In een saus van folk, americana, en andere rootsmuziek beleefde Naked Song Festival op Pinksterzaterdag zijn eerste editie in alle zalen van het Eindhovense muziekcentrum. En was het een interessant startschot? Jazeker. Een soort Blue Highways maar dan kleinschaliger. Verspreid over 4 podia brachten 13 singer-songwriters hun liedjes ontdaan van iedere poeha.
Al bij binnenkomst werd het publiek verrast door de muzikale klanken van Clemens van de Ven. Zijn karakteristieke donkere stem, zijn ritmisch pianospel en zijn recht uit het hart komende teksten doen verlangen naar New Orleans. Invloeden van Dr. John, The Meters, Fats Domino kropen langzaam de lijven binnen.
Even later lopen we stiekem naar boven, naar de Small Hall. Door de zij-ingang glipten we naar binnen. Daar, op het podium, speelt Malcolm Holcombe. Zijn kleren zien eruit zoals zijn liedjes klinken. Oud, rommelig, nonchalant. Hij zou zo op de hoek van de straat kunnen spelen. Gebukt staand of zittend. Een zwaar leven is hem niet vreemd. Whiskey, sigaretten en andere heftige zaken. Zijn gruizige stem laat ze allemaal horen. ‘They love me like a fool, living in a gamble house.' Juist ja. Maar lang blijven zijn liedjes niet hangen. Teveel van het zelfde.
De uit Wales afkomstige Davie Lawson is een stuk meer romantisch. Meer dan een akoestische gitaar, een linkervoet die de nummers soms extra ritme geven en een licht geknepen stem is daar niet voor nodig. Zijn emotievolle liedjes met poëtische teksten laten horen dat folk en blues niet ver uit elkaar hoeven te liggen. Oerdegelijk.
Adembenemend
Er is meer tussen hemel en aarde dan een sterveling in een oogopslag kan zien. Teitur Lassen bijvoorbeeld. Deze romantische jongen, geboren op de Deense Faroer eilanden, is de ultieme belichaming van de ouderwetse singer-songwriter. Zijn aanpak roept vergelijkingen op met Damien Rice, Nick Drake, Tim Buckley en diens zoon Jeff. Zijn liedjes zijn dan ook zeer persoonlijk en universeel tegelijk. In mijn gedachten zie ik hem, al schrijvend, nog op het podium zitten. Een en al passie. En het is die passie die zijn optreden zo bezwerend, spannend en mooi maakt. Wat een schoonheid brengt deze 25 jarige zanger. Het publiek is muisstil. De mooie kanten van het leven, gaan in de kop van de recensent leven. Het is alleen jammer dat er weinig grip te krijgen is op zijn teksten. Behalve dan op wat treffende oneliners na als in het nummer Carrousel: ‘I live like a mystery Man, and I sleep in a caravan. I am the carrousel.' Of in een liedje, waarvan ik de titel kwijt ben, over 2 Amerikaanse jongeren die erop uittrekken met een geweer in de auto. Normaal gesproken hebben ze het gemunt op katten. Nu een keer op een hond. Per ongeluk raken ze de man die zijn hond uit liet. Echter de afstand tussen de man en de hond was zo groot dat hij nauwelijks door een geweer te raken was. Heel ongeloofwaardig dus. Maar wel een passend lied waard. Of Louis Louis, een perfecte tribute over Louis Amstrong. Tjonge, tjonge, nog rillingen over mijn rug. Wat een ontzettend mooi optreden gaf Teitur. Oerdegelijk vakmanschap was het. Adembenemend. De wereld gaat nog veel van hem horen.
Canada blijft een raar land. Denk aan The Band. Een betere popgroep is nauwelijks denkbaar. Maar ook Elliott Brood, geen erfgenamen van..., komt uit dat immense land. Dit trio graaft diep in de Amerikaanse roots traditie. Bluegrass, blues, en folk zijn Elliott Brood niet vreemd. Toch doet de akoestische rootsmuziek met punkinvloeden ook denken aan Two Gallants. Energiek, verfrissend, dansbaar, verrassend, en rakend.
Regelmatig komt Mary Gauthier overwippen naar ons land voor een reeks concerten. Een flink aantal van die concerten heb ik bijgewoond. Telkens weer weet ze me te boeien met haar songs over de zelfkant van het leven. Niet verwonderlijk. De zangeres uit New Orleans weet waarover ze zingt. Ze draagt haar teksten mee in haar rugzak. Juist dat maakt haar optredens, volgepropt met praatzang, zo meeslepend. En aangrijpend. Door de ellende die ze meegemaakt heeft van zich af te zingen, lijkt de zwarte kant ver weg.
Boegbeeld
Onrustig geklap in de zaal. Het wordt later en later. Nog steeds geen Luka Bloom te zien. Dan verschijnt de Ier, gekleed in een helderblauwe bloes, op het podium. Hij vindt een plaatsje achter de microfoon en zegt: ‘Backstage zag ik het publiek onrustig worden. Ik zou aangekondigd worden, maar het bleef maar duren. Toen ben ik zelf maar al vast het podium op gelopen. Maar begrijp me; I'm not at war with anyone.' De Ierse zanger is nog maar amper uitgesproken. Hij gaat zitten, pakt zijn gitaar en zet dan een concert neer dat nooit vergeten zal worden. Zijn humor, zijn pakkende songs, zijn positieve energie, zijn unieke gitaarspel. Luka Bloom blijft ook het boegbeeld uit de Ierse mix tussen folk en pop.
Een aanradertje is ook Lucky Fonz III. Door de media betiteld als de Nederlandse Bob Dylan. Vergeet het. Lucky Fonz III, wat een pseudoniem, is gewoon de 25 jarige Otto Wichers. En het gaat goed met de jongen. Hij won de Grote Prijs, zijn eerste cd ligt in de winkels, zijn tweede is onderweg, en zijn pakkende liedjes grijpen bij de keel. Zowel op het Naked Song festival in Eindhoven als op Elastiek, een dag later in Hilvarenbeek, krijgt de verstokte romanticus, pluk haar onder zijn kleine hoed, het publiek stil.
Geen onbekende in Hilvarenbeek is JW Roy. Veel songs van Laagstraat 443 werden door de Knegselse slagerszoon nog verder uitgekleed. Zijn donkere stem en zijn pakkende liedjes scheurden vele harten open. Bij het juweeltje As ge Ooit sprong Gerard van Maasakkers bij als gastzanger. ‘We hebben dit liedje samen al vaak gezongen,' zei JW tevreden toen Gerard het podium verliet: ‘maar dit was de allerbeste versie ooit.' Zijn aanvankelijke verlegenheid is opgelost in de lucht. JW is uitgegroeid tot een performer pur sang. En bij die paar nog niet uitgebrachte liedje die hij voordroeg, groeide de belangstelling bij elk toontje dat te horen was naar een nieuwe plaat.
Een absoluut Elastiek hoogtepunt was Alex Roeka. De rauwe romantiek van deze Brabantse zanger was indrukwekkend, zowel in tekst als muziek. In elk nummer werd het publiek heen en weer geslingerd tussen de donkere holen van het leven en een heldere hemel. Kom daar maar eens op. Indrukwekkend. Voor herhaling vatbaar.
Wegpoetsen
Een ding is duidelijk. Rootsmuziek mag, nee, moet blijven. Hopelijk groeit Naked Song Festival uit tot een jaarlijks ritueel. En hopelijk laten ze zich in Hilvarenbeek niet wegpoetsen door de commercie. Laat ook in de komende jaren de accenten liggen op doorleefde teksten en akoestische instrumenten.