Twee weken geleden werd het Patronaat in Heerlen opgeleverd, voorheen een gemeenschapshuis in handen van de kerk. Nu is het een spiksplinternieuw theater waar o.a. concerten georganiseerd worden door Triskell, dat hier dus ook het Lentefestival hield. Soetkin Collier en Ambrozijn waren top, een bijzonder optreden was er van Declan de Barra.
Voorheen werden de Triskell festivals gehouden in Merkelbeek, de thuisbasis van de organisatie. Gisteren was de eerste keer in Heerlen, waar we konden genieten van de vaste ingrediënten van een Triskell festival: een lokale groep, een mooie verrassing en enkele sterke topacts met de vertrouwde kostelijke aankondigingen van Peter Smits.
Onze zuiderburen waren ruim vertegenwoordigd met drie acts, Soetkin Collier Kwartet, Ambrozijn en Magister, plus DJ Klesie die de avond afsloot.
De opening kwam uit Nederland, met de lokale Limburgse groep Greengrass. Met contrabas, gitaar, fiddle en accordeon gooien vier heren gezellig Ierse en folky Amerikaanse muziek door elkaar. Dat ze beïnvloed worden door Steve Earle is meteen te horen aan de wat rauwe zang en de muziek met een stevig randje (hoewel geheel akoestisch). Niet alle nummers zijn bekend, maar we horen wel klassiekers als Delia (onsterfelijk gemaakt door Johnny Cash) en de tune set Blackbird, Earle's Galway Girl en de Ierse deuntjes The Mason's Apron/Roll Her Down The Hill. Er wordt pretentieloos gespeeld, en het publiek krijgt er nog een paar mooie anekdotes bij van Ron Janssen, die zich geheel gaat toeleggen op viool, over de emigratie van de Ieren naar Amerika en hoe hun muziek zich daar ontwikkelde.
Een nieuwigheid op het Lentefestival was het Open Podium in het café van het Patronaat. Van de tweede act, La Rosa, heb ik niet zoveel meegekregen, Declan de Barra, die voor mij de verrassing van het festival vormde, zag ik wel helemaal. Het begon rumoerig, bovendien was het veel te rokerig en ik stond op het punt om het café weer te verlaten, maar werd geraakt door De Barra's stem, zoeen waarmee hij vol gevoel uit kan halen en de wereld zijn boodschap toe wil schreeuwen. Hij speelt gitaar en heeft een cellist naast zich. Na twee nummers wordt de PA uitgezet en gaat hij onversterkt verder, zichzelf begeleidend op een shruti box, een Pakistaans instrument dat wel wat weg heeft van een harmonium. Mooi, donker romantisch, eigen repertoire en een traditional, Wind In The Barley, die hij geheel a capella bracht, maken dat ik een twintigtal minuten geboeid blijf staan luisteren en dan is het afgelopen, Declan heeft nog een optreden die avond en moet gaan.
Soetkin Collier stelt haar cd Nocturne voor aan het Nederlands publiek. Ze neemt daarvoor drie heren mee, Didier François (nyckelharpa), Fons Vanhamel (contrabas en basklarinet) en Tom Theuns, die later op de dag nog met Ambrozijn geprogrammeerd staat, op gitaar, zang, mondharmonica en keyboards. De sfeer is ontspannen, alle nummers op drie na komen van de nieuwe plaat van Soetkin, die met haar warme heldere alt zowel Vlaamse als Zweedse teksten heel mooi weet te vertolken. Een polska krijgt een heerlijke begeleiding van basklarinet en De Veerman is een fijne bewerking van een gedicht van de onbekende Zeeuw Sip Beth.
