-door Assie Aukes, foto's Lieve Boussauw-
Na het nodige oponthoud om de tickets om te wisselen voor een gastenbandje begon Dranouter 2017 met het concert van Trio Dhoore in de Clubtent. De drie mannen op gitaar, trekharmonica en draailier hebben al een aanzienlijke reputatie in het Vlaamse folkwereldje en maakten deze status meer dan waar. Uitstekende muzikanten, een mooie mix van traditioneel en eigen werk, knappe arrangementen en onverwachte wendingen maakten dit concert, waarin geen noot werd gezongen, tot een boeiend gebeuren. Voor het titelnummer van hun laatste album Momentum werd het trio versterkt met een vijftalmuzikanten waaronder enkele leden van het bevriende Embrun.
Gabriel Yacoub had het moeilijk op Dranouter. Nu leent zijn introverte werk zich niet bijster voor een festivalweide, vrijdagavond moest hij ook nog de strijd aan gaan met een matige geluidskwaliteit en een continu doorkletsend publiek, een fenomeen wat de laatste jaren helaas weer sterker in opkomst is. Zo was zijn a capella gezongen Nous irons en Flandres al bij voorbaat een verloren zaak. Nee, echt inspirerend waren de omstandigheden niet voor deze, overigens uitstekend gitaar spelende, Franse folklegende. De Italiaanse Luca Bassanese en zijn band P.O.P voelden wel de sfeer en de omstandigheden van een festivaltent aan en maakten, samen met een enthousiast publiek, een heerlijk feestje tijdens dit afsluitend concert in de Clubtent. Door de organisatie omschreven als de Italiaanse Manu Chao ontpopte deze sympathieke Italiaan zich meer tot een opera zingende opponent van het Amerikaanse Gogol Bordello.
Door het aanstekelijke optreden van de Italianen kwam het concert van Het Zesde Metaal in de Kayam in gedrang. En toen was het tijd voor Doe Maar. Waarschijnlijk geprogrammeerd op de late vrijdagavond om vooral veel (ouder) publiek binnen te halen. Dit lukte, maar over het optreden van de meest succesvolle Nederlandstalige band ooit kan ik kort zijn. Ik vond er niet veel aan. Door de extra blazers die meegekomen waren, werden nummers vaak onnodig breed uitgesponnen. Het publiek reageerde, de hits uitgezonderd, tamelijk lauw. En wat een flauwe teksten schreef die Ernst Jansz vroeger (Dansen met Alice). Gelukkig heeft de man later bewezen dat hij veel beter kan. Nee, Doe Maar was voor de oude fans misschien wel een feestje, de doorsnee muziekliefhebber had bij dit concert niet veel te zoeken.
Het is lastig om een festival te openen. De groep Du Bartás deed het zaterdagmiddag in de Clubtent met verve. Het viertal uit Occitanië, het grensgebied tussen Spanje en Frankrijk, treedt in de voetsporen van befaamde groepen als Perlinpinpin Folc en Rosina de Péira é Martina. Opzwepende melodieën die veelal crescendo eindigen. Gaandeweg het concert komen daar de invloeden vanuit Noord-Afrika bij. Een mooi concert om de zaterdagmiddag mee te starten.
Ook de Vlaamse groep MandolinMan heeft te dealen met het vroege tijdsstip en speelde voor een nauwelijks gevulde Kayam. Dat deerde de groep in totaal niet. Het repertoire is veelvuldig afkomstig uit de fanfaremuziek, maar ook eigen werk, zoals een heel eigenzinnige rumba van de hand van de enige man die geen mandoline bespeelt, Maarten Decombel.
De Nijghse vrouwen, een project rond de liederen van Lennaert Nijgh, werd voor de laatste keer gespeeld. Dat gaf soms emotionele momenten, zowel op het podium als in het publiek. Alle populaire liedjes van Lennaert Nijgh en Boudewijn de Groot kwamen voorbij tot groot enthousiasme van het publiek. Een mooi concert van Astrid Nijgh en haar Vlaamse vrouwen, al moet gezegd worden dat wat minder bekend werk van Lennaert Nijgh op zijn plaats was geweest. Zo miste ik o.a. Meisje in Engeland, het mooiste lied van Lennaert Nijgh, met notabene muziek van zijn eerste vrouw Astrid zelf.
Eliza Carthy & the Wayward Band probeert de leegte die in de Britse folk is ontstaan na het einde van Bellowhead op te vullen. Of ze daarin geslaagd is, weet ik niet. Als een van de weinige folkacts die in de Kayam geprogrammeerd stond, joeg Carthy en consorten ons al na enkele nummers de tent uit. Alle finesses waren zoek in de geluidsbrei. Carthy nodigde het publiek nadrukkelijk uit om dichterbij te komen, maar het merendeel verkoos wijselijk om buiten de herrie van de Kayam te blijven. En zo vermoordt de geluidstechniek wederom een concert.
