitnodiging van het Griekse ministerie van Cultuur een selectie uit de duizenden liederen die Hadzidakis schreef. Hij stofte ze stuk voor stuk af. Soms maakte hij er bijna nieuwe muziek van.Voorafgaand aan de Olympische Spelen voerde hij het werk twee keer uit in het fraaie Atheense Melina Mercouri Theater. Dat deed hij samen met zijn Belgische wereld-bigband Olla Vogala, gastmuzikanten en zangeressen als Teresa Salgueiro (Madredeus), Lucilla Galeazzi (Italië), Kari Bremnes (Noorwegen), Beata Palya (Hongarije) en Eva De Roovere (Vlaanderen).

Grensverleggende fusie-achtige projecten zijn gewoon voor Vandenabeele. Met folkband Ambrozijn bracht hij dit jaar het album ’Botsjeribo’ uit; een evenzeer merkwaardige als aansprekende en spraakmaakende mix van Vlaamse traditie en Angelsaksische songs. Ook het nieuwe album Siyabonga dat hij onlangs met Olla Vogala presenteerde getuigt van een brede horizon.

Opgroeiend in een familie van grote muziekliefhebbers maakte hij als kind al kennis met Bach. Sinds mijn eerste ontmoeting met Wouter Vandenabeele op Dranouter in ’97 is zijn toch al brede horizon nóg verder verbreed. Ik sprak met hem destijds over de verjonging in de Vlaamse folk. En over zijn studie aan het Gentse conservatorium. Studiegenoten, die aanvankelijk lacherig deden over zijn voorkeur voor folk, overtuigde hij door eigentijdse Scandinavische folk-­cd’s te laten horen.

Nu reist Wouter Vandenabeele de hele wereld over. Zo trok hij in 2004 door landen als Zuid-Afrika, Hong Kong, Griekenland en Senegal. Vaak op uitnodiging, maar ook op eigen initiatief. Hij treedt er op met muzikanten van daar. Er ontstaan vriendschappen en Vandenabeele nodigt ze ook uit voor gezamenlijke concerten in België en soms Nederland. Hij doet veel inspiratie op bij zijn contacten met verschillende culturen. Maar hij kopieert die stijlen niet, hij maakt er nieuwe muziek van.

“Nee, je moet proberen goed te zijn in je eigen ding. Niet de muziek van daar overnemen. Daar geloof ik niet in”, zegt hij. “Een paar weken geleden waren we in Marokko. Daar speel ik geen Arabische viool na: ze zouden nogal lachen. Ik put uit mijn kennis van harmonie en daar zijn zij dan dankbaar voor. We proberen niet iets te kopiëren maar elkaar 'iets te bieden'. In het westen hebben we veel kennis van harmonie en arrangeren; Senegalezen bijvoorbeeld hebben de "groove", het ritme en Marokkanen de prachtige melodieën die tot op kwarttonen verfijnd zijn.”
En in een interview met Dirk Fryns in het Vlaamse blad De Tijd zegt hij daarover ook: "Net door je eigenheid niet te verloochenen, geef je muzikanten uit een ander land een uitdagend muzikaal kader waarvan ze deel willen uitmaken. Anders krijgen ze de indruk te worden opgevoerd als een exotisch curiosum en daar bedanken de meesten voor".


Image

Vermoeiend al dat reizen, lijkt me. Sluipen de inspiratie, de indrukken, de gevoelens die je dan opdoet automatisch in je composities, of is dat toch meer een kwestie van hard werken en cerebrale inspanning?

“Composities… tja, wie zei het ook alweer: 95% aspiratie en 5% inspiratie... Het is inderdaad vermoeiend, maar vooral inspirerend. Vooral de indrukken met andere culturen, de fantastische muzikanten die ik overal mocht ontmoeten... ik voel me soms echt geprivilegieerd!”

Hoe kom je toch aan al die projecten? Zo’n Hamdalaya-project met die Senegalezen, Metamorf bij de opening van de Gentse Handelsbeurs met onder andere Savina Yanatou, Hadzidakis met al die grote namen? Brared Ataï? Ik veronderstel dat je in de meeste gevallen gevraagd wordt?

“Elk project heeft zo'n beetje zijn eigen verhaal. Hamdallaye kwam bijvoorbeeld door een interview in Knack over Olla Vogala, mijn visie over samenwerking met andere culturen sloeg blijkbaar aan bij de Senegalezen. Ook bij andere projecten merk ik dat mensen Olla Vogala kennen en de manier waarop wij daarin met andere culturen werken. We proberen het 'gemakkelijke' van de wereldmuziek en exotisme te vermijden, alhoewel ook wij ons daar in het verleden soms aan bezondigd hebben.”

Legt het werken met al die beroemdheden jou geen enorme druk op?

“Het is elke keer een uitdaging geweest: er is natuurlijk druk maar je bent met muziek bezig en met goede muzikanten zodat je van alles eromheen weinig merkt. Mensen als Lucilla Galeazzi, Luciano Catapano, Kari Bremnes… zij luisteren naar je muziek, niet naar een 'faam' of zoiets. Dat is dus altijd al heel tof geweest. En heel leerrijk”.