Tom Theuns heeft een flinke inbreng, niet alleen instrumentaal maar ook vocaal, met een boeiende imitatie van Ka de slang uit het Junglebook in Vertrouw Op Mij, later zingt hij nog de erotische moordballade Nu, Niet Later, Niet Elders Maar Hier, van de cd Luna van KV Express, waar Theuns ook zijn medewerking aan verleende. Volgens onze recensent Henk vormt het nummer "teveel een buitenbeentje op dit album, hoewel-ie fraai gevoelig en subtiel verpakt is in een mazurka op trekzak en gitaar", maar in deze set vol luisterliedjes komt het wel goed tot zijn recht. De accordeonpartij wordt naar mijn idee uitstekend overgenomen door de nyckelharpa van Didier François. Ook een tweetal Zweedse nummers staat niet op Nocturne. Eentje komt uit het repertoire van Sofia Karlsson, eigenlijk is het meer een kerstliedje, maar dat doet er niet toe, Soetkin Collier laat het ook in maart prachtig klinken.
De topper van dit festival was ongetwijfeld het optreden van Ambrozijn, een vaste waarde op de Triskell festivals, en het was goed te merken dat de groep zich er thuisvoelt, ook al was de lokatie nieuw. Dus kregen we een concert waarbij ik het gevoel kreeg bij de muzikanten in de huiskamer te zitten, met de immer amusante gastheer Wim Claeys, die het publiek op vermakelijke wijze onderhoudt als Tom Theuns eens zijn gitaar moet stemmen.
Maar het werd ook serieus goed, met nummers van de jongste studio-cd Krakalin, maar ook een selectie liedjes uit de geschiedenis van de jarige groep. Ik ben dol op Stemvlucht, al is het volgens Theuns de nachtmerrie van elke zanger, met alle uithalen en vervreemdende stemeffecten, waarbij deze keer Soetkin Collier haar partij meezingt. Dat het met Ierse reels (ook als die uit Canada komen) en Nederlands publiek wel goed zit blijkt uit de enthousiaste reactie die Claeys vraagt en krijgt als Ambrozijn er een stel speelt.
Hoogtepunten zijn wat mij betreft Naradie, dat met de wat rafelige zang van Theuns een fantastisch karakter krijgt, niet te vergelijken met de schoonheid van de geschoolde stem van Ludo Vandeau, en Schoon Lief, waarbij ook Didier François en Fons Vanhamel op het podium verschijnen. Het lied begint rustig en kent vervolgens een overgang naar een dynamisch spel van de hele groep. Ook de toegift Tous Les Amants, het lied dat eigenlijk nooit ontbreekt bij concerten van Ambrozijn, maar pas opgenomen werd op het jubileum-album dat onlangs verscheen wordt weer heerlijk uitwaaierend gebracht. De toeschouwers hebben er nog lang geen genoeg van, en een tweede toegift wordt na niet al te veel aandringen nog gegeven, maar Ambrozijn wil ook graag ruimte maken voor de afsluiter...
DJ Klesie vult de pauze op, met o.a. moderne Franse folk, waarmee we alvast warmgemaakt worden voor de elektriek van de jongens van Magister.
De broers De Meester halen tot slot nog heel wat uit de kast, met een romantisch deuntje voor verliefden met sopraansax, gevolgd door een ritmische Salsa Celtica met stevige drumsolo van Tom De Wulf. Er is zelfs een koppel dat in het zijgangetje naast de tribune een dansje waagt. Het geluid klinkt wat hard in de zaal, met name de bas dreunt wat door in de stoelen. Toch is het wel heel lekker wat die knapen doen, van fijne ingetogen muziekjes naar uitbundig rockende stevige instrumentalen. Ze voegen ook meer tekst toe aan hun repertoire, er wordt gerapt en gezongen, ik begrijp dat ze het hebben over naar huis gaan als de avond valt, en zo langzamerhand wordt het ook voor mij tijd om dat te doen.
De conclusie mag luiden dat het een bijzonder geslaagde dag was, helemaal als je in aanmerking neemt dat dit festival in vrij korte tijd op poten moest worden gezet. Mijns inziens was het Open Podium een goed idee, al was het café misschien niet de aangewezen plek daarvoor. Desalniettemin gaan mijn complimenten naar de organisatie van Triskell, die ervoor zorgde dat al dit moois gestroomlijnd verliep, en het publiek toch maar weer een paar topacts voorschotelde.