Dat het best goed kan gaan qua geluidsvolume bewees enkele uren later Raymond van het Groenewoud. Het publiek waardeerde dat want de Kayam was tijdens dat concert zeer goed gevuld. Een mengeling van oude en nieuwe liedjes passeerde de revue. Het publiek zong luidkeels Twee meisjes mee en tijdens het afsluitende Meisjes, dit jaar precies 40 jaar oud, verschenen er plotsklaps veertig jonge en wat oudere meisjes op de bühne.
Ondertussen maakte Leyla McCalla indruk op het podium van de Clubtent. Deze Amerikaanse dame maakt in Dranouter al eens furore tijdens een magisch concert met de Carolina Chocolate Drops op een druilige zondagmiddag in 2010. Zo ver kwam het nu niet, maar McCalla gaf met haar twee begeleiders een gedegen concert met muziek geworteld in de blues en vooral de cajun. Zelden hoor je cajun gespeeld op een cello!
Novar is een nieuwe naam aan het Vlaamse folk firmament maar de namen van Toon van Mierlo en Jeroen Geerinck mogen bekend geacht zijn. Het bal folk is ook in Vlaanderen enigszins op de achtergrond geraakt. Tien jaar geleden zou de hele Voute aan het dansen geweest zijn, nu werd er maar mondjesmaat van de gelegenheid gebruik gemaakt. Aan Novar lag dat niet. De band speelde een strakke set met de nadruk op doedelzak, draailier en de nodige elektronica.
De kerk is in de nieuwe opzet van het festival het rustigste podium van het festival. De uitgelezen plaats om zondagmorgen te genieten van een Ierse zanger in de Ierse folktradities van de jaren zeventig. Dat betekent lange verhalen, vol humor en natuurlijk van tijd tot tijd een a capella gezongen lied. Daoirí Farrell past uitstekend in die traditie. Deze jonge Dubliner is gezegend met een uitstekende stem en doet, ook door het gebruik van de bouzouki, denken aan illustere voorgangers als Andy Irvine en Pat Kilbride. De a capella gezongen stukken waren misschien iets te breed uitgesponnen om de aandacht helemaal vast te houden, maar deze jonge Ier kan aan het begin staan van een glansrijke carrière.
Ethno Flanders is een vast gegeven in het programma van Dranouter. Het is altijd een feest om die jonge lui, uit alle delen van de wereld, vol enthousiasme muziek te zien maken. Het enthousiasme en de bevlogenheid van Wim Claeys zal er wellicht debet aan zijn dat het programma dit jaar wat minder was dan andere jaren. Maar het enthousiasme van de jeugdige deelnemers maakte meer dan alles goed. Les Poules a Colin bestaat uit vier ontwapenende dames en een heer uit Quebec, Canada. Die ene heer is wel verantwoordelijk voor de swingende voetenpercussie, zo typerend voor de muziek uit Quebec. Het kwintet gaf een verrassend en vrolijk, en bij vlagen, begeesterend concert wat zeer werd gewaardeerd door het publiek. Het geluid was echter dusdanig hard dat het luistergenot wederom een zware dobber had.
Coope, Boyes & Simpson zijn bezig met hun laatste concerten. Na vijfentwintig jaar komt er een eind aan dit illustere Britse trio dat zo sterk verbonden is aan de Vlaamse Westhoek en haar tragische geschiedenis. Het concert was geen dramatisch gebeuren, sentimenten telden nauwelijks. Wel een aantal prachtig gezongen liederen uit het omvangrijke repertoire van het drietal dat het allereerste concert in België vijfentwintig jaar geleden gaf in Den Ekster, een kroeg op een steenworp van het festivalterrein. Terwijl het trio Children of Palestine zong en de Vlaamse kinderen vrolijk rondhuppelden, kwamen de eerste emoties. Maar bij het allerlaatste toegift Only remembered brak het voor een groot deel van het publiek. Een minutenlange staande ovatie was hun deel. Een prachtig besluit voor een zeer sympathiek gezelschap.
Dranouter 2017 was met rond de 45.00O bezoekers geen festival van uitersten. Het festival is goed op koers gezien de herziene doelstellingen van een drietal jaren geleden. Dit jaar waren er geen grote teleurstellingen, maar ook geen (heel) hoge uitschieters. Opvallend is wel het feit dat de Kayam verontrustend vaak matig gevuld is. Het hoge geluidsvolume, zoals bij Eliza Carthy, zal daar debet aan zijn. Ook in de Clubtent werd regelmatig de volumegrens overschreden. Het wordt tijd dat publiek hiertegen in opstand komt en dat de organisatie paal en perk stelt aan geluidoverschrijdingen.