Met het Vlaams/Marokkaanse project Brared Atai kom je in 2005 ook weer naar de concertzalen. Persberichten hebben het over een kruisbestuiving tussen Vlaamse akoestische en Arabo-Andalusische muziektraditie. Olla Vogala is toch veel meer dan Vlaamse akoestische traditie? En de Marokkaanse inbreng gaat toch ook veel verder dan de traditionele ‘boerenmuziek’. Die Marokkaanse top-muzikanten maken een klassiek geschoolde indruk, het lijken mij geen gewone self-made volksmuzikanten?

“We zochten naar een soort gelijkgestemde muzikanten uit Marakesh, mensen die ook muziek gestudeerd hadden vanuit hun eigen cultuur en traditie, het is gewoon gemakkelijker om zo op een gelijkwaardige basis samen te werken. Ik wil nooit een baas zijn of 'de arrangeur' maar eerder een soort eindregisseur. De inbreng van Mohammed Marwane is minstens even groot in het project. Hij beheerst zijn muziek tot in de details maar met een grote openheid en dat maakt het zalig om met hem te werken. Ze zijn een beetje de "olla vogala's" van Marakesh :-) “

Niet het complete Olla Vogala speelt mee in Brared Ataï?

“Neen, om twee redenen. Financieel… te veel vliegtuigtickets en hotels. En we wilden ook een ruime inbreng van de Marokkanen hebben.”

Wordt Brared Ataï, wat betekent die naam trouwens, ook weer op cd vastgelegd?

“We gaan dat zeker proberen, de concerten tot nu toe zijn al fantastisch geweest, waarschijnlijk in april als we ermee in Amsterdam en in Brugge staan. Brared Ataï betekent; "theepotten", waarom? ik denk dat dit voor zichzelf spreekt, het is alvast iets wat Marokko en België gemeen hebben :-))…”

Is er al trouwens enig uitzicht op wanneer de cd van het Hadzidakis-project beschikbaar komt?
“Goede vraag, het zal van de Goden op de Olympus afhangen, alles is al afgemixt. Er komen sowieso al enkele singles uit in Griekenland in december, zeker het 'Kemal' nummer vonden de Grieken fantastisch.”

Die Grieken hadden voor het Hadzidakis-project op het Cullturele Olympiade zo’n slordige 250.000 euro voor dat project uitgetrokken. Blijft daar ook iets van over voor de arrangeur/bandleider?

“Financieel steek ik bijna al mijn geld terug in de muziek: zo heb ik zelf een deel van het Marokko project betaald, ook Ambrozijn in Senegal, etcetera. Ik hou net genoeg over voor mijn eten en een goede wijn :-) “

Begrijp ik het goed dat je gevraagd bent voor de Culturele Olympiade van 2008 in Peking?

“Van Bejing weet ik nog niets, ze waren geïnteresseerd maar de promoter kon dat project niet aannemen, jammer, we zien nog wel, het zou fantastisch zijn. Ik heb in Griekenland met twee grote Chinese muzikanten gewerkt Mr Dong; Erhu en Yue, bamboe fluit. ”

Is het toevallig dat je nogal eens in Afrika vertoeft?

“De eerste keer wel, sindsdien niet meer, ik wil er elke winter naar toe, Ik zat net in een kleine muzikale crisis en daar hebben ze me werkelijk terug muziek leren maken, de muziek gaat daar terug naar de essentie los van alle overbodige virtuositeit en techniek. Ik heb zowat overal wat geleerd: muziekschool, als kind Bach, als puber leraars links en rechts, reizen, stages, CD's, Gents conservatotium. Maar ik leer nog steeds van mensen als Issa Sow uit Senegal.”

Hij praat met veel liefde over Afrika. Afgelopen jaar luisterde hij graag
naar de cd Mouneïssa van de Malinese zangeres Rokia Traoré. Op een vraag of
hij haar succesvolle album Bowmboï – ondermeer Klara Muziekprijs 2004 – ook zo mooi vindt ontwoordt hij:

“Die heb ik ook: zeer mooi, maar teveel gasten, te gearrangeerd enzo. Naar mijn gevoel toch niet die pure eenvoud en kracht van Mouneïssa waar enkel de zang en enkele traditionele instrumenten de show stelen, zoals in een van de laatste nummers waar de balafoon (of iets dergelijks) invalt met een eenvoudige riff van een paar noten... het 'grooved' ongeloofelijk... je wilt dat het nooit meer stopt... ja, inderdaad ik ben teveel naar West-Afrika geweest :-)
Mouneïssa doet me terugdromen aan de tijd in Senegal, de peulmuziek ligt dicht bij hetgeen Rokia doet, dezelfde instrumenten en ritmes. Het is een redelijk sobere CD maar juist daarom kan ik er uren naar luisteren…”

Deel 2: Wouter Vandenabeele gelooft niet in muzikale politieke pamfletten